DUITSLAND
TEKST: EIMER WIELDRAAIJER • FOTO’S: ZIE CREDITS LANGS ZIJKANT
De centrale bibliotheek in het voormalige spoorwegpostkantoor aan de Hühnerposten. (Foto uit 2014).
Foto: Von UweRohwedder - Eigenes Werk, CC BY-SA 4.0
Een kijkje bij onze oosterburen (deel VII*)
Hamburger Öffentlichen
Bücherhallen: digitale hotspot
Hamburg wil de digitale hoofdstad van Duitsland worden. Belangrijk onderdeel van dat plan is het Haus der Digitalen Welt, met de bibliotheek en volkshogeschool als hoofdbewoners. Hoe reëel is deze 120 miljoen euro kostende ambitie? Bibliotheekmanager Frauke Untiedt schetst de stand van zaken.
Laat de naam Hamburg vallen, en voetballiefhebbers beginnen al snel over de memorabele 21ste juni van 1988, de dag dat Marco van Basten in het noorden van Duitsland op aangeven van Jan Wouters het WK-trauma van 1974 de geschiedenisboeken in schoot. ‘Het Volksparkstadion is van ons’, jubelde tv-verslaggever Evert ten Napel bij het zien van de hossende Oranjesupporters die de overwinning op de Mannschaft vierden alsof we eindelijk bevrijd waren van een loden oorlogslast. Intussen is er veel water door de Elbe gestroomd. Het Volksparkstadion in het stadsdeel Altona is onherkenbaar getransformeerd in een hypermoderne voetbaltempel, Duitslands tweede stad werd verrijkt met ’s werelds mooiste concertzaal, de Elbphilharmonie. Hamburg geldt als nóg begeerlijker toeristenbestemming dan Berlijn, en Duitsland als geheel is al jaren de stuwende motor van een verenigd Europa.
Twee miljoen inwoners
Bijna twee miljoen inwoners telt Hanzestad Hamburg, de voorsteden niet meegerekend. Deze belangrijkste havenstad van Duitsland werd lange tijd voornamelijk geassocieerd met de beruchte Reeperbahn, waar woeste zeebonken hun opgekropte lusten botvierden op gewillige dames van losse zeden. Tegenwoordig geniet de metropool een heel wat positievere reputatie, dankzij de metamorfose van een grauwe agglomeratie in een bruisende city met vele aantrekkelijke gezichten. Trendy publiek weet het Schanzenviertel, dé uitgaanswijk, te vinden. In Speicherstadt zijn de pakhuizen van weleer omgetoverd in dure appartementencomplexen. En Hamburg ontwikkelt zich, niet te vergeten, in hoog tempo tot digitale hoofdstad van Duitsland. Iets waar de bibliotheek gretig op inspeelt.
Frauke Untiedt, Leiterin van de Öffentlichen Bücherhallen Hamburg: ‘Het is op dit moment razend druk bij ons door alle activiteiten die er in de bibliotheek plaatsvinden. Het lijkt wel alsof de mensen willen inhalen wat er tijdens de lockdown niet in zat. We hebben zelfs al een paar keer “nee” moeten verkopen, omdat we gewoonweg vol zitten. Maar u hoort mij niet klagen, want dat is tenslotte wat je als bibliotheek graag wilt zijn: hotspot in het stedelijk weefsel.
Zoals u wellicht weet, mogen bibliotheken in Duitsland op zondag niet open zijn. Naar het voorbeeld van de Zentral- und Landesbibliothek Berlin zijn wij sinds een jaar wel open, niet als bibliotheek, maar als activiteitenlocatie. Op die activiteiten, begeleid door vrijwilligers, kwamen de afgelopen twaalf maanden ruim 60.000 bezoekers af. Inclusief gezinnen die ’s winters graag ergens onderdak vinden zonder dat ze meteen de knip moeten trekken.’
U geeft sinds september 2019 leiding aan de bibliotheek, maar trad in 2007 in een andere functie al in dienst. Wat is de grootste verandering in die zestien jaar geweest?
‘We hebben geleerd dat we er niet in de eerste plaats voor boeken zijn. Toen ik hier kwam te werken, zaten we net in de omslag van handmatige uitleen en inname naar automatisering van het proces. Zodoende kwam er tijd vrij om onze medewerkers bij andersoortige werkzaamheden in te zetten. Weliswaar hebben we in die tijd ook afscheid genomen van een aantal collega’s die door de omslag boventallig waren geworden, maar zij die bleven werden geschoold in nieuwe vormen van dienstverlening. Sindsdien worden al onze informatiemedewerkers elk jaar opnieuw (bij)geschoold, waarbij de laatste jaren de nadruk ligt op hun inzet bij activiteiten. Inmiddels zijn we ons er zeer van bewust dat de bibliotheek uit drie zuilen bestaat: boeken, gebouw en de activiteiten in dat gebouw. Deze drie elementen schragen de bibliotheek.’
Foto: Körber-Stiftung/Nicole Keller
Frauke Untiedt, Leiterin van de Öffentlichen Bücherhallen Hamburg.
Niet lang nadat u de leiding van de bibliotheek overnam, kon u de deuren alweer sluiten vanwege de coronapandemie. Heeft dat een impuls gegeven aan uw digitale diensten?
‘Absoluut. We hadden al een e-learning cursus voor medewerkers waarin alle digitale diensten van de bibliotheek centraal staan. Daar hadden reeds een kleine tachtig personen aan deelgenomen, die zich hebben bekwaamd in ons aanbod van databanken, e-books, e-audio’s, et cetera. Tijdens de lockdown heeft ook de rest van het personeel deze cursus gevolgd. Als management hebben we in die periode gezegd: jullie gaan niet thuiszitten en niks doen. We gaan niet duimen draaien. Wie salaris krijgt, krijgt ook huiswerk mee.’
De aandacht van Bibliotheekblad werd getrokken door de kop boven een artikel in het Hamburgse Abendblatt, die luidde: ‘Na de Elbphilharmonie (de beroemde nieuwe concertzaal, red.) krijgt Hamburg nu ook een bibliotheek-Elphi’.
Dat klinkt veelbelovend. Wat houdt dit project precies is?
‘Het idee is dat zowel onze hoofdvestiging aan de Hühnerposten 1 in Hamburg als de plaatselijke hogeschool behoefte hebben aan meer ruimte voor digitale ontplooiing. De bedoeling is dat we samen tot nieuwe huisvesting komen en dat we door die krachtenbundeling meerwaarde creëren. Beide instellingen zijn wijdvertakt in de stad. Gemeenschappelijk doel is dat we ons publiek op speelse wijze vertrouwd maken met digitale ontwikkelingen, waarbij we allebei kunnen kiezen voor verschillende methodes.
De gekozen werktitel van dit project, Haus der digitalen Welt, suggereert wellicht dat we afscheid nemen van onze traditionele media, maar dat is niet zo. We streven naar een prachtig gebouw met een veelzijdig aanbod en een gastvrij karakter, en als je weer naar huis gaat, heb je op digitaal gebied meer geleerd dan je van tevoren voor mogelijk hield.’
Het plan getuigt van weinig bescheiden ambities: ‘Een plek die uniek is in Duitsland, waar digitalisering kan worden ervaren en geleerd?’ en: ‘Wij willen binnen tien jaar de digitaliseringshoofdstad van Duitsland zijn’. Grote woorden. Hoe denkt u die waar te maken?
‘Dat zie ik niet als opgave voor de bibliotheek en de volkshogeschool alleen, maar als taak voor de hele stad. Hamburg is voor de zoveelste keer op de eerste plaats gekomen bij een verkiezing van smart cities. Er heerst hier een cultuur om samen met bedrijven en andere partners innovatie van de grond te trekken. Firma’s die in Hamburg hun thuisbasis hebben, stimuleren vernieuwing in brede zin, en wij willen daar ons steentje aan bijdragen.’
Is er al een locatie gekozen voor dat Haus der Digitalen Welt?
‘Nee, daar is nog geen beslissing over genomen, maar het zal sowieso een goed bereikbare plek in de binnenstad zijn. Alles wat we nu aanbieden, moet ook daar te vinden zijn. En op digitaal gebied uiteraard nog veel meer dan dat. Zowel de bibliotheek als de volkshogeschool behoudt bij de overgang haar zelfstandigheid. Zelfs al zouden we dat anders willen, het kan niet eens, want de volkshogeschool is een Landesbetrieb, en wij zijn een privaatrechtelijke stichting, iets wat in Duitsland uitzonderlijk is voor een bibliotheek.’
Geeft die organisatievorm u meer handelingsvrijheid?
‘Ja. We kunnen sneller beslissen. We krijgen van overheidswege een vast bedrag en bepalen met het stichtingsbestuur wat we daarmee doen, ook in commerciële aangelegenheden.’
Foto: Christoph Keller
Ziet u de toekomst van de bibliotheek als louter digitaal?
‘Zeker niet. Zonder twijfel is onze toekomst ook fysiek. Het beste bewijs zijn al die mensen die op onze activiteiten afkomen. De mens is een sociaal wezen dat niet alleen gedijt achter een beeldscherm. Om digitaal aantrekkelijk te zijn, moeten we ook een fysiek aantrekkelijke plek hebben. Een plek waar je nieuwsgierigheid geprikkeld wordt, waar je met anderen in gesprek raakt, waar je uitgedaagd wordt om dingen uit te proberen, te ontdekken.’
Haus der Digitalen Welt wil ook een derde plek zijn?
‘Zonder meer. In 2020 hebben we samen met Aat Vos onze centrale bibliotheek op de schop genomen. Aat wees me tijdens die exercitie op de behoeftepiramide van de Noorse omgevingspsychologe Aga Skorupka. Onderaan haar piramide staan visibility en access, dat wil zeggen: de zichtbaarheid en de toegankelijkheid van een organisatie moeten gewaarborgd zijn. Daarboven komt utility, goede bruikbaarheid, gevolgd door safety en security, men moet zich veilig en welkom voelen, gevolgd door comfort, hetgeen betekent dat de bezoeker zich fysiek en mentaal op zijn gemak voelt. Volgens Aat moet je daar nog experience en engagement aan toevoegen, wat wil zeggen dat iemand ergens zo veel beleeft dat hij of zij zich, net als een voetbalsupporter, gaat vereenzelvigen met jouw instelling. Met uitzondering van dat laatste stadium zijn wij, eerlijk gezegd, al best ver bij het bouwen van die piramide.’
Wat betekent de komst van Haus der Digitalen Welt voor uw medewerkers. U vertelde al over de cursus die ze volg(d)en, maar dit gaat ongetwijfeld nog een paar stappen verder.
‘Dat is zo, maar ik ben ervan overtuigd dat we die klus klaren. Deze club wordt gekenmerkt door grote interesse in verandering en vernieuwing. De afgelopen dertig jaar heeft de bibliotheek zich telkens weten aan te passen aan ontwikkelingen. Mijn voorgangster, Hella Schwemer-Martienssen, heeft noodgedwongen meer dan twintig filialen moeten sluiten. Ook die pijnlijke periode hebben we doorstaan. We zijn een paar keer met het stadsbestuur in aanvaring gekomen. Dat heeft ons geleerd dat veranderingen ons sterker maken.’
Net als veel andere bibliotheken zult ook u meerdere oudere medewerkers hebben. Dat zijn doorgaans niet degenen die staan te springen om weer een vernieuwingsronde.
‘We hebben de laatste jaren een verjongingsslag gemaakt en de oudere collega’s zijn allemaal met de digitalisering van de bibliotheek in aanraking gekomen. Als voorbeeld noem ik iemand die tien jaar ouder is dan ik, maar die kinderen wel vertrouwd maakt met digitale media. Het gaat erom dat je niet stilstaat, dat je je belangstelling behoudt. Als je in deze instelling werkt kan het niet zo zijn dat je zegt: het zal mijn tijd wel duren, al die nieuwigheden laat ik lekker aan me voorbijgaan. Dan kun je beter een andere baan zoeken.’
Foto: Christoph Keller
In publicaties over Haus der Digitalen Welt valt vaak de naam Oodi, de centrale vestiging van de bibliotheek in Helsinki, die op 5 december 2018 openging. Wat spreekt u daarin aan?
‘Dat men een derde van die enorme bibliotheek heeft gereserveerd voor het uitproberen van dingen vind ik geweldig. Daarin gaat men nog verder dan Dokk1 in Aarhus, dat sterker gericht is op de interactie tussen mensen en in die zin minder een laboratorium. Waar we in Hamburg op mikken, is allerlei ruimtes waar het publiek kan programmeren. Hoe dat in de praktijk zal uitpakken, weten we nog niet. Misschien gebeurt dat over tien jaar wel met behulp van grote aanraakschermen waarop mensen van alles heen en weer schuiven. Als dat het geval is, zullen dergelijke apparaten in onze nieuwe bibliotheek voorhanden zijn.’
Ik las dat de kosten van het project geraamd worden op 120 miljoen euro. Een smak geld in een tijd dat de oorlog in Oekraïne de energieprijzen doet exploderen en de inflatie door het dak gaat. Met als gevolg dat een economische recessie steeds aannemelijker wordt.
‘Dat alles baart inderdaad zorgen. Maar niet alleen dat, want we concurreren met veel andere projecten. Als we het bedrag dat u noemde over twee jaar nodig zouden hebben, konden we dit project wel op onze buik schrijven. Ik denk dat realisatie van ons plan voor 2030 onhaalbaar is, maar wie weet hoe we er over zeven jaar voorstaan? Los daarvan: dit project reikt verder dan Hamburg, waar de coalitie van SPD en Grünen het initiatief steunt; het heeft ook de steun van het rijk waar dezelfde partijen in de regering zitten.’
Zijn de burgers van Hamburg ook blij met het plan?
‘Binnenkort gaan we de inwoners van deze stad vragen naar hun wensen. We gaan inventariseren waar men behoefte aan heeft, en dat zo goed mogelijk in kaart brengen.’
Wat zou de komst van Haus der Digitalen Welt betekenen voor de 32 filialen?
‘Ik wil niet dat het Haus ten koste gaat van onze nevenvestigingen. In plaats daarvan wil ik dat zij meeprofiteren van deze ontwikkeling. Waar ik aan denk, is een soort HddW on Tour. Wat we centraal doen, gaan we ook decentraal aanbieden. Dat kun je nog eens stimuleren door medewerkers te laten rouleren, door hen ervaringen te laten uitwisselen. Bovendien ben je bij het aanbieden van digitale diensten niet afhankelijk van een fysieke plek. Als voorbeeld wijs ik op de robot Dino, die nu al in de bibliotheek te vinden is, en die kinderen van huis uit kunnen programmeren. Of Dino dan in de centrale bibliotheek staat, in een filiaal of elders, doet er niet toe. Elk kind dat toegang heeft tot internet kan hem programmeren. Niet alleen in Hamburg, maar in heel Duitsland.’
Enkele jaren geleden maakte de Bibliotheek Hamburg furore met haar kinder- en jeugdbibliotheek. Wat is er sindsdien op dat vlak gebeurd?
‘Op dat vlak zitten we middenin een omslagfase. De kinderbibliotheek gaan we in 2024 herinrichten. Sinds 2021 is een speciaal team daarmee belast. Men bezoekt kinderopvangcentra en scholen om te achterhalen wat kinderen van de bibliotheek verwachten. Moeilijker ligt het bij de jongeren. Zij zitten langer op school dan vroeger en hebben dus minder vrije tijd, die ze voorheen vaak in de bibliotheek doorbrachten. Onze jeugdbibliotheek was volledig ingericht naar de vrijetijdswensen van jongeren. Nu zitten ze tot 16.00 uur op school. Hoe we dat probleem tackelen, weet ik nog niet. Het is niet zo dat jongeren ons niet meer weten te vinden. Ze komen nog wel, maar ze zitten niet langer in de jeugdbibliotheek. Ze zitten tegenwoordig op bovengelegen etages te studeren, werken aan hun scripties. Met een fles cola op tafel, wat natuurlijk oké is. Ook hier zijn we op zoek naar een leeromgeving waar je dingen kunt uitproberen. Denk aan een atelier waar groepen leerlingen samen natuurkundeproeven kunnen doen. Via digitale communicatiemedia zouden groepen in andere steden of docenten hen daarbij kunnen assisteren.’
Foto: Christoph Keller
Immigratie, diversiteit, duurzaamheid, klimaatverandering: hoe reageert u als bibliotheek op dergelijke actuele thema’s?
‘Dankzij een overheidssubsidie hebben we gedurende vier jaar onderdak kunnen bieden aan een medewerker voor interculturele samenwerking. Iemand die mensen met een andere culturele achtergrond naar de bibliotheek tracht te lokken. Dat project loopt nu af, maar dat neemt niet weg dat we ons blijven beijveren om met de verschillende community’s in de stad in contact te komen. Het aanleggen van netwerken is daarbij cruciaal. De komende jaren is een van onze speerpunten dat we als werkgever aantrekkelijker willen zijn voor mensen met een migratieachtergrond. Wij zijn nog te veel zoals ik: vrouwelijk, wit en vijftig. We hebben meer vrouwen met een hoofddoek nodig, meer mannen met donker haar en meer personen met een donkere huid, omdat dit de realiteit van de stad Hamburg beter weerspiegelt. We willen deze mensen niet alleen als bezoeker verwelkomen, maar ook als medewerker. Om dat te bewerkstelligen, moeten we flexibeler worden wat betreft de door ons vereiste kwalificaties. Jongeren die de Duitse taal nog niet helemaal machtig zijn, moeten we meer kansen bieden. Daarvoor moeten we dieper in de community’s doordringen, zodat de mensen die we zoeken zien dat het ons ernst is.’
De Amerikaanse bibliotheekgoeroe David Lankes is van mening dat de tijd van de neutrale bibliotheek voorbij is. Hij vindt dat de bibliotheek partij moet kiezen voor de kansarmen.
‘Hij heeft helemaal gelijk. Elke horde die er is om de bibliotheek binnen te gaan, is er een te veel. Afgelopen zomer hebben we een workshop gehouden over het thema dakloosheid. We begroeten dag in, dag uit mensen in deze bibliotheek die geen eigen woning hebben. Velen van hen stinken niet, zoals het cliché wil, ze zijn uitstekend gekleed, maar hebben geen huis. Die mensen komen niet in aanmerking voor een bibliotheekpas omdat ze geen adres hebben. Dat kan toch ook anders? Laten we deze hindernis uit de weg ruimen.’
Een andere Amerikaanse bibliotheekgoeroe, Nina Simon, is voorvechter van de community library. Zij stelt dat enkel die bibliotheek zal floreren die stevig geworteld is in de plaatselijke gemeenschap en die met deze tot verregaande participatie komt.
‘De medewerkster voor interculturele participatie die ik zojuist noemde, heeft zich in haar aanpak gebaseerd op het of/by/for all-principe van Nina Simon. Hetzelfde geldt voor onze filialen. Elke vestiging heeft de opdracht om elk jaar een specifieke doelgroep aan te spreken waarmee men nog niet eerder contact heeft gehad. Dat lukt op de ene plek beter dan op de andere, maar inmiddels zijn we in gesprek met veel groepen die ons eerst links lieten liggen. Omdat bij hen het idee heerste dat ze bij ons niet welkom waren. Begrijpelijk, want in veel culturen is er geen sprake van een schriftelijke maar van een orale traditie, en waarom zou je dan naar de bibliotheek gaan, een instelling die je associeert met boeken? Laten wij dan de eerste stap zetten. Vroeger zeiden we: ons deur staat open, ze kunnen toch binnenkomen? Dat klopt, onze deur staat open, maar wij moeten naar buiten stappen en hen binnenhalen.’
Foto: Christoph Keller
Stel dat ik u over drie jaar nog eens spreek. Waar staat uw bibliotheek dan?
‘Dan is er duidelijkheid over het Haus der Digitalen Welt. In 2023 moet ik een nieuw bibliotheekconcept schrijven, met duurzaamheid als rode draad. In 2025 zullen de eerste resultaten daarvan zichtbaar zijn. Hopelijk heb ik dat jaar ook geld gekregen om een aantal filialen te saneren. En hopelijk is de overheid het tegen die tijd evenzeer met me eens dat een groeiende stad een groeiend aantal bibliotheekvestigingen vereist.’
*Naschrift redactie
Eerdere afleveringen in deze serie:
Bibliotheekblad 2-2022: Stadtbibliothek Paderborn.
Bibliotheekblad 3-2022: Stadtbibliothek Gütersloh.
Bibliotheekblad 4-2022: Stadtbibliothek Köln.
Bibliotheekblad 6-2022: Stadtbüchereien Düsseldorf.
Bibliotheekblad 9-2022: Stadtbibliothek Gütersloh.
Bibliotheekblad 1-2023: Stadtbibliothek Stuttgart.
Bibliotheekblad 2 Februari 2023
Stel dat ik u over drie jaar nog eens spreek. Waar staat uw bibliotheek dan?
‘Dan is er duidelijkheid over het Haus der Digitalen Welt. In 2023 moet ik een nieuw bibliotheekconcept schrijven, met duurzaamheid als rode draad. In 2025 zullen de eerste resultaten daarvan zichtbaar zijn. Hopelijk heb ik dat jaar ook geld gekregen om een aantal filialen te saneren. En hopelijk is de overheid het tegen die tijd evenzeer met me eens dat een groeiende stad een groeiend aantal bibliotheekvestigingen vereist.’
*Naschrift redactie
Eerdere afleveringen in deze serie:
Bibliotheekblad 2-2022: Stadtbibliothek Paderborn.
Bibliotheekblad 3-2022: Stadtbibliothek Gütersloh.
Bibliotheekblad 4-2022: Stadtbibliothek Köln.
Bibliotheekblad 6-2022: Stadtbüchereien Düsseldorf.
Bibliotheekblad 9-2022: Stadtbibliothek Gütersloh.
Bibliotheekblad 1-2023: Stadtbibliothek Stuttgart.
Foto: Christoph Keller
Immigratie, diversiteit, duurzaamheid, klimaatverandering: hoe reageert u als bibliotheek op dergelijke actuele thema’s?
‘Dankzij een overheidssubsidie hebben we gedurende vier jaar onderdak kunnen bieden aan een medewerker voor interculturele samenwerking. Iemand die mensen met een andere culturele achtergrond naar de bibliotheek tracht te lokken. Dat project loopt nu af, maar dat neemt niet weg dat we ons blijven beijveren om met de verschillende community’s in de stad in contact te komen. Het aanleggen van netwerken is daarbij cruciaal. De komende jaren is een van onze speerpunten dat we als werkgever aantrekkelijker willen zijn voor mensen met een migratieachtergrond. Wij zijn nog te veel zoals ik: vrouwelijk, wit en vijftig. We hebben meer vrouwen met een hoofddoek nodig, meer mannen met donker haar en meer personen met een donkere huid, omdat dit de realiteit van de stad Hamburg beter weerspiegelt. We willen deze mensen niet alleen als bezoeker verwelkomen, maar ook als medewerker. Om dat te bewerkstelligen, moeten we flexibeler worden wat betreft de door ons vereiste kwalificaties. Jongeren die de Duitse taal nog niet helemaal machtig zijn, moeten we meer kansen bieden. Daarvoor moeten we dieper in de community’s doordringen, zodat de mensen die we zoeken zien dat het ons ernst is.’
De Amerikaanse bibliotheekgoeroe David Lankes is van mening dat de tijd van de neutrale bibliotheek voorbij is. Hij vindt dat de bibliotheek partij moet kiezen voor de kansarmen.
‘Hij heeft helemaal gelijk. Elke horde die er is om de bibliotheek binnen te gaan, is er een te veel. Afgelopen zomer hebben we een workshop gehouden over het thema dakloosheid. We begroeten dag in, dag uit mensen in deze bibliotheek die geen eigen woning hebben. Velen van hen stinken niet, zoals het cliché wil, ze zijn uitstekend gekleed, maar hebben geen huis. Die mensen komen niet in aanmerking voor een bibliotheekpas omdat ze geen adres hebben. Dat kan toch ook anders? Laten we deze hindernis uit de weg ruimen.’
Een andere Amerikaanse bibliotheekgoeroe, Nina Simon, is voorvechter van de community library. Zij stelt dat enkel die bibliotheek zal floreren die stevig geworteld is in de plaatselijke gemeenschap en die met deze tot verregaande participatie komt.
‘De medewerkster voor interculturele participatie die ik zojuist noemde, heeft zich in haar aanpak gebaseerd op het of/by/for all-principe van Nina Simon. Hetzelfde geldt voor onze filialen. Elke vestiging heeft de opdracht om elk jaar een specifieke doelgroep aan te spreken waarmee men nog niet eerder contact heeft gehad. Dat lukt op de ene plek beter dan op de andere, maar inmiddels zijn we in gesprek met veel groepen die ons eerst links lieten liggen. Omdat bij hen het idee heerste dat ze bij ons niet welkom waren. Begrijpelijk, want in veel culturen is er geen sprake van een schriftelijke maar van een orale traditie, en waarom zou je dan naar de bibliotheek gaan, een instelling die je associeert met boeken? Laten wij dan de eerste stap zetten. Vroeger zeiden we: ons deur staat open, ze kunnen toch binnenkomen? Dat klopt, onze deur staat open, maar wij moeten naar buiten stappen en hen binnenhalen.’
Foto: Christoph Keller
In publicaties over Haus der Digitalen Welt valt vaak de naam Oodi, de centrale vestiging van de bibliotheek in Helsinki, die op 5 december 2018 openging. Wat spreekt u daarin aan?
‘Dat men een derde van die enorme bibliotheek heeft gereserveerd voor het uitproberen van dingen vind ik geweldig. Daarin gaat men nog verder dan Dokk1 in Aarhus, dat sterker gericht is op de interactie tussen mensen en in die zin minder een laboratorium. Waar we in Hamburg op mikken, is allerlei ruimtes waar het publiek kan programmeren. Hoe dat in de praktijk zal uitpakken, weten we nog niet. Misschien gebeurt dat over tien jaar wel met behulp van grote aanraakschermen waarop mensen van alles heen en weer schuiven. Als dat het geval is, zullen dergelijke apparaten in onze nieuwe bibliotheek voorhanden zijn.’
Ik las dat de kosten van het project geraamd worden op 120 miljoen euro. Een smak geld in een tijd dat de oorlog in Oekraïne de energieprijzen doet exploderen en de inflatie door het dak gaat. Met als gevolg dat een economische recessie steeds aannemelijker wordt.
‘Dat alles baart inderdaad zorgen. Maar niet alleen dat, want we concurreren met veel andere projecten. Als we het bedrag dat u noemde over twee jaar nodig zouden hebben, konden we dit project wel op onze buik schrijven. Ik denk dat realisatie van ons plan voor 2030 onhaalbaar is, maar wie weet hoe we er over zeven jaar voorstaan? Los daarvan: dit project reikt verder dan Hamburg, waar de coalitie van SPD en Grünen het initiatief steunt; het heeft ook de steun van het rijk waar dezelfde partijen in de regering zitten.’
Zijn de burgers van Hamburg ook blij met het plan?
‘Binnenkort gaan we de inwoners van deze stad vragen naar hun wensen. We gaan inventariseren waar men behoefte aan heeft, en dat zo goed mogelijk in kaart brengen.’
Wat zou de komst van Haus der Digitalen Welt betekenen voor de 32 filialen?
‘Ik wil niet dat het Haus ten koste gaat van onze nevenvestigingen. In plaats daarvan wil ik dat zij meeprofiteren van deze ontwikkeling. Waar ik aan denk, is een soort HddW on Tour. Wat we centraal doen, gaan we ook decentraal aanbieden. Dat kun je nog eens stimuleren door medewerkers te laten rouleren, door hen ervaringen te laten uitwisselen. Bovendien ben je bij het aanbieden van digitale diensten niet afhankelijk van een fysieke plek. Als voorbeeld wijs ik op de robot Dino, die nu al in de bibliotheek te vinden is, en die kinderen van huis uit kunnen programmeren. Of Dino dan in de centrale bibliotheek staat, in een filiaal of elders, doet er niet toe. Elk kind dat toegang heeft tot internet kan hem programmeren. Niet alleen in Hamburg, maar in heel Duitsland.’
Enkele jaren geleden maakte de Bibliotheek Hamburg furore met haar kinder- en jeugdbibliotheek. Wat is er sindsdien op dat vlak gebeurd?
‘Op dat vlak zitten we middenin een omslagfase. De kinderbibliotheek gaan we in 2024 herinrichten. Sinds 2021 is een speciaal team daarmee belast. Men bezoekt kinderopvangcentra en scholen om te achterhalen wat kinderen van de bibliotheek verwachten. Moeilijker ligt het bij de jongeren. Zij zitten langer op school dan vroeger en hebben dus minder vrije tijd, die ze voorheen vaak in de bibliotheek doorbrachten. Onze jeugdbibliotheek was volledig ingericht naar de vrijetijdswensen van jongeren. Nu zitten ze tot 16.00 uur op school. Hoe we dat probleem tackelen, weet ik nog niet. Het is niet zo dat jongeren ons niet meer weten te vinden. Ze komen nog wel, maar ze zitten niet langer in de jeugdbibliotheek. Ze zitten tegenwoordig op bovengelegen etages te studeren, werken aan hun scripties. Met een fles cola op tafel, wat natuurlijk oké is. Ook hier zijn we op zoek naar een leeromgeving waar je dingen kunt uitproberen. Denk aan een atelier waar groepen leerlingen samen natuurkundeproeven kunnen doen. Via digitale communicatiemedia zouden groepen in andere steden of docenten hen daarbij kunnen assisteren.’
Foto: Christoph Keller
Ziet u de toekomst van de bibliotheek als louter digitaal?
‘Zeker niet. Zonder twijfel is onze toekomst ook fysiek. Het beste bewijs zijn al die mensen die op onze activiteiten afkomen. De mens is een sociaal wezen dat niet alleen gedijt achter een beeldscherm. Om digitaal aantrekkelijk te zijn, moeten we ook een fysiek aantrekkelijke plek hebben. Een plek waar je nieuwsgierigheid geprikkeld wordt, waar je met anderen in gesprek raakt, waar je uitgedaagd wordt om dingen uit te proberen, te ontdekken.’
Haus der Digitalen Welt wil ook een derde plek zijn?
‘Zonder meer. In 2020 hebben we samen met Aat Vos onze centrale bibliotheek op de schop genomen. Aat wees me tijdens die exercitie op de behoeftepiramide van de Noorse omgevingspsychologe Aga Skorupka. Onderaan haar piramide staan visibility en access, dat wil zeggen: de zichtbaarheid en de toegankelijkheid van een organisatie moeten gewaarborgd zijn. Daarboven komt utility, goede bruikbaarheid, gevolgd door safety en security, men moet zich veilig en welkom voelen, gevolgd door comfort, hetgeen betekent dat de bezoeker zich fysiek en mentaal op zijn gemak voelt. Volgens Aat moet je daar nog experience en engagement aan toevoegen, wat wil zeggen dat iemand ergens zo veel beleeft dat hij of zij zich, net als een voetbalsupporter, gaat vereenzelvigen met jouw instelling. Met uitzondering van dat laatste stadium zijn wij, eerlijk gezegd, al best ver bij het bouwen van die piramide.’
Wat betekent de komst van Haus der Digitalen Welt voor uw medewerkers. U vertelde al over de cursus die ze volg(d)en, maar dit gaat ongetwijfeld nog een paar stappen verder.
‘Dat is zo, maar ik ben ervan overtuigd dat we die klus klaren. Deze club wordt gekenmerkt door grote interesse in verandering en vernieuwing. De afgelopen dertig jaar heeft de bibliotheek zich telkens weten aan te passen aan ontwikkelingen. Mijn voorgangster, Hella Schwemer-Martienssen, heeft noodgedwongen meer dan twintig filialen moeten sluiten. Ook die pijnlijke periode hebben we doorstaan. We zijn een paar keer met het stadsbestuur in aanvaring gekomen. Dat heeft ons geleerd dat veranderingen ons sterker maken.’
Net als veel andere bibliotheken zult ook u meerdere oudere medewerkers hebben. Dat zijn doorgaans niet degenen die staan te springen om weer een vernieuwingsronde.
‘We hebben de laatste jaren een verjongingsslag gemaakt en de oudere collega’s zijn allemaal met de digitalisering van de bibliotheek in aanraking gekomen. Als voorbeeld noem ik iemand die tien jaar ouder is dan ik, maar die kinderen wel vertrouwd maakt met digitale media. Het gaat erom dat je niet stilstaat, dat je je belangstelling behoudt. Als je in deze instelling werkt kan het niet zo zijn dat je zegt: het zal mijn tijd wel duren, al die nieuwigheden laat ik lekker aan me voorbijgaan. Dan kun je beter een andere baan zoeken.’
Foto: Christoph Keller
Niet lang nadat u de leiding van de bibliotheek overnam, kon u de deuren alweer sluiten vanwege de coronapandemie. Heeft dat een impuls gegeven aan uw digitale diensten?
‘Absoluut. We hadden al een e-learning cursus voor medewerkers waarin alle digitale diensten van de bibliotheek centraal staan. Daar hadden reeds een kleine tachtig personen aan deelgenomen, die zich hebben bekwaamd in ons aanbod van databanken, e-books, e-audio’s, et cetera. Tijdens de lockdown heeft ook de rest van het personeel deze cursus gevolgd. Als management hebben we in die periode gezegd: jullie gaan niet thuiszitten en niks doen. We gaan niet duimen draaien. Wie salaris krijgt, krijgt ook huiswerk mee.’
De aandacht van Bibliotheekblad werd getrokken door de kop boven een artikel in het Hamburgse Abendblatt, die luidde: ‘Na de Elbphilharmonie (de beroemde nieuwe concertzaal, red.) krijgt Hamburg nu ook een bibliotheek-Elphi’.
Dat klinkt veelbelovend. Wat houdt dit project precies is?
‘Het idee is dat zowel onze hoofdvestiging aan de Hühnerposten 1 in Hamburg als de plaatselijke hogeschool behoefte hebben aan meer ruimte voor digitale ontplooiing. De bedoeling is dat we samen tot nieuwe huisvesting komen en dat we door die krachtenbundeling meerwaarde creëren. Beide instellingen zijn wijdvertakt in de stad. Gemeenschappelijk doel is dat we ons publiek op speelse wijze vertrouwd maken met digitale ontwikkelingen, waarbij we allebei kunnen kiezen voor verschillende methodes.
De gekozen werktitel van dit project, Haus der digitalen Welt, suggereert wellicht dat we afscheid nemen van onze traditionele media, maar dat is niet zo. We streven naar een prachtig gebouw met een veelzijdig aanbod en een gastvrij karakter, en als je weer naar huis gaat, heb je op digitaal gebied meer geleerd dan je van tevoren voor mogelijk hield.’
Het plan getuigt van weinig bescheiden ambities: ‘Een plek die uniek is in Duitsland, waar digitalisering kan worden ervaren en geleerd?’ en: ‘Wij willen binnen tien jaar de digitaliseringshoofdstad van Duitsland zijn’. Grote woorden. Hoe denkt u die waar te maken?
‘Dat zie ik niet als opgave voor de bibliotheek en de volkshogeschool alleen, maar als taak voor de hele stad. Hamburg is voor de zoveelste keer op de eerste plaats gekomen bij een verkiezing van smart cities. Er heerst hier een cultuur om samen met bedrijven en andere partners innovatie van de grond te trekken. Firma’s die in Hamburg hun thuisbasis hebben, stimuleren vernieuwing in brede zin, en wij willen daar ons steentje aan bijdragen.’
Is er al een locatie gekozen voor dat Haus der Digitalen Welt?
‘Nee, daar is nog geen beslissing over genomen, maar het zal sowieso een goed bereikbare plek in de binnenstad zijn. Alles wat we nu aanbieden, moet ook daar te vinden zijn. En op digitaal gebied uiteraard nog veel meer dan dat. Zowel de bibliotheek als de volkshogeschool behoudt bij de overgang haar zelfstandigheid. Zelfs al zouden we dat anders willen, het kan niet eens, want de volkshogeschool is een Landesbetrieb, en wij zijn een privaatrechtelijke stichting, iets wat in Duitsland uitzonderlijk is voor een bibliotheek.’
Geeft die organisatievorm u meer handelingsvrijheid?
‘Ja. We kunnen sneller beslissen. We krijgen van overheidswege een vast bedrag en bepalen met het stichtingsbestuur wat we daarmee doen, ook in commerciële aangelegenheden.’
Foto: Körber-Stiftung/Nicole Keller
Frauke Untiedt, Leiterin van de Öffentlichen Bücherhallen Hamburg.
Foto: Von UweRohwedder - Eigenes Werk, CC BY-SA 4.0
De centrale bibliotheek in het voormalige spoorwegpostkantoor aan de Hühnerposten. (Foto uit 2014).
Bibliotheekblad 2 Februari 2023
Laat de naam Hamburg vallen, en voetballiefhebbers beginnen al snel over de memorabele 21ste juni van 1988, de dag dat Marco van Basten in het noorden van Duitsland op aangeven van Jan Wouters het WK-trauma van 1974 de geschiedenisboeken in schoot. ‘Het Volksparkstadion is van ons’, jubelde tv-verslaggever Evert ten Napel bij het zien van de hossende Oranjesupporters die de overwinning op de Mannschaft vierden alsof we eindelijk bevrijd waren van een loden oorlogslast. Intussen is er veel water door de Elbe gestroomd. Het Volksparkstadion in het stadsdeel Altona is onherkenbaar getransformeerd in een hypermoderne voetbaltempel, Duitslands tweede stad werd verrijkt met ’s werelds mooiste concertzaal, de Elbphilharmonie. Hamburg geldt als nóg begeerlijker toeristenbestemming dan Berlijn, en Duitsland als geheel is al jaren de stuwende motor van een verenigd Europa.
Twee miljoen inwoners
Bijna twee miljoen inwoners telt Hanzestad Hamburg, de voorsteden niet meegerekend. Deze belangrijkste havenstad van Duitsland werd lange tijd voornamelijk geassocieerd met de beruchte Reeperbahn, waar woeste zeebonken hun opgekropte lusten botvierden op gewillige dames van losse zeden. Tegenwoordig geniet de metropool een heel wat positievere reputatie, dankzij de metamorfose van een grauwe agglomeratie in een bruisende city met vele aantrekkelijke gezichten. Trendy publiek weet het Schanzenviertel, dé uitgaanswijk, te vinden. In Speicherstadt zijn de pakhuizen van weleer omgetoverd in dure appartementencomplexen. En Hamburg ontwikkelt zich, niet te vergeten, in hoog tempo tot digitale hoofdstad van Duitsland. Iets waar de bibliotheek gretig op inspeelt.
Frauke Untiedt, Leiterin van de Öffentlichen Bücherhallen Hamburg: ‘Het is op dit moment razend druk bij ons door alle activiteiten die er in de bibliotheek plaatsvinden. Het lijkt wel alsof de mensen willen inhalen wat er tijdens de lockdown niet in zat. We hebben zelfs al een paar keer “nee” moeten verkopen, omdat we gewoonweg vol zitten. Maar u hoort mij niet klagen, want dat is tenslotte wat je als bibliotheek graag wilt zijn: hotspot in het stedelijk weefsel.
Zoals u wellicht weet, mogen bibliotheken in Duitsland op zondag niet open zijn. Naar het voorbeeld van de Zentral- und Landesbibliothek Berlin zijn wij sinds een jaar wel open, niet als bibliotheek, maar als activiteitenlocatie. Op die activiteiten, begeleid door vrijwilligers, kwamen de afgelopen twaalf maanden ruim 60.000 bezoekers af. Inclusief gezinnen die ’s winters graag ergens onderdak vinden zonder dat ze meteen de knip moeten trekken.’
U geeft sinds september 2019 leiding aan de bibliotheek, maar trad in 2007 in een andere functie al in dienst. Wat is de grootste verandering in die zestien jaar geweest?
‘We hebben geleerd dat we er niet in de eerste plaats voor boeken zijn. Toen ik hier kwam te werken, zaten we net in de omslag van handmatige uitleen en inname naar automatisering van het proces. Zodoende kwam er tijd vrij om onze medewerkers bij andersoortige werkzaamheden in te zetten. Weliswaar hebben we in die tijd ook afscheid genomen van een aantal collega’s die door de omslag boventallig waren geworden, maar zij die bleven werden geschoold in nieuwe vormen van dienstverlening. Sindsdien worden al onze informatiemedewerkers elk jaar opnieuw (bij)geschoold, waarbij de laatste jaren de nadruk ligt op hun inzet bij activiteiten. Inmiddels zijn we ons er zeer van bewust dat de bibliotheek uit drie zuilen bestaat: boeken, gebouw en de activiteiten in dat gebouw. Deze drie elementen schragen de bibliotheek.’
Hamburg wil de digitale hoofdstad van Duitsland worden. Belangrijk onderdeel van dat plan is het Haus der Digitalen Welt, met de bibliotheek en volkshogeschool als hoofdbewoners. Hoe reëel is deze 120 miljoen euro kostende ambitie? Bibliotheekmanager Frauke Untiedt schetst de stand van zaken.
Bücherhallen: digitale hotspot
Hamburger Öffentlichen
Een kijkje bij onze oosterburen (deel VII*)
TEKST: EIMER WIELDRAAIJER
FOTO’S: ZIE CREDITS LANGS ZIJKANT
DUITSLAND