Foto: Mylene Siegers


De digitale publicatie Ontdekken zonder te verdwalen beschrijft hoe de themaroute van de jeugdafdeling van DOK, tot stand is gekomen.
Downloaden kan 
hier.


DOK wereld, de jeugdafdeling, heeft al sinds 2018 een themaroute. Daar staan de boeken niet meer op alfabetische volgorde, maar vind je alle boeken (fictie en non-fictie) over een bepaald onderwerp bij elkaar. Tineke is de initiatiefneemster van de DOK themaroute.

DIRECTIEWISSELING / PENSIONERING

TEKST: ANNE VAN DEN DOOL  •  FOTO’S: ZIE CREDITS LANGS ZIJKANT

Foto: Marjolein Jense


Tineke Kistemaker tijdens haar afscheid op de foto met Eppo van Nispen tot Sevenaer, voormalig directeur DOK Delft (2005 -2010) en nu directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

‘Inspirerend, liefde, warmte, samenwerking, kennis, passie en drive’

Tineke Kistemaker

neemt na 37  jaar afscheid

Na 37 jaar neemt Tineke Kistemaker afscheid van de bibliotheeksector. In die krappe vier decennia tilde ze het jeugdbibliotheekwerk in Delft naar een hoger plan. Daarmee gaf ze ook het voorbeeld voor bibliotheken in de rest van het land. Samen met Bibliotheekblad blikt ze terug op haar carrière.

Niet op alfabet
Het was een van Kistemakers laatste grote projecten: het opnieuw vormgeven van de jeugdafdeling van DOK. Onder begeleiding gingen ze met kinderen in gesprek over hun ultieme beeld van de jeugdafdeling van de bibliotheek. ‘Boeken indelen op alfabet bleek voor hen helemaal niet logisch’, aldus Kistemaker. ‘Dat was echt een eyeopener. In plaats daarvan deelden we de boeken in op thema’s, met routes om ze te verbinden.’
Kistemaker vond het spannend om het project aan te gaan, maar ze kreeg alle support van de directeur. ‘Wat is het ergste dat er kan gebeuren, vroeg ze. Dat we een weekend alle boeken weer de oude stickers moeten teruggeven als het niet blijkt te werken, zei ik. Toen kreeg ik groen licht.’
Het project getuigt van hetzelfde lef dat Kistemaker ook tijdens haar afscheid werd toegedicht. ‘Wat kan er misgaan, was vaak mijn motto. Die mentaliteit komt vanuit de gedachte dat het altijd beter kan. Daar heb je eigenwijsheid voor nodig.’
Terwijl Kistemaker om zich heen kijkt naar de themakasten van de jeugdafdeling, realiseert ze zich ook dat het soms best een strijd geweest is. ‘Het ging lang niet altijd zonder slag of stoot. Ook tijdens de verbouwing van dit pand een paar jaar geleden hebben we moeten vechten om de kasten op hun plek te houden. Ik ben trots dat hier, anders dan in andere bibliotheken, de boeken niet aan de kant zijn gegaan. De collectie staat hier nog steeds centraal.’
Tijdens het proces rondom de jeugdcollecties zag ze hoe breed het project gedragen werd. ‘Ik heb de aftrap gedaan, maar uiteindelijk moet iedereen achter de werkwijze staan. De nieuwe werkwijze is tijdrovender dan boeken op alfabet zetten, dus het is belangrijk dat iedereen zich eigenaar voelt.’
Kistemaker heeft er alle vertrouwen in dat dat in de toekomst zo blijft. ‘Mijn allerlaatste project was om de non-fictieafdeling voor volwassenen ook op subthema in een route te plaatsen. De indeling op alfabetische volgorde sluit aan bij de gedachte dat bibliotheekbezoekers weten welk boek ze willen, terwijl blijkt dat maar vijftien procent op die manier door de bieb loopt. Met deze nieuwe indeling komen ook volwassenen sneller in aanraking met boeken die aansluiten bij hun interesses.’

Niet schreeuwen
De komende tijd gaan Kistemakers collega’s aan de slag het project nog verder te brengen. ‘Ze gaan ook aan de slag met de digitale component, onder meer in de vorm van podcasts voor kinderen. Ook hierbij zijn zij als doelgroep betrokken. Wauw, jullie doen echt wat wij willen, riep een van de kinderen verbaasd toen we met de jeugdafdeling bezig waren. Dat maakte me blij en tegelijkertijd verdrietig: dat betekent dat dat normaal gesproken niet of nauwelijks gebeurt.’
De ambitie die Kistemaker tijdens haar hele carrière gevoeld heeft, ziet ze bij andere bibliotheken niet altijd terug. ‘Wij schreeuwen niet, zeg ik altijd: we verenigen ons niet, we gaan niet de straat op. Dat zou meer mogen gebeuren.’
Kistemaker weet nog niet precies hoe ze haar pensioen precies gaat invullen. Eén ding is zeker: ze is niet in de wieg gelegd voor stilzitten. ‘Ik blijf in elk geval betrokken bij de doorontwikkeling van de themaroutes. Ik ben de sector zeker nog niet uit. Ik hoop her en der nog wat vlammetjes te kunnen aansteken door mensen te laten nadenken over hoe ze de dingen doen. We mogen geen gewoontedieren worden: we moeten de dingen niet zo doen omdat we ze al honderd jaar zo doen, maar omdat we de doelgroep er het beste mee helpen.’
Kistemaker is niet bang voor de toekomst van de bibliotheek. ‘We zullen niet zo snel verdwijnen: we hebben volop bestaansrecht. Wel ben ik bang dat mensen op een gegeven moment niet goed genoeg opgeleid meer zijn om de bibliotheek goed te kunnen bestieren. Gelukkig zijn er allerlei nieuwe initiatieven waarmee in die kennis wordt geïnvesteerd. Het bibliotheekwerk is echt een vak, dat je met passie moet uitvoeren. Alleen dan zijn we geloofwaardig.’

Alle ruimte
Kistemaker kreeg in Voorhof alle ruimte om de kinderen uit de omgeving zo goed mogelijk te helpen. ‘Ik mocht activiteiten organiseren, bouwde relaties op met scholen in de omgeving en zocht de samenwerking op met de moskee. In die tijd was het bijzonder dat de bibliotheek zo’n rol pakte. We werden zelfs onderdeel van de onderwijsachterstandsgroep, waarin behalve scholen ook de gemeente plaatsnam. In dat gremium heb ik altijd geprobeerd een zo neutraal mogelijke rol te vervullen, als oplosser van de problemen die zij ons voorlegden.’
In Voorhof zette Kistemaker tal van projecten op die later een landelijk vervolg zouden krijgen. ‘We organiseerden huiswerkbegeleiding en gingen als eersten in Nederland een samenwerking aan met de VoorleesExpress, waarbij een vrijwilliger een halfjaar lang bij een gezin thuis komt om voor te lezen en het voorleesritueel een plek te geven in de dagelijkse praktijk. Dat was heus niet meteen een succes: ik zag veel mogelijkheden tot verbetering. Daarom creëerden we ons eigen product: Taalvisite. We ontwikkelden ook meteen een startpakket voor bibliotheken, zodat de hele branche ermee aan de slag kon.’
Die werkwijze is typerend voor Kistemaker: niet bang om de dingen anders te doen. Het geldt ook voor het programma de Bibliotheek op school. Ook daaraan gaf Kistemaker haar eigen draai, waaruit de Delftse Vindplaatsen ontstonden.
‘In het hele land zagen we toen dat bibliotheken in ruil voor de opening van Bibliotheken op school hun vestigingen moesten sluiten’, blikt Kistemaker terug. ‘In die schoolbibliotheken kwamen boeken terecht die eerst in de reguliere vestigingen stonden. Zo wilden wij het niet doen: alleen een aantrekkelijke collectie, met boeken die aansluiten bij de interessegebieden en het taalniveau van de leerlingen, stimuleert tot lezen. Dat vraagt wel om een investering van de school: zo’n schoolbibliotheek kost algauw tienduizenden euro’s.’

Zelfsturende teams
Met al die ambitie speelde ze zichzelf in de kijker voor de rol van teamleider Jeugd en Educatie voor heel DOK. ‘We creëerden een educatieteam dat nauw met elkaar samenwerkte’, vertelt Kistemaker. ‘We bekeken activiteiten en collectie in samenhang met elkaar. Ook konden we daardoor de lessen uit de Voorhofvestiging meenemen naar de centrale vestiging in de binnenstad. Daar richtten we ons eerst vooral op hoogopgeleide ouders, terwijl je in en rond het centrum gezinnen met soortgelijke uitdagingen als in Voorhof vindt.’
Terwijl Kistemaker steeds meer een leidinggevende rol kreeg, begon de organisatie juist te werken met zelfsturende teams. ‘Daar ben ik altijd enorm voor geweest. Op die manier kwam er nog meer ruimte voor persoonlijke en professionele ontwikkeling. Iedere DOK-medewerker heeft zijn eigen coach, zeiden we wel eens gekscherend. Alleen maar goed: zo maak je optimaal gebruik van alle talenten in een team. Door vanuit verschillende achtergronden naar je producten te kijken, kan de kwaliteit alleen maar verbeteren. Je begrijpt de bezoeker beter. En je voelt meer eigenaarschap van je werk, waardoor je er meer plezier in krijgt.’
De beweging richting zelfsturende teams gaf Kistemaker de mogelijkheid om zelf een meer overstijgende rol te pakken. ‘Ik heb nooit een bepaalde positie in de organisatie willen bereiken. Wel heb ik altijd vanuit de inhoud aan tafel willen zitten. Dat ik dat als adjunct-directeur uiteindelijk zelfs op directieniveau heb kunnen doen, heeft me goed gedaan. Daar kon ik pleiten voor meer geld voor collecties en scholing. En ik kon er mijn ideeën neerleggen voor de themacollecties.’

Het is winters koud wanneer we Tineke Kistemaker treffen in de centrumvestiging van DOK Delft. Het café zit vol, dus nestelen we ons op de jeugdafdeling. Een passende plek: hier dartelen de kinderen rond die Kistemaker in de 37 jaar dat ze bij DOK werkte zo veel mogelijk probeerde te stimuleren tot lezen.
In december 2022 nam Kistemaker afscheid. Het moest een avond met dj en dans zijn, had ze van tevoren aangegeven aan collega’s. Die avond kwam er, maar niet voordat ze uitgebreid door collega’s en samenwerkingspartners was toegesproken: van DOK’ers uit de uitleen tot ambtenaren, van medewerkers uit het educatieteam tot leden van de onderwijsachterstandsgroep waarvan ze jarenlang onderdeel uitmaakte. Gevraagd naar dat ene woord waarmee ze Kistemaker moesten typeren, noemden ze onder meer inspirerend, liefde, warmte, samenwerking, kennis, passie en drive – een lijst waarvan Kistemaker nog steeds naglundert. Kers op de taart was het speciale lied dat de biebband van DOK voor haar had gemaakt.

Bijna gestopt
Zelf had ze ook werk gemaakt van haar speech. ‘Hoe kun je een periode van 37 jaar samenvatten?’, vraagt Kistemaker zich opnieuw hardop af. ‘Als rode draad in mijn verhaal koos ik voor alle kansen die ik van deze organisatie heb gekregen. Ik heb me hier al die jaren zo goed inhoudelijk en persoonlijk kunnen ontwikkelen. Telkens als ik uitgekeken dreigde te raken op mijn baan, kreeg ik ruimte voor iets nieuws.’
Terugkijkend roemt ze ook haar collega’s. ‘Mensen werken hier vanuit een enorme warmte en betrokkenheid. Er lopen hier veel jonge mensen rond met allerlei verschillende achtergronden. We geven elkaar hier de ruimte en het vertrouwen om vernieuwingen door te voeren. Dat heb ik al die jaren als enorm waardevol ervaren.’
Na al die jaren is het bijna surrealistisch om te bedenken dat Kistemaker na een jaar bijna de bibliotheeksector alweer had verlaten. ‘Ik deed de sociale academie, maar stopte daar – heel onverstandig – vlak voor het einde mee’, blikt Kistemaker terug. ‘Ik had nog geen idee wat ik dan wel wilde doen, en dus ging ik aan de slag bij de bibliotheek als uitleenkracht. Dat beviel zo goed dat ik het liefst wilde blijven, maar dat vond ik gevaarlijk: ik had nog geen diploma op zak.’
Maar dat weggaan ging zomaar niet: Kistemaker werd bij de toenmalige directeur op het matje geroepen. ‘We willen in jou investeren, zei hij. Ik mocht de bibliotheekacademie gaan doen, waar ik me specialiseerde in het jeugdbibliotheekwerk. Daarnaast mocht ik meteen aan de slag in onze vestiging in Voorhof.’
De vestiging lag op tien minuten fietsafstand van haar huis, maar voor haar gevoel trad Kistemaker een andere wereld binnen. ‘Hulp van de bibliotheek was daar enorm welkom’, herinnert Kistemaker zich. ‘Het is een wijk waar veel gezinnen wonen met een taalachterstand. De mensen hebben het niet breed. DOK heeft altijd gratis abonnementen gehad voor de jeugd, in de hoop dat meer kinderen daardoor lid worden. Ik heb altijd gezegd: dat is niet genoeg. Dat abonnementsgeld kunnen ze wel ophoesten – het zijn de boetes waar ze bang voor zijn. En goede begeleiding bij het vinden van het juiste boek, dat hebben ze ook nodig.’

Bibliotheekblad 2 Februari 2023

Niet op alfabet
Het was een van Kistemakers laatste grote projecten: het opnieuw vormgeven van de jeugdafdeling van DOK. Onder begeleiding gingen ze met kinderen in gesprek over hun ultieme beeld van de jeugdafdeling van de bibliotheek. ‘Boeken indelen op alfabet bleek voor hen helemaal niet logisch’, aldus Kistemaker. ‘Dat was echt een eyeopener. In plaats daarvan deelden we de boeken in op thema’s, met routes om ze te verbinden.’
Kistemaker vond het spannend om het project aan te gaan, maar ze kreeg alle support van de directeur. ‘Wat is het ergste dat er kan gebeuren, vroeg ze. Dat we een weekend alle boeken weer de oude stickers moeten teruggeven als het niet blijkt te werken, zei ik. Toen kreeg ik groen licht.’
Het project getuigt van hetzelfde lef dat Kistemaker ook tijdens haar afscheid werd toegedicht. ‘Wat kan er misgaan, was vaak mijn motto. Die mentaliteit komt vanuit de gedachte dat het altijd beter kan. Daar heb je eigenwijsheid voor nodig.’
Terwijl Kistemaker om zich heen kijkt naar de themakasten van de jeugdafdeling, realiseert ze zich ook dat het soms best een strijd geweest is. ‘Het ging lang niet altijd zonder slag of stoot. Ook tijdens de verbouwing van dit pand een paar jaar geleden hebben we moeten vechten om de kasten op hun plek te houden. Ik ben trots dat hier, anders dan in andere bibliotheken, de boeken niet aan de kant zijn gegaan. De collectie staat hier nog steeds centraal.’
Tijdens het proces rondom de jeugdcollecties zag ze hoe breed het project gedragen werd. ‘Ik heb de aftrap gedaan, maar uiteindelijk moet iedereen achter de werkwijze staan. De nieuwe werkwijze is tijdrovender dan boeken op alfabet zetten, dus het is belangrijk dat iedereen zich eigenaar voelt.’
Kistemaker heeft er alle vertrouwen in dat dat in de toekomst zo blijft. ‘Mijn allerlaatste project was om de non-fictieafdeling voor volwassenen ook op subthema in een route te plaatsen. De indeling op alfabetische volgorde sluit aan bij de gedachte dat bibliotheekbezoekers weten welk boek ze willen, terwijl blijkt dat maar vijftien procent op die manier door de bieb loopt. Met deze nieuwe indeling komen ook volwassenen sneller in aanraking met boeken die aansluiten bij hun interesses.’

Niet schreeuwen
De komende tijd gaan Kistemakers collega’s aan de slag het project nog verder te brengen. ‘Ze gaan ook aan de slag met de digitale component, onder meer in de vorm van podcasts voor kinderen. Ook hierbij zijn zij als doelgroep betrokken. Wauw, jullie doen echt wat wij willen, riep een van de kinderen verbaasd toen we met de jeugdafdeling bezig waren. Dat maakte me blij en tegelijkertijd verdrietig: dat betekent dat dat normaal gesproken niet of nauwelijks gebeurt.’
De ambitie die Kistemaker tijdens haar hele carrière gevoeld heeft, ziet ze bij andere bibliotheken niet altijd terug. ‘Wij schreeuwen niet, zeg ik altijd: we verenigen ons niet, we gaan niet de straat op. Dat zou meer mogen gebeuren.’
Kistemaker weet nog niet precies hoe ze haar pensioen precies gaat invullen. Eén ding is zeker: ze is niet in de wieg gelegd voor stilzitten. ‘Ik blijf in elk geval betrokken bij de doorontwikkeling van de themaroutes. Ik ben de sector zeker nog niet uit. Ik hoop her en der nog wat vlammetjes te kunnen aansteken door mensen te laten nadenken over hoe ze de dingen doen. We mogen geen gewoontedieren worden: we moeten de dingen niet zo doen omdat we ze al honderd jaar zo doen, maar omdat we de doelgroep er het beste mee helpen.’
Kistemaker is niet bang voor de toekomst van de bibliotheek. ‘We zullen niet zo snel verdwijnen: we hebben volop bestaansrecht. Wel ben ik bang dat mensen op een gegeven moment niet goed genoeg opgeleid meer zijn om de bibliotheek goed te kunnen bestieren. Gelukkig zijn er allerlei nieuwe initiatieven waarmee in die kennis wordt geïnvesteerd. Het bibliotheekwerk is echt een vak, dat je met passie moet uitvoeren. Alleen dan zijn we geloofwaardig.’


De digitale publicatie Ontdekken zonder te verdwalen beschrijft hoe de themaroute van de jeugdafdeling van DOK, tot stand is gekomen.
Downloaden kan 
hier.

Alle ruimte
Kistemaker kreeg in Voorhof alle ruimte om de kinderen uit de omgeving zo goed mogelijk te helpen. ‘Ik mocht activiteiten organiseren, bouwde relaties op met scholen in de omgeving en zocht de samenwerking op met de moskee. In die tijd was het bijzonder dat de bibliotheek zo’n rol pakte. We werden zelfs onderdeel van de onderwijsachterstandsgroep, waarin behalve scholen ook de gemeente plaatsnam. In dat gremium heb ik altijd geprobeerd een zo neutraal mogelijke rol te vervullen, als oplosser van de problemen die zij ons voorlegden.’
In Voorhof zette Kistemaker tal van projecten op die later een landelijk vervolg zouden krijgen. ‘We organiseerden huiswerkbegeleiding en gingen als eersten in Nederland een samenwerking aan met de VoorleesExpress, waarbij een vrijwilliger een halfjaar lang bij een gezin thuis komt om voor te lezen en het voorleesritueel een plek te geven in de dagelijkse praktijk. Dat was heus niet meteen een succes: ik zag veel mogelijkheden tot verbetering. Daarom creëerden we ons eigen product: Taalvisite. We ontwikkelden ook meteen een startpakket voor bibliotheken, zodat de hele branche ermee aan de slag kon.’
Die werkwijze is typerend voor Kistemaker: niet bang om de dingen anders te doen. Het geldt ook voor het programma de Bibliotheek op school. Ook daaraan gaf Kistemaker haar eigen draai, waaruit de Delftse Vindplaatsen ontstonden.
‘In het hele land zagen we toen dat bibliotheken in ruil voor de opening van Bibliotheken op school hun vestigingen moesten sluiten’, blikt Kistemaker terug. ‘In die schoolbibliotheken kwamen boeken terecht die eerst in de reguliere vestigingen stonden. Zo wilden wij het niet doen: alleen een aantrekkelijke collectie, met boeken die aansluiten bij de interessegebieden en het taalniveau van de leerlingen, stimuleert tot lezen. Dat vraagt wel om een investering van de school: zo’n schoolbibliotheek kost algauw tienduizenden euro’s.’

Zelfsturende teams
Met al die ambitie speelde ze zichzelf in de kijker voor de rol van teamleider Jeugd en Educatie voor heel DOK. ‘We creëerden een educatieteam dat nauw met elkaar samenwerkte’, vertelt Kistemaker. ‘We bekeken activiteiten en collectie in samenhang met elkaar. Ook konden we daardoor de lessen uit de Voorhofvestiging meenemen naar de centrale vestiging in de binnenstad. Daar richtten we ons eerst vooral op hoogopgeleide ouders, terwijl je in en rond het centrum gezinnen met soortgelijke uitdagingen als in Voorhof vindt.’
Terwijl Kistemaker steeds meer een leidinggevende rol kreeg, begon de organisatie juist te werken met zelfsturende teams. ‘Daar ben ik altijd enorm voor geweest. Op die manier kwam er nog meer ruimte voor persoonlijke en professionele ontwikkeling. Iedere DOK-medewerker heeft zijn eigen coach, zeiden we wel eens gekscherend. Alleen maar goed: zo maak je optimaal gebruik van alle talenten in een team. Door vanuit verschillende achtergronden naar je producten te kijken, kan de kwaliteit alleen maar verbeteren. Je begrijpt de bezoeker beter. En je voelt meer eigenaarschap van je werk, waardoor je er meer plezier in krijgt.’
De beweging richting zelfsturende teams gaf Kistemaker de mogelijkheid om zelf een meer overstijgende rol te pakken. ‘Ik heb nooit een bepaalde positie in de organisatie willen bereiken. Wel heb ik altijd vanuit de inhoud aan tafel willen zitten. Dat ik dat als adjunct-directeur uiteindelijk zelfs op directieniveau heb kunnen doen, heeft me goed gedaan. Daar kon ik pleiten voor meer geld voor collecties en scholing. En ik kon er mijn ideeën neerleggen voor de themacollecties.’

Foto: Roelie ‘t Jong


DOK wereld, de jeugdafdeling, heeft al sinds 2018 een themaroute. Daar staan de boeken niet meer op alfabetische volgorde, maar vind je alle boeken (fictie en non-fictie) over een bepaald onderwerp bij elkaar. Tineke is de initiatiefneemster van de DOK themaroute.

Foto: Remie Fotografie

Bibliotheekblad 2 Februari 2023

Foto: Remie Fotografie


Tineke Kistemaker tijdens haar afscheid op de foto met Eppo van Nispen tot Sevenaer, voormalig directeur DOK Delft (2005 -2010) en nu directeur van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

‘Inspirerend, liefde, warmte, samenwerking, kennis, passie en drive’

neemt na 37  jaar afscheid

Tineke Kistemaker

Na 37 jaar neemt Tineke Kistemaker afscheid van de bibliotheeksector. In die krappe vier decennia tilde ze het jeugdbibliotheekwerk in Delft naar een hoger plan. Daarmee gaf ze ook het voorbeeld voor bibliotheken in de rest van het land. Samen met Bibliotheekblad blikt ze terug op haar carrière.

Het is winters koud wanneer we Tineke Kistemaker treffen in de centrumvestiging van DOK Delft. Het café zit vol, dus nestelen we ons op de jeugdafdeling. Een passende plek: hier dartelen de kinderen rond die Kistemaker in de 37 jaar dat ze bij DOK werkte zo veel mogelijk probeerde te stimuleren tot lezen.
In december 2022 nam Kistemaker afscheid. Het moest een avond met dj en dans zijn, had ze van tevoren aangegeven aan collega’s. Die avond kwam er, maar niet voordat ze uitgebreid door collega’s en samenwerkingspartners was toegesproken: van DOK’ers uit de uitleen tot ambtenaren, van medewerkers uit het educatieteam tot leden van de onderwijsachterstandsgroep waarvan ze jarenlang onderdeel uitmaakte. Gevraagd naar dat ene woord waarmee ze Kistemaker moesten typeren, noemden ze onder meer inspirerend, liefde, warmte, samenwerking, kennis, passie en drive – een lijst waarvan Kistemaker nog steeds naglundert. Kers op de taart was het speciale lied dat de biebband van DOK voor haar had gemaakt.

Bijna gestopt
Zelf had ze ook werk gemaakt van haar speech. ‘Hoe kun je een periode van 37 jaar samenvatten?’, vraagt Kistemaker zich opnieuw hardop af. ‘Als rode draad in mijn verhaal koos ik voor alle kansen die ik van deze organisatie heb gekregen. Ik heb me hier al die jaren zo goed inhoudelijk en persoonlijk kunnen ontwikkelen. Telkens als ik uitgekeken dreigde te raken op mijn baan, kreeg ik ruimte voor iets nieuws.’
Terugkijkend roemt ze ook haar collega’s. ‘Mensen werken hier vanuit een enorme warmte en betrokkenheid. Er lopen hier veel jonge mensen rond met allerlei verschillende achtergronden. We geven elkaar hier de ruimte en het vertrouwen om vernieuwingen door te voeren. Dat heb ik al die jaren als enorm waardevol ervaren.’
Na al die jaren is het bijna surrealistisch om te bedenken dat Kistemaker na een jaar bijna de bibliotheeksector alweer had verlaten. ‘Ik deed de sociale academie, maar stopte daar – heel onverstandig – vlak voor het einde mee’, blikt Kistemaker terug. ‘Ik had nog geen idee wat ik dan wel wilde doen, en dus ging ik aan de slag bij de bibliotheek als uitleenkracht. Dat beviel zo goed dat ik het liefst wilde blijven, maar dat vond ik gevaarlijk: ik had nog geen diploma op zak.’
Maar dat weggaan ging zomaar niet: Kistemaker werd bij de toenmalige directeur op het matje geroepen. ‘We willen in jou investeren, zei hij. Ik mocht de bibliotheekacademie gaan doen, waar ik me specialiseerde in het jeugdbibliotheekwerk. Daarnaast mocht ik meteen aan de slag in onze vestiging in Voorhof.’
De vestiging lag op tien minuten fietsafstand van haar huis, maar voor haar gevoel trad Kistemaker een andere wereld binnen. ‘Hulp van de bibliotheek was daar enorm welkom’, herinnert Kistemaker zich. ‘Het is een wijk waar veel gezinnen wonen met een taalachterstand. De mensen hebben het niet breed. DOK heeft altijd gratis abonnementen gehad voor de jeugd, in de hoop dat meer kinderen daardoor lid worden. Ik heb altijd gezegd: dat is niet genoeg. Dat abonnementsgeld kunnen ze wel ophoesten – het zijn de boetes waar ze bang voor zijn. En goede begeleiding bij het vinden van het juiste boek, dat hebben ze ook nodig.’

TEKST: ANNE VAN DEN DOOL
FOTO’S: ZIE CREDITS LANGS ZIJKANT

DIRECTIEWISSELING / PENSIONERING