Foto: Stichting Lezen
Kort na de opening in 2019 interviewde Omroep Brabant verschillende bezoekers over hun eerste indruk.
Angélique de Kort (manager LocHal) en Peter kok (directeur-bestuurder Bibliotheek Midden-Brabant).
De LocHal bestaat vijf jaar
In het weekend van 19 en 20 januari 2024 vierde de LocHal haar vijfjarig bestaan. Vanaf de start in 2019 was de impact van de centrale vestiging van de Bibliotheek Midden-Brabant groot. De nieuwe bibliotheek werd direct omarmd door de inwoners van Tilburg, het gebouw viel de ene na de andere prijs ten deel en collega’s uit binnen- en buitenland reisden massaal af naar de textielstad. Hoe voorkom je dat je dan in slaap dommelt, is de vraag die we voorleggen aan Peter kok (directeur-bestuurder Bibliotheek Midden-Brabant) en Angélique de Kort (manager LocHal, Bibliotheek Midden-Brabant).
‘We willen de sleutels van de LocHal aan de stad geven’
Multi Functionele Organisaties (MFO’s)
Tekst en foto’s: Eimer Wieldraaijer
Video: Omroep Brabant
Peter: ‘Onze organisatie is sterk gegroeid in functies en medewerkers, maar de ondersteuning hebben we onvoldoende mee laten groeien. In dat opzicht krijgen we het deksel op de neus. De HR-afdeling en de financiële afdeling zijn onvoldoende bezet als je kijkt naar de groei die we hebben doorgemaakt. Bij elke extra euro stonden we voor de vraag: kiezen we voor een HR-adviseur of een leesmediaconsulent? Het antwoord was dan: doe maar een leesmediaconsulent. Alle extra middelen gingen naar het primaire proces.’
Angélique: ‘Tegelijkertijd zijn we een warme en maatschappelijk betrokken organisatie. Heel ambitieus, heel enthousiast, en met een MT dat ondanks de beperking die Peter aanstipte in de overdrive zit. Wij vinden het belangrijk dat we bij allerlei ontwikkelingen vooroplopen. Daarom bieden we de medewerkers die zich willen ontwikkelen heel veel mogelijkheden.’
Peter: ‘Na de reorganisatie in 2013 hebben we veel mensen aangenomen die geen bibliotheekachtergrond hadden. Vooral hoogopgeleide mensen die het belangrijk vinden om maatschappelijk betrokken werk te doen. Wat ze niet belangrijk vinden is veel geld verdienen, want dat doe je niet in de bibliotheek. Ideële, gemotiveerde mensen die keihard werken en daardoor iets vaker overspannen raken dan de gemiddelde medewerker.’
Angélique: ‘Deze sector en deze organisatie zijn de afgelopen jaren heel sterk veranderd. Waar we vaak tegenaan lopen, zijn sollicitanten die op zoek zijn naar een rustig baantje. Nou, dat vinden ze echt niet hier, dan zijn ze werkelijk aan het verkeerde adres.’
Jullie werken met vijf speerpunten …
Peter: ‘Vijf speerpunten staan centraal in ons jaarplan 2024. We stimuleren inwoners om te lezen, en dragen zo bij aan leesplezier en geletterdheid. We maken mensen wegwijs in de digitale wereld, hetgeen zorgt voor digitale inclusie en digitaal burgerschap. We sporen burgers aan zich te blijven ontwikkelen en brengen hen in aanraking met nieuwe kennis. We activeren inwoners om bij te dragen aan de samenleving, wat goed is voor de gemeenschapszin en sociale innovatie. Om dat alles te verwezenlijken is impactgericht werken noodzakelijk. Behalve dat we in de prestatieafspraken met de gemeente aangeven wat we exact doen – hoeveel activiteiten we organiseren, hoeveel leden we hebben, hoeveel uitleningen we noteren – geven we in jaarverslagen aan wat we bereiken via story telling en dergelijke. We geven info over de dingen die we doen om bij te dragen aan maatschappelijke doelstellingen. Niet enkel op cultuurgebied, maar op allerlei terreinen. De Bibliotheek Midden-Brabant is actief in zes gemeenten, en impactgericht werken betekent onder meer dat we per gemeente duidelijkheid verschaffen aan de wethouders van cultuur, onderwijs en welzijn over wat we als bibliotheek doen om de doelstellingen van het coalitieakkoord te verwezenlijken. Wij tonen aan hoe we dat doen. Daarnaast maken we werk van ons voornemen om bepaalde klantengroepen anders aan ons te binden dan via het lidmaatschap. Zo hebben we in anderhalf jaar tijd in zeven van onze vijftien vestigingen 19.000 geregistreerde bibliotheekgebruikers ingeschreven die geen lid zijn maar wel naar de bieb komen om er te werken, te studeren, een krant te lezen, een activiteit bij te wonen of iets anders.’
Wat is het vijfde speerpunt?
Peter: ‘Dat betreft onze financiële strategie. Toekomstbestendige financiering, om te voorkomen dat we qua inkomsten te volatiel zijn. In 2010 kregen we in het kader van de aangekondigde bezuinigingen van een van de fracties in Tilburg te horen: over tien jaar bestaan jullie toch niet meer, dus waarom zouden we überhaupt nog investeren in de bibliotheek? Dat geluid is inmiddels gelukkig volledig verstomd, maar van een stabiele financiering is nog steeds geen sprake. Sterker: die is instabieler geworden omdat we steeds meer op basis van projectfinanciering werken. Dat zorgt echt voor hoofdbrekens. Aan ons de taak om nog duidelijker te maken dat men niet meer om deze instelling heen kan.’
Hoe geef je handen en voeten aan digitale inclusie en digitaal burgerschap?
Peter: ‘Dat doen we onder andere door het opzetten van een Informatieplein 2.0.’
Angélique: ‘Dat plein moet op termijn vijf dagen in de week operationeel zijn in de LocHal.’
Peter: ‘Iedereen denkt dat het vooral 65-plussers zijn die bij het IDO aankloppen met vragen, maar je moest eens weten hoeveel studenten met vragen worstelen. Jongeren die net achttien zijn geworden en geen idee hebben waar ze allemaal recht op hebben.’
Angélique: ‘Niet onvermeld mag blijven dat we op vijf plekken in ons werkgebied – waaronder bejaardenhuizen, wijk- en asielzoekerscentra – actief zijn met mobiele IDO’s.’
Peter: ‘In coronatijd mocht ik als fervent supporter weer eens, zij het met een QR-code, naar een voetbalwedstrijd van Willem II. Voor mij in de rij stond een man van 75 te hannesen met zijn mobiele telefoon. Een steward zei: “Meneer, misschien moet u de app even verwijderen, deze opnieuw installeren en uzelf aanmelden met uw DidiD.” Lang verhaal kort: die man heeft heel de wedstrijd niet gezien. Toen ik dat naderhand te horen kreeg, zei ik tegen Angélique: 'De volgende wedstrijd van Willem II staan wij met een mobiel IDO-team bij het stadion. Dan instrueren we alle stewards.' Op diezelfde manier hebben we Oekraïners geholpen bij het aanvragen van een burgerservicenummer of een bankrekening. Zo moeten we inspelen op actuele ontwikkelingen. Daardoor maken we onszelf namelijk onmisbaar.’
Stel dat we dit interview over vijf jaar weer doen: wat kan ik dan verwachten?
Angélique: ‘Dan zie je een drukbezochte jongerenhoek waar volop geprogrammeerd wordt. Vermoedelijk heeft een van de labs die we bespraken dan een andere invulling gekregen.’
Peter: ‘Ik hoop dat we de sleutel van de LocHal dan aan de stad hebben gegeven. Niet letterlijk maar figuurlijk. Daarmee bedoel ik dat de inwoners van deze stad, de community’s, dan leidend zijn in de programmering. Dat we veel initiatieven hebben kunnen loslaten. Zeg maar: wat we nu al met het FoodLab hebben gedaan. Met de sleutel van dit huis in handen komen mensen hier dan samen om te programmeren, om in debat te gaan, om met elkaar nieuwe kennis en verhalen te creëren rondom allerlei actuele thema’s in de stad. Ik hoop dat zij in toenemende mate van ons overnemen wat wij de afgelopen jaren geïnitieerd hebben.’
Vanaf het begin loopt de LocHal als een trein, om er maar een toepasselijke beeldspraak uit te gooien, maar dan slaat de pandemie toe. Wat heeft de lockdown voor jullie betekend?
Angélique: ‘Het heeft er in ieder geval toe geleid dat we als bibliotheeksector sindsdien door de overheid tot de essentiële voorzieningen gerekend worden. De gemeente Tilburg had dat al eerder door, want bij de tweede lockdown liet de gemeente ons direct weten: dien maar een gefundeerde aanvraag in, zodat studenten ondanks alle voorschriften en protocollen toch in de LocHal kunnen blijven studeren. Die is ook toegekend, waarna we platgebeld werden door collega’s in den lande die zeiden: hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen? Gevolg van deze actie: heel veel studenten die voordien niet naar de LocHal kwamen, zijn naderhand blijven komen. Een ander effect: nog meer dan voorheen weet de gemeente ons te vinden als men met een probleem zit op onderwijsgebied of bij digitale dienstverlening.’
Peter: ‘Vergeet niet dat de IDO’s door de coronacrisis ook in een stroomversnelling zijn gekomen. In alle overheidsinformatie meldt de gemeente Tilburg tegenwoordig dat je in een vestiging van de Bibliotheek Midden-Brabant terechtkunt voor hulpvragen op digitaal gebied. Met vermelding van onze vestigingsadressen, onze openingstijden en ons logo. Door het succes van de IDO’s constateren wij nu echter ook dat de beperkte bemenste openingsuren in de middag in al onze vijftien vestigingen niet langer toereikend zijn. In steeds meer vestigingen hebben we de service-uren in de ochtend daarom weer ingesteld. Dan is er volledige bemensing om alle IDO-vragen te kunnen afhandelen. In Waalwijk, op het Wagnerplein, en elders loopt het storm. Die uitbreiding is niet alleen een zware belasting voor de frontofficemedewerkers, maar ook een flinke kostenpost. De tegemoetkoming van 83 cent per inwoner die we van de overheid ontvangen blijkt bij lange na niet genoeg om dekkend te zijn voor deze service. In die zin moeten we oppassen dat we niet ten onder gaan aan ons eigen succes. Die 83 cent wordt immers niet geïndexeerd door het rijk, terwijl wij als bibliotheken anderzijds wel te maken hebben met salarisverhogingen. Hoewel het uit bedrijfseconomisch standpunt eigenlijk niet kan, hebben we het aantal service-uren uitgebreid. Dat gaat ten koste van andere dienstverlening, huisvesting of programmering.’
Zijn jullie als werkgever aantrekkelijker geworden?
Angélique: ‘Als je kijkt naar de eisen die een gemiddelde werknemer tegenwoordig stelt aan zijn werkgever in deze krappe markt, dan spelen daar elementen in mee als iemands werk-privébalans, ontwikkelmogelijkheden en krijg ik voldoende aandacht van mijn leidinggevende? Anno 2024 hebben we bij de Bibliotheek Midden-Brabant 240 medewerkers. Die worden aangestuurd door hetzelfde aantal leidinggevenden als toen we nog slechts 150 medewerkers hadden. In deze hoofdvestiging heb ik te maken met 71 medewerkers. Eerlijk gezegd, kan ik dezen niet allemaal de aandacht geven die ze verdienen.’
Angélique de Kort,: ‘Dit gebouw voelt voor mij als een tweede thuis. Niet alleen omdat ik hier vier dagen in de week ben, maar als ik ’s ochtends dit pand binnenstap en er is nog niemand, dan voelt dat echt magisch … Die enorme lege bieb … Maar om misverstanden te voorkomen: als het druk is geniet ik minstens evenveel.’
Bibliotheekdirecteur Peter Kok: ‘Afgelopen zondag was er een groep schoolkinderen die de LocHal bezocht voor het thema architectuur. Normaal gaan we op zondag om 12.00 uur open, maar in dit geval was ik er al om 10.45 uur. Toen ik dit immense gebouw binnenstapte had ik hetzelfde gevoel als Angélique: wow, dacht ik, wat fantastisch. Ik verbaas me er ook nog elke keer weer over hoeveel publiek dit gebouw dag in dag uit trekt.’
Angelique: ‘Aan het eind van een doorsnee dag zijn er 1.800 tot 2.100 mensen binnen geweest. Organiseren we iets speciaals, dan zijn het er algauw 2.700 tot 3.000.’
Hoe verklaren jullie die toestroom?
Angélique: ‘Dit is een plek waar iedereen mag komen en zijn. Het is geen elitaire plek. Je kunt hier lekker studeren en een kop koffie of thee krijgen tegen een aantrekkelijke prijs (1,80 euro). Als bibliotheek willen we er ook zijn voor mensen met een smalle beurs. Een opa die alleen AOW heeft, kan hier zijn kleinkind trakteren op een glaasje ranja, want dat kost slechts 50 cent. Voor de latte macchiato of cappuccino betaal je echter net zoveel als bij de buren.’
Peter: ‘Er komen ook veel toeristen bij ons kijken. Geregeld zijn er rondleidingen. In 2019, ons eerste jaar, waren dat er 1.251. We hebben een manager hospitality, die samen met 25 vrijwilligers bezoekers rondleidt in meerdere talen. Ook nu, vijf jaar na de opening van de LocHal, gebeurt dat nog steeds minimaal drie keer per week. Collega’s uit heel de wereld weten ons te vinden. Daarnaast vertellen wij ons verhaal in het buitenland. In februari ga ik bijvoorbeeld naar het Centre Pompidou in Parijs, waar Franse bibliothecarissen een congres hebben. Ik vertel daar dan het verhaal hoe we via de Kennismakerij in Tilburg tot de LocHal zijn gekomen. Overal worden we uitgenodigd om onze visie uit de doeken te doen.’
Bijzonder is evenzeer dat jullie zijn overladen met prijzen.
Peter: ‘Ik zeg gekscherend wel eens: alle architectuurprijzen in de wereld hebben we gewonnen. Tot en met World Building of the Year. Het is toch bijzonder dat duizend architecten de LocHal tot mooiste gebouw van de wereld hebben gekozen. Door jullie eigen Bibliotheekblad werden we in 2020 gekroond tot Beste Bibliotheek van Nederland, ook heel eervol.’
Hoe voorkom je dat je inslaapt als je zo succesvol bent?
Peter: ‘We hebben dit gebouw zo ontworpen dat het nooit af is. Telkens zijn we bezig een plek net iets anders in te richten. Zo gaan we het stadsbalkon transformeren in een publieke tentoonstellingsruimte. Op de begane grond richten we dit jaar een nieuwe jongerenhoek in. De collectie wordt beter aangepast aan de programmering. Minstens zo belangrijk: de wendbaarheid van deze organisatie is groot. Wij zijn in staat om meteen in te spelen op innovaties. Als ik kijk hoe druk we het afgelopen jaar zijn geweest met nieuwe dingen, zoals digitale inclusie en digitaal burgerschap … We hebben al onze medewerkers opgeleid om IDO-vragen adequaat te kunnen tackelen. Wat ons doorlopend bezighoudt is: hoe kunnen wij als bibliotheek een bijdrage leveren aan de maatschappelijke vragen die in een dorp, wijk of stad spelen? Hoe kunnen wij helpen bij de uitdagingen die elk gemeentebestuur heeft en die zijn vastgelegd in een coalitieakkoord? Welke impact hebben wij met onze producten en diensten op de inwoners van ons werkgebied? De samenleving verandert continu, en dus veranderen wij mee. Om terug te komen op je vraag: inslapen gebeurt hier echt niet.’
Hoe leveren jullie een bijdrage aan het beantwoorden van maatschappelijke vraagstukken?
Peter: ‘Een voorbeeld. In 2019 werd bekendgemaakt dat de binnenstad van Tilburg de warmste plek van Europa was vanwege het versteende karakter. Via een open call kwamen bij ons veertig initiatieven binnen om wat te doen aan dit probleem. Allerlei community’s en organisaties droegen creatieve ideeën aan. Als bibliotheek hebben wij al die inzendingen samengebracht in Stadskas 013, waar we diverse keren per week activiteiten zijn gaan programmeren. In het laatste kwartaal van 2022 trok dat 25.000 bezoekers. Menig museum zou jaloers op zo’n aantal zijn. Gemeente enthousiast, wij enthousiast, want je zag hoe burgerparticipatie kan zorgen voor het vergroenen van de stad. Luisteren naar de inwoners, dat is ook de gedachte achter ons FutureLab. Daar vinden debatten plaats rondom de sustainable development goals van de Verenigde Naties. Ik zie het als een nieuwe vorm van democratie. Het is niet langer de gemeente die top-down beleid formuleert, maar de gemeente die initiatieven van bewoners omarmt en omzet in beleid. Een visie die wordt ondersteund door de wethouders van Tilburg. Een prachtige ontwikkeling, want als je de inwoners van deze stad invloed geeft op het inrichten van hun eigen leefomgeving, zorgt dat voor draagvlak. Als community librarians faciliteren wij dat proces.’
In de LocHal werken jullie met zes thematische labs: het FoodLab, het DigiLab, het FutureLab, het GameLab, het TijdLab en het WoordLab, en twee algemene ruimtes waar jullie activiteiten programmeren, de Kennismakerij en de Stemmingmakerij. Hoe staat het met die labs?
Peter: ‘Voor het FoodLab hoeven we niet langer actief te programmeren, omdat de community 013 Food die rol van ons heeft overgenomen. Dat is een stichting rondom gezonde voeding, lokaal produceren van eten et cetera. Meer dan honderd organisaties zijn daarbij aangesloten. Het is zo succesvol dat het ons de kans biedt om het initiatief los te laten en weer iets anders op te pakken.’
Angélique: ‘Inderdaad kunnen we onze pijlen nu op een ander initiatief richten dat een steuntje in de rug nodig heeft. Welke kant dat op zou kunnen gaan? Daar zijn we nog niet echt uit, maar vermoedelijk komt de focus op jongeren te liggen. De kans is ook reëel dat we nog meer gaan doen met digitale inclusie en digitaal burgerschap dan we nu al doen.’
Peter: ‘Als het gaat om democratisch burgerschap is de bibliotheek in een polariserende samenleving misschien nog wel de enige plek waar mensen met elkaar in dialoog willen gaan in plaats van elkaar via sociale media voor rotte vis uit te maken. Iedereen merkt dat het vertrouwen in de politiek en de overheid afneemt. Via democratisch burgerschap kunnen wij mensen laten zien dat ze wel degelijk invloed kunnen uitoefenen op heel veel zaken.’
En de andere labs? Hebben die zich bewezen?
Peter: ‘Afgelopen december waren we met ons TijdLab in het NOS Journaal van acht uur. Vanwege het 75-jarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens hadden we een grote manifestatie met Amnesty International. Kunstenaar Sander van Bussel is al elf jaar bezig om elke letter van de artikelen van de rechten van de mens door iemand te laten adopteren. Die adoptie vindt plaats in de vorm van een tatoeage. Vervolgens maakt Sander een foto van al die getatoeëerde letters. Vervolgens plaatst hij de foto’s op een banner achter elkaar en die foto’s tezamen vormen de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Een geweldig symbolisch kunstwerk dat zeer tot de verbeelding spreekt.’
Angélique: ‘Zo is er in het TijdLab ook een programma over het slavernijverleden geweest. Samen met het Stadsmuseum Tilburg en het Regionaal Archief is het TijdLab heel actief. Die programmatische aanpak zie je ook terug in het DigiLab, het GameLab en het WoordLab.’
Peter: ‘Je merkt niet alleen dat die labs in een behoefte voorzien, maar ook hoe ze een uiting zijn van onze transformatie van een consumerende bibliotheek naar een creërende bibliotheek. In de labs ontstaan kennis en verhalen. In het WoordLab gebeurt dat via creative writing, poëzie-workshops et cetera. Mensen worden er gestimuleerd om hun verbeeldingskracht in gang te zetten. In het GameLab maken kinderen zelf games en nieuwe avatars.’
Voorafgaand aan de verhuizing naar de LocHal hebben jullie vijf jaar lang geëxperimenteerd in de Kennismakerij. Hoe belangrijk is die proefperiode geweest als je daar nu op terugblikt?
Peter: ‘Dat was essentieel om ons te verdiepen in de nieuwe functie van de bibliotheek. Met een heel nieuw team, inclusief digital nerds en culturele ondernemers, hebben we ons op dat vraagstuk gestort. In breder verband zijn we gaan nadenken over onze nieuwe podium- en werkplaatsfunctie. Hoe kun je die invullen? Hoe kom je tot nog meer community-binding? Hoe programmeer je samen met inwoners? Dat alles hebben we daar uitgeprobeerd.’
Behoort het experiment nog steeds tot jullie werkwijze?
‘De gemeente Tilburg wil de achterstandswijk Groenewoud revitaliseren door daar woningen op te knappen en nieuwe voorzieningen te realiseren. Ons is gevraagd om de trekker te zijn van een initiatief dat moet leiden tot een actief buurtcultuurhuis. Fantastisch toch, dat de bieb door de gemeente wordt gezien als publiekstrekker en aanjager van sociale cohesie.’
Angélique: ‘Ook daar gaan we een proeftuin inrichten. We gaan samen met de inwoners van deze gemêleerde volkswijk uitvogelen waar men op die specifieke plek behoefte aan heeft.’
Peter: ‘Wij ontwikkelen geen nieuwe bibliotheek meer zonder inbreng van de inwoners en partners in een bepaalde wijk. Het komende halfjaar stampen we in Groenewoud een tijdelijke bibliotheek uit de grond in een verbouwde boerderij naast een basisschool. Dat gebeurt vlak bij het park waar straks het nieuwe buurtcultuurhuis komt te staan. Op die tijdelijke plek gaan we vooral heel goed nadenken over de toekomstige programmering.’
Angélique: ‘Deze wijk verdient het om serieus te worden genomen. De komende vijf jaar gaan we de input van de inwoners en andere partijen in de wijk verzamelen om te kijken op welke manier we het best tegemoetkomen aan hun wensen.’
Peter: ‘Een speciale community-verkenner brengt in kaart wat dat voor ons betekent.’
Kan de uitkomst van zo’n exercitie zijn dat men geen behoefte heeft aan boeken?
Angélique: ‘Dat zal in deze wijk niet aan de orde zijn. De buurtbewoners geven nu al aan: wij willen een bibliotheek. Wat ze missen in die wijk, is een bibliotheek. Daarbij denken ze ook aan boeken. Van scholen horen we: als de kinderen ’s middags naar huis gaan, is er in deze wijk voor hen niks meer. Waar kunnen de talenten die je ook hier vindt zich ontplooien?’
Peter: ‘De collectie is en zal altijd de basis van elke bibliotheek zijn. Zonder collectie geen bibliotheek, want de collectie is de inspiratiebron voor kennis en verhalen, de inspiratiebron voor talentontwikkeling. Het enige wat wij moeten doen, is die collectie aanbieden in de juiste context. Dat kan bij voorlezen zijn, bij programmering, noem maar op.’
Achterliggende gedachte bij mijn vraag: je loopt soms een gebouw binnen waarvan niet duidelijk is of het een bioscoop, theater, evenementenhal of bibliotheek is. Als je de LocHal binnenstapt, zie je meteen: dit is een bibliotheek, vooral vanwege de rijke collectie.
Peter: ‘Bij het presenteren van hun ontwerp wilden de architecten in eerste instantie Seats2meet en alle vergaderzalen op de begane grond situeren en de bieb op de eerste verdieping onderbrengen. “Dat gaat niet gebeuren”, heb ik meteen gezegd. “De bieb komt op de begane grond, want mijn angstdroom is dat iemand hier naar binnen stapt en zegt: wat een mooi gebouw, maar wat is het eigenlijk? Iedereen moet direct zien: dit is een bibliotheek.” Daarom staan er zo veel boeken, en niet te vergeten veel groen, want daarmee zorgen we voor een huiskamergevoel. Iedereen wil graag tussen boeken zitten. Het succes van dit gebouw is echt te danken aan de bieb. Dit gebouw meet ruim 10.000 vierkante meter, en twee derde daarvan, ofwel 6.500 vierkante meter, wordt benut door de bibliotheek.’
Bibliotheekblad 3 maart 2024
Angélique de Kort (manager LocHal) en Peter kok (directeur-bestuurder Bibliotheek Midden-Brabant).
Bibliotheekblad 3 maart 2024
Kort na de opening in 2019 interviewde Omroep Brabant verschillende bezoekers over hun eerste indruk.
Vanaf het begin loopt de LocHal als een trein, om er maar een toepasselijke beeldspraak uit te gooien, maar dan slaat de pandemie toe. Wat heeft de lockdown voor jullie betekend?
Angélique: ‘Het heeft er in ieder geval toe geleid dat we als bibliotheeksector sindsdien door de overheid tot de essentiële voorzieningen gerekend worden. De gemeente Tilburg had dat al eerder door, want bij de tweede lockdown liet de gemeente ons direct weten: dien maar een gefundeerde aanvraag in, zodat studenten ondanks alle voorschriften en protocollen toch in de LocHal kunnen blijven studeren. Die is ook toegekend, waarna we platgebeld werden door collega’s in den lande die zeiden: hoe hebben jullie dat voor elkaar gekregen? Gevolg van deze actie: heel veel studenten die voordien niet naar de LocHal kwamen, zijn naderhand blijven komen. Een ander effect: nog meer dan voorheen weet de gemeente ons te vinden als men met een probleem zit op onderwijsgebied of bij digitale dienstverlening.’
Peter: ‘Vergeet niet dat de IDO’s door de coronacrisis ook in een stroomversnelling zijn gekomen. In alle overheidsinformatie meldt de gemeente Tilburg tegenwoordig dat je in een vestiging van de Bibliotheek Midden-Brabant terechtkunt voor hulpvragen op digitaal gebied. Met vermelding van onze vestigingsadressen, onze openingstijden en ons logo. Door het succes van de IDO’s constateren wij nu echter ook dat de beperkte bemenste openingsuren in de middag in al onze vijftien vestigingen niet langer toereikend zijn. In steeds meer vestigingen hebben we de service-uren in de ochtend daarom weer ingesteld. Dan is er volledige bemensing om alle IDO-vragen te kunnen afhandelen. In Waalwijk, op het Wagnerplein, en elders loopt het storm. Die uitbreiding is niet alleen een zware belasting voor de frontofficemedewerkers, maar ook een flinke kostenpost. De tegemoetkoming van 83 cent per inwoner die we van de overheid ontvangen blijkt bij lange na niet genoeg om dekkend te zijn voor deze service. In die zin moeten we oppassen dat we niet ten onder gaan aan ons eigen succes. Die 83 cent wordt immers niet geïndexeerd door het rijk, terwijl wij als bibliotheken anderzijds wel te maken hebben met salarisverhogingen. Hoewel het uit bedrijfseconomisch standpunt eigenlijk niet kan, hebben we het aantal service-uren uitgebreid. Dat gaat ten koste van andere dienstverlening, huisvesting of programmering.’
Zijn jullie als werkgever aantrekkelijker geworden?
Angélique: ‘Als je kijkt naar de eisen die een gemiddelde werknemer tegenwoordig stelt aan zijn werkgever in deze krappe markt, dan spelen daar elementen in mee als iemands werk-privébalans, ontwikkelmogelijkheden en krijg ik voldoende aandacht van mijn leidinggevende? Anno 2024 hebben we bij de Bibliotheek Midden-Brabant 240 medewerkers. Die worden aangestuurd door hetzelfde aantal leidinggevenden als toen we nog slechts 150 medewerkers hadden. In deze hoofdvestiging heb ik te maken met 71 medewerkers. Eerlijk gezegd, kan ik dezen niet allemaal de aandacht geven die ze verdienen.’
Angélique de Kort,: ‘Dit gebouw voelt voor mij als een tweede thuis. Niet alleen omdat ik hier vier dagen in de week ben, maar als ik ’s ochtends dit pand binnenstap en er is nog niemand, dan voelt dat echt magisch … Die enorme lege bieb … Maar om misverstanden te voorkomen: als het druk is geniet ik minstens evenveel.’
Bibliotheekdirecteur Peter Kok: ‘Afgelopen zondag was er een groep schoolkinderen die de LocHal bezocht voor het thema architectuur. Normaal gaan we op zondag om 12.00 uur open, maar in dit geval was ik er al om 10.45 uur. Toen ik dit immense gebouw binnenstapte had ik hetzelfde gevoel als Angélique: wow, dacht ik, wat fantastisch. Ik verbaas me er ook nog elke keer weer over hoeveel publiek dit gebouw dag in dag uit trekt.’
Angelique: ‘Aan het eind van een doorsnee dag zijn er 1.800 tot 2.100 mensen binnen geweest. Organiseren we iets speciaals, dan zijn het er algauw 2.700 tot 3.000.’
Hoe verklaren jullie die toestroom?
Angélique: ‘Dit is een plek waar iedereen mag komen en zijn. Het is geen elitaire plek. Je kunt hier lekker studeren en een kop koffie of thee krijgen tegen een aantrekkelijke prijs (1,80 euro). Als bibliotheek willen we er ook zijn voor mensen met een smalle beurs. Een opa die alleen AOW heeft, kan hier zijn kleinkind trakteren op een glaasje ranja, want dat kost slechts 50 cent. Voor de latte macchiato of cappuccino betaal je echter net zoveel als bij de buren.’
Peter: ‘Er komen ook veel toeristen bij ons kijken. Geregeld zijn er rondleidingen. In 2019, ons eerste jaar, waren dat er 1.251. We hebben een manager hospitality, die samen met 25 vrijwilligers bezoekers rondleidt in meerdere talen. Ook nu, vijf jaar na de opening van de LocHal, gebeurt dat nog steeds minimaal drie keer per week. Collega’s uit heel de wereld weten ons te vinden. Daarnaast vertellen wij ons verhaal in het buitenland. In februari ga ik bijvoorbeeld naar het Centre Pompidou in Parijs, waar Franse bibliothecarissen een congres hebben. Ik vertel daar dan het verhaal hoe we via de Kennismakerij in Tilburg tot de LocHal zijn gekomen. Overal worden we uitgenodigd om onze visie uit de doeken te doen.’
Bijzonder is evenzeer dat jullie zijn overladen met prijzen.
Peter: ‘Ik zeg gekscherend wel eens: alle architectuurprijzen in de wereld hebben we gewonnen. Tot en met World Building of the Year. Het is toch bijzonder dat duizend architecten de LocHal tot mooiste gebouw van de wereld hebben gekozen. Door jullie eigen Bibliotheekblad werden we in 2020 gekroond tot Beste Bibliotheek van Nederland, ook heel eervol.’
Hoe voorkom je dat je inslaapt als je zo succesvol bent?
Peter: ‘We hebben dit gebouw zo ontworpen dat het nooit af is. Telkens zijn we bezig een plek net iets anders in te richten. Zo gaan we het stadsbalkon transformeren in een publieke tentoonstellingsruimte. Op de begane grond richten we dit jaar een nieuwe jongerenhoek in. De collectie wordt beter aangepast aan de programmering. Minstens zo belangrijk: de wendbaarheid van deze organisatie is groot. Wij zijn in staat om meteen in te spelen op innovaties. Als ik kijk hoe druk we het afgelopen jaar zijn geweest met nieuwe dingen, zoals digitale inclusie en digitaal burgerschap … We hebben al onze medewerkers opgeleid om IDO-vragen adequaat te kunnen tackelen. Wat ons doorlopend bezighoudt is: hoe kunnen wij als bibliotheek een bijdrage leveren aan de maatschappelijke vragen die in een dorp, wijk of stad spelen? Hoe kunnen wij helpen bij de uitdagingen die elk gemeentebestuur heeft en die zijn vastgelegd in een coalitieakkoord? Welke impact hebben wij met onze producten en diensten op de inwoners van ons werkgebied? De samenleving verandert continu, en dus veranderen wij mee. Om terug te komen op je vraag: inslapen gebeurt hier echt niet.’
Hoe leveren jullie een bijdrage aan het beantwoorden van maatschappelijke vraagstukken?
Peter: ‘Een voorbeeld. In 2019 werd bekendgemaakt dat de binnenstad van Tilburg de warmste plek van Europa was vanwege het versteende karakter. Via een open call kwamen bij ons veertig initiatieven binnen om wat te doen aan dit probleem. Allerlei community’s en organisaties droegen creatieve ideeën aan. Als bibliotheek hebben wij al die inzendingen samengebracht in Stadskas 013, waar we diverse keren per week activiteiten zijn gaan programmeren. In het laatste kwartaal van 2022 trok dat 25.000 bezoekers. Menig museum zou jaloers op zo’n aantal zijn. Gemeente enthousiast, wij enthousiast, want je zag hoe burgerparticipatie kan zorgen voor het vergroenen van de stad. Luisteren naar de inwoners, dat is ook de gedachte achter ons FutureLab. Daar vinden debatten plaats rondom de sustainable development goals van de Verenigde Naties. Ik zie het als een nieuwe vorm van democratie. Het is niet langer de gemeente die top-down beleid formuleert, maar de gemeente die initiatieven van bewoners omarmt en omzet in beleid. Een visie die wordt ondersteund door de wethouders van Tilburg. Een prachtige ontwikkeling, want als je de inwoners van deze stad invloed geeft op het inrichten van hun eigen leefomgeving, zorgt dat voor draagvlak. Als community librarians faciliteren wij dat proces.’
In de LocHal werken jullie met zes thematische labs: het FoodLab, het DigiLab, het FutureLab, het GameLab, het TijdLab en het WoordLab, en twee algemene ruimtes waar jullie activiteiten programmeren, de Kennismakerij en de Stemmingmakerij. Hoe staat het met die labs?
Peter: ‘Voor het FoodLab hoeven we niet langer actief te programmeren, omdat de community 013 Food die rol van ons heeft overgenomen. Dat is een stichting rondom gezonde voeding, lokaal produceren van eten et cetera. Meer dan honderd organisaties zijn daarbij aangesloten. Het is zo succesvol dat het ons de kans biedt om het initiatief los te laten en weer iets anders op te pakken.’
Angélique: ‘Inderdaad kunnen we onze pijlen nu op een ander initiatief richten dat een steuntje in de rug nodig heeft. Welke kant dat op zou kunnen gaan? Daar zijn we nog niet echt uit, maar vermoedelijk komt de focus op jongeren te liggen. De kans is ook reëel dat we nog meer gaan doen met digitale inclusie en digitaal burgerschap dan we nu al doen.’
Peter: ‘Als het gaat om democratisch burgerschap is de bibliotheek in een polariserende samenleving misschien nog wel de enige plek waar mensen met elkaar in dialoog willen gaan in plaats van elkaar via sociale media voor rotte vis uit te maken. Iedereen merkt dat het vertrouwen in de politiek en de overheid afneemt. Via democratisch burgerschap kunnen wij mensen laten zien dat ze wel degelijk invloed kunnen uitoefenen op heel veel zaken.’
En de andere labs? Hebben die zich bewezen?
Peter: ‘Afgelopen december waren we met ons TijdLab in het NOS Journaal van acht uur. Vanwege het 75-jarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens hadden we een grote manifestatie met Amnesty International. Kunstenaar Sander van Bussel is al elf jaar bezig om elke letter van de artikelen van de rechten van de mens door iemand te laten adopteren. Die adoptie vindt plaats in de vorm van een tatoeage. Vervolgens maakt Sander een foto van al die getatoeëerde letters. Vervolgens plaatst hij de foto’s op een banner achter elkaar en die foto’s tezamen vormen de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Een geweldig symbolisch kunstwerk dat zeer tot de verbeelding spreekt.’
Angélique: ‘Zo is er in het TijdLab ook een programma over het slavernijverleden geweest. Samen met het Stadsmuseum Tilburg en het Regionaal Archief is het TijdLab heel actief. Die programmatische aanpak zie je ook terug in het DigiLab, het GameLab en het WoordLab.’
Peter: ‘Je merkt niet alleen dat die labs in een behoefte voorzien, maar ook hoe ze een uiting zijn van onze transformatie van een consumerende bibliotheek naar een creërende bibliotheek. In de labs ontstaan kennis en verhalen. In het WoordLab gebeurt dat via creative writing, poëzie-workshops et cetera. Mensen worden er gestimuleerd om hun verbeeldingskracht in gang te zetten. In het GameLab maken kinderen zelf games en nieuwe avatars.’
Voorafgaand aan de verhuizing naar de LocHal hebben jullie vijf jaar lang geëxperimenteerd in de Kennismakerij. Hoe belangrijk is die proefperiode geweest als je daar nu op terugblikt?
Peter: ‘Dat was essentieel om ons te verdiepen in de nieuwe functie van de bibliotheek. Met een heel nieuw team, inclusief digital nerds en culturele ondernemers, hebben we ons op dat vraagstuk gestort. In breder verband zijn we gaan nadenken over onze nieuwe podium- en werkplaatsfunctie. Hoe kun je die invullen? Hoe kom je tot nog meer community-binding? Hoe programmeer je samen met inwoners? Dat alles hebben we daar uitgeprobeerd.’
Behoort het experiment nog steeds tot jullie werkwijze?
‘De gemeente Tilburg wil de achterstandswijk Groenewoud revitaliseren door daar woningen op te knappen en nieuwe voorzieningen te realiseren. Ons is gevraagd om de trekker te zijn van een initiatief dat moet leiden tot een actief buurtcultuurhuis. Fantastisch toch, dat de bieb door de gemeente wordt gezien als publiekstrekker en aanjager van sociale cohesie.’
Angélique: ‘Ook daar gaan we een proeftuin inrichten. We gaan samen met de inwoners van deze gemêleerde volkswijk uitvogelen waar men op die specifieke plek behoefte aan heeft.’
Peter: ‘Wij ontwikkelen geen nieuwe bibliotheek meer zonder inbreng van de inwoners en partners in een bepaalde wijk. Het komende halfjaar stampen we in Groenewoud een tijdelijke bibliotheek uit de grond in een verbouwde boerderij naast een basisschool. Dat gebeurt vlak bij het park waar straks het nieuwe buurtcultuurhuis komt te staan. Op die tijdelijke plek gaan we vooral heel goed nadenken over de toekomstige programmering.’
Angélique: ‘Deze wijk verdient het om serieus te worden genomen. De komende vijf jaar gaan we de input van de inwoners en andere partijen in de wijk verzamelen om te kijken op welke manier we het best tegemoetkomen aan hun wensen.’
Peter: ‘Een speciale community-verkenner brengt in kaart wat dat voor ons betekent.’
Kan de uitkomst van zo’n exercitie zijn dat men geen behoefte heeft aan boeken?
Angélique: ‘Dat zal in deze wijk niet aan de orde zijn. De buurtbewoners geven nu al aan: wij willen een bibliotheek. Wat ze missen in die wijk, is een bibliotheek. Daarbij denken ze ook aan boeken. Van scholen horen we: als de kinderen ’s middags naar huis gaan, is er in deze wijk voor hen niks meer. Waar kunnen de talenten die je ook hier vindt zich ontplooien?’
Peter: ‘De collectie is en zal altijd de basis van elke bibliotheek zijn. Zonder collectie geen bibliotheek, want de collectie is de inspiratiebron voor kennis en verhalen, de inspiratiebron voor talentontwikkeling. Het enige wat wij moeten doen, is die collectie aanbieden in de juiste context. Dat kan bij voorlezen zijn, bij programmering, noem maar op.’
Achterliggende gedachte bij mijn vraag: je loopt soms een gebouw binnen waarvan niet duidelijk is of het een bioscoop, theater, evenementenhal of bibliotheek is. Als je de LocHal binnenstapt, zie je meteen: dit is een bibliotheek, vooral vanwege de rijke collectie.
Peter: ‘Bij het presenteren van hun ontwerp wilden de architecten in eerste instantie Seats2meet en alle vergaderzalen op de begane grond situeren en de bieb op de eerste verdieping onderbrengen. “Dat gaat niet gebeuren”, heb ik meteen gezegd. “De bieb komt op de begane grond, want mijn angstdroom is dat iemand hier naar binnen stapt en zegt: wat een mooi gebouw, maar wat is het eigenlijk? Iedereen moet direct zien: dit is een bibliotheek.” Daarom staan er zo veel boeken, en niet te vergeten veel groen, want daarmee zorgen we voor een huiskamergevoel. Iedereen wil graag tussen boeken zitten. Het succes van dit gebouw is echt te danken aan de bieb. Dit gebouw meet ruim 10.000 vierkante meter, en twee derde daarvan, ofwel 6.500 vierkante meter, wordt benut door de bibliotheek.’
In het weekend van 19 en 20 januari 2024 vierde de LocHal haar vijfjarig bestaan. Vanaf de start in 2019 was de impact van de centrale vestiging van de Bibliotheek Midden-Brabant groot. De nieuwe bibliotheek werd direct omarmd door de inwoners van Tilburg, het gebouw viel de ene na de andere prijs ten deel en collega’s uit binnen- en buitenland reisden massaal af naar de textielstad. Hoe voorkom je dat je dan in slaap dommelt, is de vraag die we voorleggen aan Peter kok (directeur-bestuurder Bibliotheek Midden-Brabant) en Angélique de Kort (manager LocHal, Bibliotheek Midden-Brabant).
‘We willen de sleutels van de LocHal aan de stad geven’
Tekst en foto’s: Eimer Wieldraaijer
Video: Omroep Brabant
De LocHal bestaat vijf jaar
Peter: ‘Onze organisatie is sterk gegroeid in functies en medewerkers, maar de ondersteuning hebben we onvoldoende mee laten groeien. In dat opzicht krijgen we het deksel op de neus. De HR-afdeling en de financiële afdeling zijn onvoldoende bezet als je kijkt naar de groei die we hebben doorgemaakt. Bij elke extra euro stonden we voor de vraag: kiezen we voor een HR-adviseur of een leesmediaconsulent? Het antwoord was dan: doe maar een leesmediaconsulent. Alle extra middelen gingen naar het primaire proces.’
Angélique: ‘Tegelijkertijd zijn we een warme en maatschappelijk betrokken organisatie. Heel ambitieus, heel enthousiast, en met een MT dat ondanks de beperking die Peter aanstipte in de overdrive zit. Wij vinden het belangrijk dat we bij allerlei ontwikkelingen vooroplopen. Daarom bieden we de medewerkers die zich willen ontwikkelen heel veel mogelijkheden.’
Peter: ‘Na de reorganisatie in 2013 hebben we veel mensen aangenomen die geen bibliotheekachtergrond hadden. Vooral hoogopgeleide mensen die het belangrijk vinden om maatschappelijk betrokken werk te doen. Wat ze niet belangrijk vinden is veel geld verdienen, want dat doe je niet in de bibliotheek. Ideële, gemotiveerde mensen die keihard werken en daardoor iets vaker overspannen raken dan de gemiddelde medewerker.’
Angélique: ‘Deze sector en deze organisatie zijn de afgelopen jaren heel sterk veranderd. Waar we vaak tegenaan lopen, zijn sollicitanten die op zoek zijn naar een rustig baantje. Nou, dat vinden ze echt niet hier, dan zijn ze werkelijk aan het verkeerde adres.’
Jullie werken met vijf speerpunten …
Peter: ‘Vijf speerpunten staan centraal in ons jaarplan 2024. We stimuleren inwoners om te lezen, en dragen zo bij aan leesplezier en geletterdheid. We maken mensen wegwijs in de digitale wereld, hetgeen zorgt voor digitale inclusie en digitaal burgerschap. We sporen burgers aan zich te blijven ontwikkelen en brengen hen in aanraking met nieuwe kennis. We activeren inwoners om bij te dragen aan de samenleving, wat goed is voor de gemeenschapszin en sociale innovatie. Om dat alles te verwezenlijken is impactgericht werken noodzakelijk. Behalve dat we in de prestatieafspraken met de gemeente aangeven wat we exact doen – hoeveel activiteiten we organiseren, hoeveel leden we hebben, hoeveel uitleningen we noteren – geven we in jaarverslagen aan wat we bereiken via story telling en dergelijke. We geven info over de dingen die we doen om bij te dragen aan maatschappelijke doelstellingen. Niet enkel op cultuurgebied, maar op allerlei terreinen. De Bibliotheek Midden-Brabant is actief in zes gemeenten, en impactgericht werken betekent onder meer dat we per gemeente duidelijkheid verschaffen aan de wethouders van cultuur, onderwijs en welzijn over wat we als bibliotheek doen om de doelstellingen van het coalitieakkoord te verwezenlijken. Wij tonen aan hoe we dat doen. Daarnaast maken we werk van ons voornemen om bepaalde klantengroepen anders aan ons te binden dan via het lidmaatschap. Zo hebben we in anderhalf jaar tijd in zeven van onze vijftien vestigingen 19.000 geregistreerde bibliotheekgebruikers ingeschreven die geen lid zijn maar wel naar de bieb komen om er te werken, te studeren, een krant te lezen, een activiteit bij te wonen of iets anders.’
Wat is het vijfde speerpunt?
Peter: ‘Dat betreft onze financiële strategie. Toekomstbestendige financiering, om te voorkomen dat we qua inkomsten te volatiel zijn. In 2010 kregen we in het kader van de aangekondigde bezuinigingen van een van de fracties in Tilburg te horen: over tien jaar bestaan jullie toch niet meer, dus waarom zouden we überhaupt nog investeren in de bibliotheek? Dat geluid is inmiddels gelukkig volledig verstomd, maar van een stabiele financiering is nog steeds geen sprake. Sterker: die is instabieler geworden omdat we steeds meer op basis van projectfinanciering werken. Dat zorgt echt voor hoofdbrekens. Aan ons de taak om nog duidelijker te maken dat men niet meer om deze instelling heen kan.’
Hoe geef je handen en voeten aan digitale inclusie en digitaal burgerschap?
Peter: ‘Dat doen we onder andere door het opzetten van een Informatieplein 2.0.’
Angélique: ‘Dat plein moet op termijn vijf dagen in de week operationeel zijn in de LocHal.’
Peter: ‘Iedereen denkt dat het vooral 65-plussers zijn die bij het IDO aankloppen met vragen, maar je moest eens weten hoeveel studenten met vragen worstelen. Jongeren die net achttien zijn geworden en geen idee hebben waar ze allemaal recht op hebben.’
Angélique: ‘Niet onvermeld mag blijven dat we op vijf plekken in ons werkgebied – waaronder bejaardenhuizen, wijk- en asielzoekerscentra – actief zijn met mobiele IDO’s.’
Peter: ‘In coronatijd mocht ik als fervent supporter weer eens, zij het met een QR-code, naar een voetbalwedstrijd van Willem II. Voor mij in de rij stond een man van 75 te hannesen met zijn mobiele telefoon. Een steward zei: “Meneer, misschien moet u de app even verwijderen, deze opnieuw installeren en uzelf aanmelden met uw DidiD.” Lang verhaal kort: die man heeft heel de wedstrijd niet gezien. Toen ik dat naderhand te horen kreeg, zei ik tegen Angélique: 'De volgende wedstrijd van Willem II staan wij met een mobiel IDO-team bij het stadion. Dan instrueren we alle stewards.' Op diezelfde manier hebben we Oekraïners geholpen bij het aanvragen van een burgerservicenummer of een bankrekening. Zo moeten we inspelen op actuele ontwikkelingen. Daardoor maken we onszelf namelijk onmisbaar.’
Stel dat we dit interview over vijf jaar weer doen: wat kan ik dan verwachten?
Angélique: ‘Dan zie je een drukbezochte jongerenhoek waar volop geprogrammeerd wordt. Vermoedelijk heeft een van de labs die we bespraken dan een andere invulling gekregen.’
Peter: ‘Ik hoop dat we de sleutel van de LocHal dan aan de stad hebben gegeven. Niet letterlijk maar figuurlijk. Daarmee bedoel ik dat de inwoners van deze stad, de community’s, dan leidend zijn in de programmering. Dat we veel initiatieven hebben kunnen loslaten. Zeg maar: wat we nu al met het FoodLab hebben gedaan. Met de sleutel van dit huis in handen komen mensen hier dan samen om te programmeren, om in debat te gaan, om met elkaar nieuwe kennis en verhalen te creëren rondom allerlei actuele thema’s in de stad. Ik hoop dat zij in toenemende mate van ons overnemen wat wij de afgelopen jaren geïnitieerd hebben.’