AI-inspiratiegids voor bibliotheken

Wil je meer lezen over de inzet van AI in bibliotheken? Neem dan een kijkje in de AI-inspiratiegids (klik op deze link en download deze rechtstreeks.) In deze gids vind je informatie over succesvolle AI-activiteiten die bibliotheken georganiseerd hebben. Ook lees je reacties van collega’s die bij deze activiteiten betrokken waren. Hiervoor zijn programmamakers van elf verschillende bibliotheken geïnterviewd.

Als pilot zoefde in 2023 een robot door de Nieuwe Bibliotheek in Almere om bezoekers te helpen met hun vragen. Uiteindelijk werd de pilot niet omgezet in een permanente robothulp. Het was nog net te vroeg en de techniek was nog te duur en net te ingewikkeld om te gebruiken.

Hoe krijg je het besef van het belang van kennis over AI bij jongeren tussen de oren? Momenteel heeft Huis73 AI-samenwerkingen lopen met twee middelbare scholen in het werkgebied. (In verband met de AVG-wetgeving zijn er geen leerlingen herkenbaar afgebeeld).

Lokale bibliotheken geven AI een plek in hun organisatie

Het afgelopen jaar kwam het gebruik van kunstmatige intelligentie wereldwijd in een stroomversnelling. Ook bibliotheken sprongen daar, als experts in informatievoorziening, op in. Hoe geef je als lokale bibliotheek AI een plek in je organisatie, bijvoorbeeld in de programmering en dienstverlening? Huis73, dbieb en Innovatieteam Flevoland vertellen hoe zij het aanpakken.

Kunstmatige intelligentie voor iedereen

TEKST: Anne van den Dool • Foto’s: Super Formosa Photography • Video: De Nieuwe Bibliotheek

Momenteel heeft Huis73 AI-samenwerkingen lopen met twee middelbare scholen in het werkgebied. Verdere uitbreiding staat op de wensenlijst, maar is gezien de beperkte personeelscapaciteit ingewikkeld, want ook volwassenen moeten worden bediend in hun behoeften aan programmering over kunstmatige intelligentie, onder meer in de vorm van maaksessies, lezingen en debatten.

Gouden formule
Ook bij die doelgroep is de kennis wisselend, ziet Blom, maar het bewustzijn is er. ‘Sommige bezoekers maken zich zorgen: waar gaat het heen met de technologie? Die weten vaak al veel van kunstmatige intelligentie. De volgende stap is dat we ook mensen bereiken die nog niet thuis zijn in het onderwerp. Dat kan bijvoorbeeld door camouflageaanbod aan te bieden, zoals schrijfcafés met ChatGPT of lezingen over andere onderwerpen, zodat je er toch mee in aanraking komt. Ook in ons kunstencentrum kan technologie een plek krijgen.’

Het blijft, kortom, nog zoeken: hoe ontwikkel je voor iedere doelgroep passend aanbod rondom AI? ‘Ook wij hebben na een paar jaar de gouden formule nog niet gevonden’, stelt Blom gerust. ‘We ontwikkelen allerlei interventies, die hopelijk stuk voor stuk bijdragen aan het grotere effect dat we teweeg willen brengen. Je hoeft niet direct alles anders te doen: klein beginnen is al goed genoeg.’

Nawoord redactie
In Bibliotheekblad 1-2024 (digitaal) las u al eerder over dit onderwerp in de artikelen:
AI krijgt een plek in de bibliotheek.
ChatGPT aan het woord over de rol van AI in de bibliotheek.

Medewerkers ontlasten
Dat laatste geldt niet alleen voor bezoekers van de bibliotheek, maar net zo goed voor medewerkers. Dat weet Leontine van Melle, provinciaal projectleider innovatie bij De Nieuwe Bibliotheek in Almere en bij FlevoMeer Bibliotheken, maar al te goed. Het afgelopen jaar was zij betrokken bij meerdere pilots op het gebied van kunstmatige intelligentie – en met succes.

Een van die pilots betrof de inzet van een robot die door de bibliotheek in Almere zoefde om bezoekers te helpen met hun vragen. De robot vertelde hoe men de catalogus moest gebruiken, waar de wc te vinden was en hoe men het snelst bij een activiteit kon komen.

De robot was een hit, durft Van Melle wel vast te stellen. ‘Bezoekers werden heel vrolijk van de robot en voelden zich goed geholpen. Bovendien ontlastte het de frontofficemedewerkers. Daarnaast hielp hij onze medewerkers vertrouwd te raken met de inzet van AI. Zij moesten de robot instrueren met de juiste vragen en antwoorden.’

Uiteindelijk werd de pilot niet omgezet in een permanente robothulp. ‘Het was nog net te vroeg’, licht Van Melle toe. ‘De techniek was nog te duur en net te ingewikkeld om te gebruiken. Ook waren we als organisatie nog niet goed voorbereid: we hebben nog onvoldoende kennis van zaken en hebben geen vaste medewerkers die zich hierover ontfermen. En dat is wel nodig, want als je een robot niet blijft voeden met nieuwe scripts, blijft die continu hetzelfde verhaal vertellen.’

Wel zijn er wensen om de robot alsnog een plek te geven in de bibliotheek. Dan kan die bijvoorbeeld feedback ophalen bij bezoekers of videobellen met klanten of medewerkers die van een afstandje willen kunnen zien wat er in een andere bibliotheek te vinden of te doen is.

Chatbot ontzorgt
De kennis die dankzij de robotpilot werd opgedaan, wordt inmiddels gebruikt in een ander project: de implementatie van een chatbot op de website. Op dit moment hebben nog maar een paar bibliotheken in Nederland zo’n chatfunctie, terwijl die wel heel handig kan zijn, beweert Van Melle. ‘Voor de bibliotheken in Flevoland is die stap onderdeel van het bouwen van een complete virtuele vestiging. Het liefst geeft de chatbot antwoord in zowel het Nederlands als in andere talen, en kan die zowel reageren op geschreven als gesproken tekst.’

Eerder experimenteerde het innovatieteam samen met De Nieuwe Bibliotheek al met het gebruik van spraakassistentie om te zoeken in de catalogus. Dat werd positief ontvangen: met name jongeren die naar eigen zeggen te lui waren om te typen werden blij van de functionaliteit. Ook voor mensen met reumatische klachten bleek het een uitkomst, net als voor kinderen die nog moeten leren lezen en schrijven.

Mooie stappen op inclusiegebied, kortom. Ook voor de uitrol van die pilot bleek het echter nog net te vroeg. ‘Het bleek moeilijk om de koppeling te maken met de huidige systemen’, legt Van Melle uit. ‘We moeten wachten totdat de techniek toegankelijker wordt. Daarbij helpt het als de landelijke urgentie ook meer gevoeld wordt.’

Vliegsimulator voor gesprekken
Een ander experiment is dat met een digitaal praatmaatje dat dient als gesprekspartner voor mensen die de Nederlandse taal aan het leren zijn. ‘Zie het als een soort vliegsimulator voor gesprekken voeren’, vertelt Van Melle beeldend. ‘De techniek geeft je feedback op je uitspraak. Bij de pilot waren bezoekers van het Taalcafé alvast enthousiast over de mobiele applicatie. Het kan best spannend zijn om de uitspraak van een nieuwe taal te oefenen, een robot oordeelt niet. Bovendien maakt het je flexibeler: je kunt oefenen waar en wanneer je wilt.’

Al deze initiatieven zijn wat Van Melle betreft nog maar het begin. ‘In 2023 hebben we warmgedraaid, in 2024 ligt de focus van het innovatieteam helemaal op AI. Daar hoort ook goede voorlichting van de medewerkers bij. Daarbij gebruiken we onder andere de VR-film Evolution is Messy, die is gemaakt door onderzoeker Miguel Mira met behulp van kunstmatige intelligentie. Daarin zie je de evolutie van de mens in relatie tot technologie, met als boodschap de aanmoediging om technologie te omarmen. Evolutie gaat nu eenmaal niet in een rechte lijn.’

Zelf achter het stuur
De film dient als een mooie gespreksstarter: gebruikte de mens niet altijd al hulpmiddelen om het leven makkelijker te maken, bijvoorbeeld in de vorm van takken en stenen? Bovendien is de ervaring dat leren door te beleven, zoals je met deze film over AI doet, ervoor zorgt dat informatie beter blijft hangen.

Met initiatieven als deze hoopt Van Melle dat kunstmatige intelligentie voor zowel bezoekers als collega’s minder spannend en ongrijpbaar wordt. ‘Ik wil mensen aanmoedigen zich niet alleen maar afhankelijk op te stellen van grote techbedrijven, maar zelf achter het stuur te gaan zitten. Op die manier kun je ook invloed uitoefenen op de kwaliteit van de output. We bevinden ons nu nog in een beginstadium waarin we deze technologie het makkelijkst naar onze hand kunnen zetten. Daar hebben wij als publieke instelling een belangrijke taak in.’

Kritisch reflecteren
Ook bij Huis73 in Den Bosch wordt druk geëxperimenteerd met kunstmatige intelligentie. De bibliotheekorganisatie maakte enkele jaren geleden onderdeel uit van de proeftuinregeling van de KB, de nationale bibliotheek, op het gebied van digitaal burgerschap. Huis73 besloot in te zetten op programmering rondom AI, en dan met name voor middelbare scholieren. De naam van het project: Verse Algoritmes.

Het bleek een schot in de roos: nog steeds gaat de bibliotheek wekelijks met honderden leerlingen het gesprek aan over kunstmatige intelligentie, in de vorm van lezingen, workshops en meer. Van vmbo-t tot vwo: iedereen komt in aanraking met het onderwerp.

Deze doelgroep vraagt om een ander type gesprek dan volwassenen, merkt projectleider Jitske Blom. ‘Kritisch reflecteren op technologie is voor deze jongeren vaak nog drie bruggen te ver. Met onze programmering proberen we ze de ogen te openen. Dat is best ingewikkeld: kunstmatige intelligentie is voor zowel volwassenen als kinderen een abstract begrip, dat vaak wordt verbeeld met robots en ingewikkelde computersystemen. De opkomst van ChatGPT heeft wel enigszins geholpen: daardoor begrijpen veel mensen waartoe AI in staat is.’

Hoe begin je dan toch dit gesprek? Door kunstmatige intelligentie te zien als een volgende stap in de ontwikkeling van het digitale veld, waarvan het internet en de metaverse eerdere fasen waren, denkt Blom. ‘Sommige mensen vragen zich af of we AI als ontwikkeling niet langs ons heen moeten laten gaan. Dat denken wij bij Huis73 niet: dit is een ongelooflijk urgent onderwerp dat perfect past binnen onze opgave op het gebied van digitaal burgerschap. Hoewel de nieuwswaarde van een nieuwe ontwikkeling zoals ChatGPT op een gegeven moment afzwakt, blijft die ontwikkeling doorgaan.’

Begin bij het begin
Hoe krijg je dat besef bij jongeren tussen de oren? Door bij het begin te beginnen, beseft ook Blom. ‘De intrinsieke motivatie om met dit onderwerp bezig te zijn ontbreekt bij deze doelgroep vaak nog. Het is dus belangrijk niet uit te gaan van al te veel voorkennis of kritisch bewustzijn.’

Gelukkig voelen steeds meer scholen wel de urgentie om met dit onderwerp aan de slag te gaan. Toch is ook dat vaak kwetsbaar: het enthousiasme ligt vaak bij één docent en de bibliotheek wordt niet altijd als logische partner gezien. ‘Daarom is het belangrijk ons hier expliciet op te profileren’, benadrukt Blom. ‘Ook docenten zijn voor ons een belangrijke doelgroep: zij hebben vaak nog genoeg te leren op het gebied van AI. We moeten dit onderwerp zo aanbieden dat ze het makkelijk kunnen implementeren in het curriculum, zonder dat het extra tijd of energie kost.’

Bij dbieb in Leeuwarden nemen digitale vaardigheden een belangrijke plek in in het activiteitenprogramma. Op het programma staan voor veel burgers relevante onderwerpen, zoals een gezonde mediaopvoeding, je digitale nalatenschap en wat je allemaal moet regelen als je achttien wordt.

Dit aanbod maakt goed duidelijk hoeveel vandaag de dag van de burger op digitaal gebied verwacht wordt. Ook wie veel kennis van de online wereld denkt te hebben, kan bij de bibliotheek altijd blijven bijleren – of het nu met een boek is, een lezing, een workshop of een ontmoetingsavond.

Dat geldt zeker ook voor alles wat er te weten valt over kunstmatige intelligentie, beseffen ze bij dbieb. In 2023 liep AI als een rode draad door de programmering van de Leeuwardense bibliotheekorganisatie, vertelt programmamaker Renate Dijkema. ‘Dit onderwerp is voor iedereen relevant. Daarom wilden we voor elke doelgroep activiteiten organiseren, passend bij hun leefwereld en kennisniveau.’

Instapniveau
Hoewel volwassenen ongetwijfeld meer weten over AI dan jonge kinderen, is het altijd goed om bij de basis te beginnen, tipt Dijkema. ‘De ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie gaan zo snel, dat het altijd goed is uit te gaan van een toegankelijk instapniveau.’

Zo liet dbieb tijdens haar jaarlijkse Weekend van de Wetenschap kinderen en hun ouders kennismaken met ChatGPT. ‘We lieten hen vragen aan de chatbot stellen en gingen vervolgens met hen in gesprek – niet alleen over de vraag hoe je een zo goed mogelijk antwoord uit je computer laat rollen, maar ook over de herkomst van de informatie die je op je scherm krijgt. Voor veel kinderen was dat de eerste keer dat ze ChatGPT gebruikten. Veel van hen waren erg enthousiast en gaven aan de chatbot vaker te willen raadplegen. Ouders zagen juist meer de schaduwkant.’

Ook voor andere doelgroepen bood dbieb activiteiten aan. Zo trad voor de volwassen doelgroep AI-expert Sander Duivestein op, onder meer bekend van het boek Echt nep. Aan de hand van voorbeelden uit de actualiteit praatte hij aanwezigen bij over de ontwikkelingen op dit gebied. Ook organiseerde de bibliotheekorganisatie een speciale talkshow voor jongeren, onder de noemer ‘AI, wat moet ik met ChatGPT?’. Zij konden luisteren naar verhalen van verschillende gasten, onder wie Mats Dekker, bekend van het boek Mats in de Metaverse, dat hij schreef met behulp van ChatGPT. Ook aanwezig was singer-songwriter Naduah, die bij het schrijven van haar teksten regelmatig AI om hulp vraagt.

Bewust van omgeving
Tijdens het programma werden zowel de kansen als de gevaren van kunstmatige intelligentie verkend. Die tweezijdige boodschap is volgens Dijkema essentieel. Ook belangrijk is het om een programma de vorm te geven die het best bij je doelgroep past. Zo hebben jongeren in de regel een kortere aandachtspanne dan volwassenen en hebben zij behoefte aan een meer interactief programma, waarin bijvoorbeeld regelmatig om hun mening gevraagd wordt. Zo was bij een van de jongerenactiviteiten over AI in dbieb een liedjesschrijver aanwezig die van de input die de aanwezige jongeren hem gaven direct een nummer kneedde.

Bij het samenstellen van programma’s over kunstmatige intelligentie is het bovendien belangrijk dat je je bewust bent van wat er in je omgeving speelt, benadrukt Dijkema. ‘Neem bijvoorbeeld het recente smartphoneverbod op scholen: dat maakt bij veel tieners een hoop los. Ook zou ik willen adviseren niet te ver vooruit te plannen; voor je het weet, haalt de techniek je in. En maak het niet te ingewikkeld; veel mensen vinden kunstmatige intelligentie al spannend genoeg.’

Bibliotheekblad 3 maart 2024

Artificiële intelligentie (AI) / kunstmatige intelligentie

Hoe krijg je het besef van het belang van kennis over AI bij jongeren tussen de oren? Momenteel heeft Huis73 AI-samenwerkingen lopen met twee middelbare scholen in het werkgebied. (In verband met de AVG-wetgeving zijn er geen leerlingen herkenbaar afgebeeld).

Lokale bibliotheken geven AI een plek in hun organisatie

Bibliotheekblad 3 maart 2024

Bij dbieb in Leeuwarden nemen digitale vaardigheden een belangrijke plek in in het activiteitenprogramma. Op het programma staan voor veel burgers relevante onderwerpen, zoals een gezonde mediaopvoeding, je digitale nalatenschap en wat je allemaal moet regelen als je achttien wordt.

Dit aanbod maakt goed duidelijk hoeveel vandaag de dag van de burger op digitaal gebied verwacht wordt. Ook wie veel kennis van de online wereld denkt te hebben, kan bij de bibliotheek altijd blijven bijleren – of het nu met een boek is, een lezing, een workshop of een ontmoetingsavond.

Dat geldt zeker ook voor alles wat er te weten valt over kunstmatige intelligentie, beseffen ze bij dbieb. In 2023 liep AI als een rode draad door de programmering van de Leeuwardense bibliotheekorganisatie, vertelt programmamaker Renate Dijkema. ‘Dit onderwerp is voor iedereen relevant. Daarom wilden we voor elke doelgroep activiteiten organiseren, passend bij hun leefwereld en kennisniveau.’

Instapniveau
Hoewel volwassenen ongetwijfeld meer weten over AI dan jonge kinderen, is het altijd goed om bij de basis te beginnen, tipt Dijkema. ‘De ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie gaan zo snel, dat het altijd goed is uit te gaan van een toegankelijk instapniveau.’

Zo liet dbieb tijdens haar jaarlijkse Weekend van de Wetenschap kinderen en hun ouders kennismaken met ChatGPT. ‘We lieten hen vragen aan de chatbot stellen en gingen vervolgens met hen in gesprek – niet alleen over de vraag hoe je een zo goed mogelijk antwoord uit je computer laat rollen, maar ook over de herkomst van de informatie die je op je scherm krijgt. Voor veel kinderen was dat de eerste keer dat ze ChatGPT gebruikten. Veel van hen waren erg enthousiast en gaven aan de chatbot vaker te willen raadplegen. Ouders zagen juist meer de schaduwkant.’

Ook voor andere doelgroepen bood dbieb activiteiten aan. Zo trad voor de volwassen doelgroep AI-expert Sander Duivestein op, onder meer bekend van het boek Echt nep. Aan de hand van voorbeelden uit de actualiteit praatte hij aanwezigen bij over de ontwikkelingen op dit gebied. Ook organiseerde de bibliotheekorganisatie een speciale talkshow voor jongeren, onder de noemer ‘AI, wat moet ik met ChatGPT?’. Zij konden luisteren naar verhalen van verschillende gasten, onder wie Mats Dekker, bekend van het boek Mats in de Metaverse, dat hij schreef met behulp van ChatGPT. Ook aanwezig was singer-songwriter Naduah, die bij het schrijven van haar teksten regelmatig AI om hulp vraagt.

Bewust van omgeving
Tijdens het programma werden zowel de kansen als de gevaren van kunstmatige intelligentie verkend. Die tweezijdige boodschap is volgens Dijkema essentieel. Ook belangrijk is het om een programma de vorm te geven die het best bij je doelgroep past. Zo hebben jongeren in de regel een kortere aandachtspanne dan volwassenen en hebben zij behoefte aan een meer interactief programma, waarin bijvoorbeeld regelmatig om hun mening gevraagd wordt. Zo was bij een van de jongerenactiviteiten over AI in dbieb een liedjesschrijver aanwezig die van de input die de aanwezige jongeren hem gaven direct een nummer kneedde.

Bij het samenstellen van programma’s over kunstmatige intelligentie is het bovendien belangrijk dat je je bewust bent van wat er in je omgeving speelt, benadrukt Dijkema. ‘Neem bijvoorbeeld het recente smartphoneverbod op scholen: dat maakt bij veel tieners een hoop los. Ook zou ik willen adviseren niet te ver vooruit te plannen; voor je het weet, haalt de techniek je in. En maak het niet te ingewikkeld; veel mensen vinden kunstmatige intelligentie al spannend genoeg.’

Het afgelopen jaar kwam het gebruik van kunstmatige intelligentie wereldwijd in een stroomversnelling. Ook bibliotheken sprongen daar, als experts in informatievoorziening, op in. Hoe geef je als lokale bibliotheek AI een plek in je organisatie, bijvoorbeeld in de programmering en dienstverlening? Huis73, dbieb en Innovatieteam Flevoland vertellen hoe zij het aanpakken.

Kunstmatige intelligentie voor iedereen

TEKST: Anne van den Dool • Foto’s: Super Formosa Photography • Video: De Nieuwe Bibliotheek

Artificiële intelligentie (AI) / kunstmatige intelligentie

Momenteel heeft Huis73 AI-samenwerkingen lopen met twee middelbare scholen in het werkgebied. Verdere uitbreiding staat op de wensenlijst, maar is gezien de beperkte personeelscapaciteit ingewikkeld, want ook volwassenen moeten worden bediend in hun behoeften aan programmering over kunstmatige intelligentie, onder meer in de vorm van maaksessies, lezingen en debatten.

Gouden formule
Ook bij die doelgroep is de kennis wisselend, ziet Blom, maar het bewustzijn is er. ‘Sommige bezoekers maken zich zorgen: waar gaat het heen met de technologie? Die weten vaak al veel van kunstmatige intelligentie. De volgende stap is dat we ook mensen bereiken die nog niet thuis zijn in het onderwerp. Dat kan bijvoorbeeld door camouflageaanbod aan te bieden, zoals schrijfcafés met ChatGPT of lezingen over andere onderwerpen, zodat je er toch mee in aanraking komt. Ook in ons kunstencentrum kan technologie een plek krijgen.’

Het blijft, kortom, nog zoeken: hoe ontwikkel je voor iedere doelgroep passend aanbod rondom AI? ‘Ook wij hebben na een paar jaar de gouden formule nog niet gevonden’, stelt Blom gerust. ‘We ontwikkelen allerlei interventies, die hopelijk stuk voor stuk bijdragen aan het grotere effect dat we teweeg willen brengen. Je hoeft niet direct alles anders te doen: klein beginnen is al goed genoeg.’

Nawoord redactie
In Bibliotheekblad 1-2024 (digitaal) las u al eerder over dit onderwerp in de artikelen:
AI krijgt een plek in de bibliotheek.
ChatGPT aan het woord over de rol van AI in de bibliotheek.

AI-inspiratiegids voor bibliotheken

Medewerkers ontlasten
Dat laatste geldt niet alleen voor bezoekers van de bibliotheek, maar net zo goed voor medewerkers. Dat weet Leontine van Melle, provinciaal projectleider innovatie bij De Nieuwe Bibliotheek in Almere en bij FlevoMeer Bibliotheken, maar al te goed. Het afgelopen jaar was zij betrokken bij meerdere pilots op het gebied van kunstmatige intelligentie – en met succes.

Een van die pilots betrof de inzet van een robot die door de bibliotheek in Almere zoefde om bezoekers te helpen met hun vragen. De robot vertelde hoe men de catalogus moest gebruiken, waar de wc te vinden was en hoe men het snelst bij een activiteit kon komen.

De robot was een hit, durft Van Melle wel vast te stellen. ‘Bezoekers werden heel vrolijk van de robot en voelden zich goed geholpen. Bovendien ontlastte het de frontofficemedewerkers. Daarnaast hielp hij onze medewerkers vertrouwd te raken met de inzet van AI. Zij moesten de robot instrueren met de juiste vragen en antwoorden.’

Uiteindelijk werd de pilot niet omgezet in een permanente robothulp. ‘Het was nog net te vroeg’, licht Van Melle toe. ‘De techniek was nog te duur en net te ingewikkeld om te gebruiken. Ook waren we als organisatie nog niet goed voorbereid: we hebben nog onvoldoende kennis van zaken en hebben geen vaste medewerkers die zich hierover ontfermen. En dat is wel nodig, want als je een robot niet blijft voeden met nieuwe scripts, blijft die continu hetzelfde verhaal vertellen.’

Wel zijn er wensen om de robot alsnog een plek te geven in de bibliotheek. Dan kan die bijvoorbeeld feedback ophalen bij bezoekers of videobellen met klanten of medewerkers die van een afstandje willen kunnen zien wat er in een andere bibliotheek te vinden of te doen is.

Chatbot ontzorgt
De kennis die dankzij de robotpilot werd opgedaan, wordt inmiddels gebruikt in een ander project: de implementatie van een chatbot op de website. Op dit moment hebben nog maar een paar bibliotheken in Nederland zo’n chatfunctie, terwijl die wel heel handig kan zijn, beweert Van Melle. ‘Voor de bibliotheken in Flevoland is die stap onderdeel van het bouwen van een complete virtuele vestiging. Het liefst geeft de chatbot antwoord in zowel het Nederlands als in andere talen, en kan die zowel reageren op geschreven als gesproken tekst.’

Eerder experimenteerde het innovatieteam samen met De Nieuwe Bibliotheek al met het gebruik van spraakassistentie om te zoeken in de catalogus. Dat werd positief ontvangen: met name jongeren die naar eigen zeggen te lui waren om te typen werden blij van de functionaliteit. Ook voor mensen met reumatische klachten bleek het een uitkomst, net als voor kinderen die nog moeten leren lezen en schrijven.

Mooie stappen op inclusiegebied, kortom. Ook voor de uitrol van die pilot bleek het echter nog net te vroeg. ‘Het bleek moeilijk om de koppeling te maken met de huidige systemen’, legt Van Melle uit. ‘We moeten wachten totdat de techniek toegankelijker wordt. Daarbij helpt het als de landelijke urgentie ook meer gevoeld wordt.’

Vliegsimulator voor gesprekken
Een ander experiment is dat met een digitaal praatmaatje dat dient als gesprekspartner voor mensen die de Nederlandse taal aan het leren zijn. ‘Zie het als een soort vliegsimulator voor gesprekken voeren’, vertelt Van Melle beeldend. ‘De techniek geeft je feedback op je uitspraak. Bij de pilot waren bezoekers van het Taalcafé alvast enthousiast over de mobiele applicatie. Het kan best spannend zijn om de uitspraak van een nieuwe taal te oefenen, een robot oordeelt niet. Bovendien maakt het je flexibeler: je kunt oefenen waar en wanneer je wilt.’

Al deze initiatieven zijn wat Van Melle betreft nog maar het begin. ‘In 2023 hebben we warmgedraaid, in 2024 ligt de focus van het innovatieteam helemaal op AI. Daar hoort ook goede voorlichting van de medewerkers bij. Daarbij gebruiken we onder andere de VR-film Evolution is Messy, die is gemaakt door onderzoeker Miguel Mira met behulp van kunstmatige intelligentie. Daarin zie je de evolutie van de mens in relatie tot technologie, met als boodschap de aanmoediging om technologie te omarmen. Evolutie gaat nu eenmaal niet in een rechte lijn.’

Zelf achter het stuur
De film dient als een mooie gespreksstarter: gebruikte de mens niet altijd al hulpmiddelen om het leven makkelijker te maken, bijvoorbeeld in de vorm van takken en stenen? Bovendien is de ervaring dat leren door te beleven, zoals je met deze film over AI doet, ervoor zorgt dat informatie beter blijft hangen.

Met initiatieven als deze hoopt Van Melle dat kunstmatige intelligentie voor zowel bezoekers als collega’s minder spannend en ongrijpbaar wordt. ‘Ik wil mensen aanmoedigen zich niet alleen maar afhankelijk op te stellen van grote techbedrijven, maar zelf achter het stuur te gaan zitten. Op die manier kun je ook invloed uitoefenen op de kwaliteit van de output. We bevinden ons nu nog in een beginstadium waarin we deze technologie het makkelijkst naar onze hand kunnen zetten. Daar hebben wij als publieke instelling een belangrijke taak in.’

Kritisch reflecteren
Ook bij Huis73 in Den Bosch wordt druk geëxperimenteerd met kunstmatige intelligentie. De bibliotheekorganisatie maakte enkele jaren geleden onderdeel uit van de proeftuinregeling van de KB, de nationale bibliotheek, op het gebied van digitaal burgerschap. Huis73 besloot in te zetten op programmering rondom AI, en dan met name voor middelbare scholieren. De naam van het project: Verse Algoritmes.

Het bleek een schot in de roos: nog steeds gaat de bibliotheek wekelijks met honderden leerlingen het gesprek aan over kunstmatige intelligentie, in de vorm van lezingen, workshops en meer. Van vmbo-t tot vwo: iedereen komt in aanraking met het onderwerp.

Deze doelgroep vraagt om een ander type gesprek dan volwassenen, merkt projectleider Jitske Blom. ‘Kritisch reflecteren op technologie is voor deze jongeren vaak nog drie bruggen te ver. Met onze programmering proberen we ze de ogen te openen. Dat is best ingewikkeld: kunstmatige intelligentie is voor zowel volwassenen als kinderen een abstract begrip, dat vaak wordt verbeeld met robots en ingewikkelde computersystemen. De opkomst van ChatGPT heeft wel enigszins geholpen: daardoor begrijpen veel mensen waartoe AI in staat is.’

Hoe begin je dan toch dit gesprek? Door kunstmatige intelligentie te zien als een volgende stap in de ontwikkeling van het digitale veld, waarvan het internet en de metaverse eerdere fasen waren, denkt Blom. ‘Sommige mensen vragen zich af of we AI als ontwikkeling niet langs ons heen moeten laten gaan. Dat denken wij bij Huis73 niet: dit is een ongelooflijk urgent onderwerp dat perfect past binnen onze opgave op het gebied van digitaal burgerschap. Hoewel de nieuwswaarde van een nieuwe ontwikkeling zoals ChatGPT op een gegeven moment afzwakt, blijft die ontwikkeling doorgaan.’

Begin bij het begin
Hoe krijg je dat besef bij jongeren tussen de oren? Door bij het begin te beginnen, beseft ook Blom. ‘De intrinsieke motivatie om met dit onderwerp bezig te zijn ontbreekt bij deze doelgroep vaak nog. Het is dus belangrijk niet uit te gaan van al te veel voorkennis of kritisch bewustzijn.’

Gelukkig voelen steeds meer scholen wel de urgentie om met dit onderwerp aan de slag te gaan. Toch is ook dat vaak kwetsbaar: het enthousiasme ligt vaak bij één docent en de bibliotheek wordt niet altijd als logische partner gezien. ‘Daarom is het belangrijk ons hier expliciet op te profileren’, benadrukt Blom. ‘Ook docenten zijn voor ons een belangrijke doelgroep: zij hebben vaak nog genoeg te leren op het gebied van AI. We moeten dit onderwerp zo aanbieden dat ze het makkelijk kunnen implementeren in het curriculum, zonder dat het extra tijd of energie kost.’

Wil je meer lezen over de inzet van AI in bibliotheken? Neem dan een kijkje in de AI-inspiratiegids (klik op deze link en download deze rechtstreeks.) In deze gids vind je informatie over succesvolle AI-activiteiten die bibliotheken georganiseerd hebben. Ook lees je reacties van collega’s die bij deze activiteiten betrokken waren. Hiervoor zijn programmamakers van elf verschillende bibliotheken geïnterviewd.