Kunstmatige intelligentie krijgt een plek in de bibliotheek
Het afgelopen jaar kwam het gebruik van kunstmatige intelligentie wereldwijd in een stroomversnelling. Hoe kunnen we deze technologie een plek geven in de openbare bibliotheek? Het antwoord blijkt ‘veelkantig’.
Aan de slag met AI
AI/ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE
TEKST: ANNE VAN DEN DOOL • ILLUSTRATIES: UIT HET DE PUBLICATIE
VAN CUBISS OVER DE LANDELIJKE AI-DAG VOOR BIBLIOTHEKEN
Het begrip ‘kunstmatige intelligentie’ zoemt al een tijd rond in de bibliotheeksector, maar het afgelopen jaar nam de commotie rondom deze technologie wel een bijzonder hoge vlucht. AI kwam de huiskamers binnen, met name in de vorm van wel heel slimme tekst- en beeldgeneratoren, zoals ChatGPT, DALL·E en Midjourney.
Plots had iedere burger krachtige tools in handen waarmee naar hartenlust werd geëxperimenteerd. Tegelijkertijd riepen deze ontwikkelingen allerlei vragen op. Welke vragen kun je wel en niet stellen aan zo’n AI-tool? Spreekt ChatGPT altijd de waarheid? Bij wie ligt het auteursrecht wanneer een beeldgenerator op basis van beelden van het hele internet een nieuwe foto creëert?
Burgers wegwijs maken
Het zijn vragen die dicht tegen het vakgebied van de bibliotheek aanschuren: burgers wegwijs maken in de wereld van – betrouwbare – informatie. Waar de bibliotheek als fysieke plek ooit dé toegangspoort tot kennis vormde, is die rol nu vooral weggelegd voor zoekmachines en andere digitale platformen, met tools als ChatGPT als belangrijke wegwijzers. Maar welke informatie kunnen we vertrouwen en welke niet? Het antwoord op die vraag is met de brede beschikbaarheid van AI-tools nog een stukje ingewikkelder geworden.
Niet zo vreemd, dus, dat de afgelopen tijd vanuit verschillende hoeken in de sector initiatieven zijn ontstaan die bibliotheken ondersteunen in hun zoektocht naar de invloed van AI op hun werkzaamheden. Een daarvan is de AI-Parade, een initiatief van de werkgroep Cultuur en Media en de bouwsteen Mensgerichte AI van de Nederlandse AI Coalitie. De AI-Parade reisde de afgelopen achttien maanden langs evenveel bibliotheken in bijna alle provincies waar in samenwerking met lokale partners debatten, workshops en tentoonstellingen werden aangeboden. Het doel: burgers meer inzicht geven in de kansen en risico’s die AI met zich meebrengt.
Perfecte timing
De reizende manifestatie kwam precies op het juiste moment, aldus projectleider Britta Wielaard. ‘We kregen veel meer aanmeldingen binnen dan we kwijt konden. Bibliotheken merken ook hoe booming AI is. De timing van de AI-Parade kon wat dat betreft niet beter: door de opkomst van ChatGPT en andere tools groeide de vraag naar kennis over de werking van kunstmatige intelligentie exponentieel.’
Bibliotheken mochten de inhoud van hun lokale programma zelf vormgeven. De populariteit van ChatGPT was daarin goed terug te zien: plots kwamen er workshops ChatGPT voor beginners op het programma. Verder konden bibliotheekbezoekers kennismaken met AI-pottenbakrobots en AI-dichters. Ook stonden er debatten rondom het onderwerp op het programma en werden quizzen georganiseerd waarbij de deelnemers moesten raden of een beeld gemaakt was door AI of door een mens.
De AI-Parade was een groot succes, aldus Wielaard. ‘De bibliotheek bleek een heel passende plek voor burgers om in gesprek te gaan over AI. Hier kun je kennismaken met de mogelijkheden én risico’s van kunstmatige intelligentie. Die nuance past bij onze rol als onafhankelijk instituut. We zoeken nu naar manieren om de opgedane kennis en vaardigheden onder meer bibliotheken te verspreiden, bijvoorbeeld door een deel van de ontwikkelde activiteiten te borgen in het landelijke programma digitaal burgerschap.’
Basisprincipes
De AI-Parade heeft ongetwijfeld geholpen de zo lastig grijpbare term ‘kunstmatige intelligentie’ voor openbare bibliotheken dichterbij te brengen. En dat is maar goed ook, want voor de sector zijn allerlei toepassingen denkbaar. Al in mei 2020 formuleerde de KB, de nationale bibliotheek, zeven richtlijnen voor bibliotheken op het gebied van AI. Kunstmatige intelligentie is volgens dit document ‘een relevant hulpmiddel voor de digitale transformatie die de bibliotheken op dit moment doormaken’, met mogelijke toepassingen in de dienstverlening van de bibliotheek en de werkwijze van bibliothecarissen. Bovendien kan de bibliotheek zelf bijdragen aan de ontwikkeling van AI en kan ze helpen om kunstmatige intelligentie op een verantwoorde manier in te zetten.
De bibliotheek is dus niet alleen een potentiële gebruiker van AI, maar kan ook een rol spelen in de ontwikkeling van dit vakgebied. In de ogen van de KB is de bibliotheek daarvoor de uitgelezen plek: dankzij de eeuwenlange ervaring met het collectioneren, cureren, organiseren en toegankelijk maken van informatie is deze sector bij uitstek de partij die AI-toepassingen met haar datacollecties kan trainen en vormen.
Om dat op een verantwoorde manier te doen, stelde de KB een zevental basisprincipes op: toegankelijk, robuust, onpartijdig, transparant, privé, onder toezicht en inclusief. Zo moet de bibliotheek AI primair inzetten voor twee van haar kerntaken: het toegankelijk maken van informatie voor het publiek en het bevorderen van geletterdheid van alle burgers. Ook mag alleen gewerkt worden met AI-toepassingen die robuust ontworpen en ontwikkeld worden en die betrouwbaar zijn in het gebruik. Verder worden geen AI-toepassingen gebruikt of ontwikkeld die actief het gedrag of denken van mensen beogen te manipuleren.
Goed voorlichten
Deze opsomming laat zien hoe complex het werken met kunstmatige intelligentie is. Hoe word je als bibliotheek wegwijs uit alle mogelijkheden én risico’s? Daarvoor is goede voorlichting belangrijk, benadrukt ook Dionne Klein, projectleider digitaal bij Cubiss. ‘Kunstmatige intelligentie kan op tal van manieren een plek krijgen binnen de bibliotheek, zowel in de programmering als om de eigen organisatie te verbeteren. AI helpt bijvoorbeeld om databases beter doorzoekbaar te maken. Tegelijkertijd is het onze taak als bibliotheek om burgers te helpen het onderscheid te maken tussen feiten en door AI gegenereerd nepnieuws.’
Met de ontwikkeling van AI-technologieën nemen zowel de mogelijkheden als gevaren dus toe. Des te belangrijker dat we ons als sector verdiepen in het onderwerp. Daartoe werd op 23 januari door Cubiss op de Brightlands Smart Services Campus in Heerlen een landelijke informatiedag voor bibliotheken georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst konden zij allerlei workshops bijwonen, onder meer op het gebied van data-ethiek en zelfrijdende auto’s. Daarnaast werd een inspiratiegids voor bibliotheken uitgereikt met links naar interessante artikelen, video’s en sites over AI.
Vormen van informatievoorziening als deze zijn essentieel om de sector vooruit te helpen. Des te belangrijker is het om dit blijvend te borgen. Niet voor niets is de omgang met AI onderdeel van het landelijke programma digitaal burgerschap, een samenwerking tussen de KB, de VOB en SPN, gefinancierd door Stichting Pica. Dit programma, dat tot 2026 loopt, zet zich onder meer in voor gedeelde programmering in bibliotheken, waaronder ook de AI-Parade, en deskundigheidsbevordering voor medewerkers.
Workshops en debatten
In de praktijk kiezen bibliotheken vaak voor AI-gerelateerde activiteiten in de vorm van workshops en debatten, zoals Tegenlicht Meet-Ups, filmavonden en panelgesprekken. Met name in die laatste vorm komen de voors en tegens van deze technologie uitgebreid aan bod. In de panels schuiven vaak experts aan op het gebied van zowel techniek als ethiek. Daardoor worden bezoekers uitgenodigd na te denken over vragen als: welke mogelijkheden biedt AI mij in het dagelijks leven? Maar ook: wat gebeurt er eigenlijk met de vragen die ik stel aan ChatGPT? Worden die ergens opgeslagen en aan mij gekoppeld? Hoe weet ik dat de antwoorden die ik krijg kloppen? En van wie zijn die antwoorden eigenlijk: van mij of van de tool?
Wanneer bibliotheken met zulke programmering aan de slag gaan, is het belangrijk dat ze zichzelf een aantal vragen stellen, vindt Klein. ‘Allereerst moet je vaststellen welke doelgroep je wilt bereiken: gaat het om jongeren of volwassenen, om mensen met veel of mensen met weinig kennis van technologie? Daarnaast moet je als bibliotheek in kaart brengen met welke organisaties in je omgeving je op dit gebied kunt samenwerken, zoals een hogeschool, universiteit of ander kennisplatform in de buurt.’
Welkomstrobots
Ook bezoekers van de bibliotheek kunnen een rol spelen in de ontwikkeling van programmering. Zo werd in Eindhoven de hulp van jongeren in het leven geroepen om alternatieve zoekfuncties voor de catalogus te ontwikkelen, zoals het gevoel dat een verhaal je geeft. Verder kunnen kunstenaars uit de omgeving een belangrijke rol spelen in het zichtbaar en bespreekbaar maken van dit complexe onderwerp. Zo sloeg Huis73 de handen ineen met wereldberoemd mediakunstenaar Dries DePoorter, die met zijn werk inspeelt op kwesties als privacy, surveillance en het manipuleren van algoritmes op het internet.
In de praktijk lijken bibliotheken dus vooral bezig met het verzorgen van programmering om burgers voor te lichten over de mogelijkheden en risico’s van AI. Toch zetten enkele bibliotheken kunstmatige intelligentie ook al in om hun dagelijkse werkzaamheden uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van robots om bezoekers welkom te heten en chatbots die digitale vragen van bezoekers beantwoorden.
Waar grotere bibliotheken graag zo snel mogelijk aan de slag gaan met onderwerpen als deze, is AI voor met name kleinere organisaties vaak nog een ver-van-hun-bedshow. Zij hebben lang niet altijd de mensen en middelen beschikbaar zich bezig te houden met zaken die strikt gezien niet tot de kernfuncties van de bibliotheek behoren. Tegelijkertijd krijgen ook zij ongetwijfeld vragen, bijvoorbeeld via het Informatiepunt Digitale Overheid (IDO). Voor deze kleinschalige organisaties is de startregeling van het programma digitaal burgerschap beschikbaar. Deze regeling biedt bibliotheken de mogelijkheid uit te zoeken hoe zij aanbod op het gebied van digitaal burgerschap, zoals ook AI, in het eigen werkgebied het beste kunnen vormgeven. Ze ontwikkelen een veranderstrategie en formuleren een lokaal plan op basis van een analyse van de lokale omgeving en het eigen netwerk.
Begin simpel
Voor de financiering van de uitvoering van dit plan kunnen bibliotheken vervolgens een beroep doen op de programmeringsregeling met als doel om daadwerkelijke activiteiten op te zetten. Uitgangspunten zijn onder meer dat de programmering in samenspraak en cocreatie met de doelgroep tot stand komt. Wie echt groots te werk wil gaan, schrijft zich in voor de proeftuinregeling. Hierin wordt aan bibliotheekorganisaties de ruimte geboden voor experiment en innovatie, onder meer door nieuwe vormen van dienstverlening te verkennen, bijvoorbeeld middels het gebruik van kunstmatige intelligentie. Hiervoor is een bedrag van 50 duizend euro per bibliotheek beschikbaar.
Op dit moment zijn 48 bibliotheken in het hele land onderdeel van een van deze regelingen op het gebied van digitaal burgerschap. Een deel van hen is druk bezig de mogelijkheden en beperkingen van AI te verkennen. Het hoeft echter niet meteen zo groots, benadrukt Klein. ‘Neem bijvoorbeeld het gebruik van de app Lees Simpel, een tool waarmee lastige brieven automatisch worden vertaald naar laagdrempelig Nederlands. Zo’n tool kan bibliotheekmedewerkers die hier vaak vragen over krijgen van burgers enorm ontlasten.’
Behoefte aan kaders
Er valt, kortom, al een hoop kennis over AI te halen in de sector. Des te belangrijker, vinden Niels Bogaards, AI-expert bij NBD Biblion, en Michel de Gruijter, AI-adviseur bij de KB, dat we de krachten op dit gebied wat vaker bundelen. Samen voerden zij daarom het afgelopen jaar een verkenning uit naar een normenkader voor de bibliotheeksector op het gebied van AI.
Allebei voelden ze dat de zeven AI-principes die een aantal jaar geleden werden opgesteld niet het einde mochten betekenen van de verkenning. NBD Biblion klopte vorig jaar met die principes in de hand aan bij de KB: moeten we hier niet samen mee aan de slag?
Zowel voor als achter de schermen van de bibliotheek bleek een blijvende behoefte aan kaders voor de omgang met AI, zag Bogaards. ‘Er wordt van alles voor bibliotheken ontwikkeld, soms ook met behulp van kunstmatige intelligentie. We willen dat bibliotheken het vertrouwen kunnen hebben dat dit voldoet aan hun normen en waarden. Dat is echter niet vanzelfsprekend: met name grote spelers in de AI-wereld hebben soms andere uitgangspunten dan de Nederlandse publieke sector.’
Des te belangrijker daar gedegen kaders voor op te stellen, bijvoorbeeld op het gebied van privacy. ‘Waar gaan de data waarover bibliotheken beschikken allemaal naartoe, bijvoorbeeld als het gaat om de uitleengeschiedenis van gebruikers? Wanneer we daar niet zorgvuldig mee omgaan, kan dat het imago van de bibliotheek als hoeder van de digitale veiligheid misschien zelfs aantasten.’
Angst voor AI
Ook sommige gebruikers van de diensten van NBD Biblion uitten de afgelopen tijd hun angst over het toenemende gebruik van AI bij het vormgeven van de diensten van de organisatie. ‘Zijn jullie mensen aan het vervangen door robots, vroeg men dan. Op die vragen wilden we graag een antwoord bieden. Met een normenkader in de hand kunnen medewerkers niet alleen vereisten neerleggen bij producenten, maar ook intern het gesprek met elkaar aangaan.’
Zo’n normenkader is er niet zomaar. Daarom hebben Bogaards en De Gruijter een document opgesteld dat hopelijk helpt om de sector zover te krijgen dit te gaan ontwikkelen, in samenwerking met verschillende stakeholders, waaronder wetenschappers, gebruikers en leveranciers. De eerste stap in dat proces: de koppen bij elkaar steken. ‘We hebben de hele sector nodig’, aldus De Gruijter. ‘We willen bestaande initiatieven bundelen en aanmoedigen samen te werken met collega’s indien mogelijk. Maar laten we vooral ook de blik naar buiten richten, door samen te werken met deskundige organisaties als PublicSpaces en Waag.’
De ontwikkelingen op het gebied van AI gaan reusachtig snel, stelt Bogaards vast. ‘Een jaar geleden had nog niemand van ChatGPT gehoord. Des te belangrijker om de krachten te bundelen: alleen dan kunnen we met zijn allen bijblijven, de regie behouden en er zo voor zorgen dat de bibliotheek een betrouwbare, veilige en innovatieve plek blijft.’
Sander Voerman, ontwikkeladviseur Positionering & Innovatie bij Bibliotheek Rivierenland,
werd door SRC TV (het televisiekanaal voor Rivierenland en de Vijfheerenlanden) geïnterviewd over de AI-Parade die in november 2023 plaatsvond in diverse bibliotheken, waaronder Bibliotheek Rivierenland.
Niels Bogaards, AI-expert bij NBD Biblion, en Michel de Gruijter, AI-adviseur bij de KB hebben een AI-normenkader voor de bibliotheeksector opgesteld.
Bibliotheekblad 1 januari 2024
Sander Voerman, ontwikkeladviseur Positionering & Innovatie bij Bibliotheek Rivierenland, werd door SRC TV (het televisiekanaal voor Rivierenland en de Vijfheerenlanden) geïnterviewd over de AI-Parade die in november 2023 plaatsvond in diverse bibliotheken, waaronder Bibliotheek Rivierenland.
Het begrip ‘kunstmatige intelligentie’ zoemt al een tijd rond in de bibliotheeksector, maar het afgelopen jaar nam de commotie rondom deze technologie wel een bijzonder hoge vlucht. AI kwam de huiskamers binnen, met name in de vorm van wel heel slimme tekst- en beeldgeneratoren, zoals ChatGPT, DALL·E en Midjourney.
Plots had iedere burger krachtige tools in handen waarmee naar hartenlust werd geëxperimenteerd. Tegelijkertijd riepen deze ontwikkelingen allerlei vragen op. Welke vragen kun je wel en niet stellen aan zo’n AI-tool? Spreekt ChatGPT altijd de waarheid? Bij wie ligt het auteursrecht wanneer een beeldgenerator op basis van beelden van het hele internet een nieuwe foto creëert?
Burgers wegwijs maken
Het zijn vragen die dicht tegen het vakgebied van de bibliotheek aanschuren: burgers wegwijs maken in de wereld van – betrouwbare – informatie. Waar de bibliotheek als fysieke plek ooit dé toegangspoort tot kennis vormde, is die rol nu vooral weggelegd voor zoekmachines en andere digitale platformen, met tools als ChatGPT als belangrijke wegwijzers. Maar welke informatie kunnen we vertrouwen en welke niet? Het antwoord op die vraag is met de brede beschikbaarheid van AI-tools nog een stukje ingewikkelder geworden.
Niet zo vreemd, dus, dat de afgelopen tijd vanuit verschillende hoeken in de sector initiatieven zijn ontstaan die bibliotheken ondersteunen in hun zoektocht naar de invloed van AI op hun werkzaamheden. Een daarvan is de AI-Parade, een initiatief van de werkgroep Cultuur en Media en de bouwsteen Mensgerichte AI van de Nederlandse AI Coalitie. De AI-Parade reisde de afgelopen achttien maanden langs evenveel bibliotheken in bijna alle provincies waar in samenwerking met lokale partners debatten, workshops en tentoonstellingen werden aangeboden. Het doel: burgers meer inzicht geven in de kansen en risico’s die AI met zich meebrengt.
Perfecte timing
De reizende manifestatie kwam precies op het juiste moment, aldus projectleider Britta Wielaard. ‘We kregen veel meer aanmeldingen binnen dan we kwijt konden. Bibliotheken merken ook hoe booming AI is. De timing van de AI-Parade kon wat dat betreft niet beter: door de opkomst van ChatGPT en andere tools groeide de vraag naar kennis over de werking van kunstmatige intelligentie exponentieel.’
Bibliotheken mochten de inhoud van hun lokale programma zelf vormgeven. De populariteit van ChatGPT was daarin goed terug te zien: plots kwamen er workshops ChatGPT voor beginners op het programma. Verder konden bibliotheekbezoekers kennismaken met AI-pottenbakrobots en AI-dichters. Ook stonden er debatten rondom het onderwerp op het programma en werden quizzen georganiseerd waarbij de deelnemers moesten raden of een beeld gemaakt was door AI of door een mens.
De AI-Parade was een groot succes, aldus Wielaard. ‘De bibliotheek bleek een heel passende plek voor burgers om in gesprek te gaan over AI. Hier kun je kennismaken met de mogelijkheden én risico’s van kunstmatige intelligentie. Die nuance past bij onze rol als onafhankelijk instituut. We zoeken nu naar manieren om de opgedane kennis en vaardigheden onder meer bibliotheken te verspreiden, bijvoorbeeld door een deel van de ontwikkelde activiteiten te borgen in het landelijke programma digitaal burgerschap.’
Basisprincipes
De AI-Parade heeft ongetwijfeld geholpen de zo lastig grijpbare term ‘kunstmatige intelligentie’ voor openbare bibliotheken dichterbij te brengen. En dat is maar goed ook, want voor de sector zijn allerlei toepassingen denkbaar. Al in mei 2020 formuleerde de KB, de nationale bibliotheek, zeven richtlijnen voor bibliotheken op het gebied van AI. Kunstmatige intelligentie is volgens dit document ‘een relevant hulpmiddel voor de digitale transformatie die de bibliotheken op dit moment doormaken’, met mogelijke toepassingen in de dienstverlening van de bibliotheek en de werkwijze van bibliothecarissen. Bovendien kan de bibliotheek zelf bijdragen aan de ontwikkeling van AI en kan ze helpen om kunstmatige intelligentie op een verantwoorde manier in te zetten.
De bibliotheek is dus niet alleen een potentiële gebruiker van AI, maar kan ook een rol spelen in de ontwikkeling van dit vakgebied. In de ogen van de KB is de bibliotheek daarvoor de uitgelezen plek: dankzij de eeuwenlange ervaring met het collectioneren, cureren, organiseren en toegankelijk maken van informatie is deze sector bij uitstek de partij die AI-toepassingen met haar datacollecties kan trainen en vormen.
Om dat op een verantwoorde manier te doen, stelde de KB een zevental basisprincipes op: toegankelijk, robuust, onpartijdig, transparant, privé, onder toezicht en inclusief. Zo moet de bibliotheek AI primair inzetten voor twee van haar kerntaken: het toegankelijk maken van informatie voor het publiek en het bevorderen van geletterdheid van alle burgers. Ook mag alleen gewerkt worden met AI-toepassingen die robuust ontworpen en ontwikkeld worden en die betrouwbaar zijn in het gebruik. Verder worden geen AI-toepassingen gebruikt of ontwikkeld die actief het gedrag of denken van mensen beogen te manipuleren.
Goed voorlichten
Deze opsomming laat zien hoe complex het werken met kunstmatige intelligentie is. Hoe word je als bibliotheek wegwijs uit alle mogelijkheden én risico’s? Daarvoor is goede voorlichting belangrijk, benadrukt ook Dionne Klein, projectleider digitaal bij Cubiss. ‘Kunstmatige intelligentie kan op tal van manieren een plek krijgen binnen de bibliotheek, zowel in de programmering als om de eigen organisatie te verbeteren. AI helpt bijvoorbeeld om databases beter doorzoekbaar te maken. Tegelijkertijd is het onze taak als bibliotheek om burgers te helpen het onderscheid te maken tussen feiten en door AI gegenereerd nepnieuws.’
Met de ontwikkeling van AI-technologieën nemen zowel de mogelijkheden als gevaren dus toe. Des te belangrijker dat we ons als sector verdiepen in het onderwerp. Daartoe werd op 23 januari door Cubiss op de Brightlands Smart Services Campus in Heerlen een landelijke informatiedag voor bibliotheken georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst konden zij allerlei workshops bijwonen, onder meer op het gebied van data-ethiek en zelfrijdende auto’s. Daarnaast werd een inspiratiegids voor bibliotheken uitgereikt met links naar interessante artikelen, video’s en sites over AI.
Vormen van informatievoorziening als deze zijn essentieel om de sector vooruit te helpen. Des te belangrijker is het om dit blijvend te borgen. Niet voor niets is de omgang met AI onderdeel van het landelijke programma digitaal burgerschap, een samenwerking tussen de KB, de VOB en SPN, gefinancierd door Stichting Pica. Dit programma, dat tot 2026 loopt, zet zich onder meer in voor gedeelde programmering in bibliotheken, waaronder ook de AI-Parade, en deskundigheidsbevordering voor medewerkers.
Workshops en debatten
In de praktijk kiezen bibliotheken vaak voor AI-gerelateerde activiteiten in de vorm van workshops en debatten, zoals Tegenlicht Meet-Ups, filmavonden en panelgesprekken. Met name in die laatste vorm komen de voors en tegens van deze technologie uitgebreid aan bod. In de panels schuiven vaak experts aan op het gebied van zowel techniek als ethiek. Daardoor worden bezoekers uitgenodigd na te denken over vragen als: welke mogelijkheden biedt AI mij in het dagelijks leven? Maar ook: wat gebeurt er eigenlijk met de vragen die ik stel aan ChatGPT? Worden die ergens opgeslagen en aan mij gekoppeld? Hoe weet ik dat de antwoorden die ik krijg kloppen? En van wie zijn die antwoorden eigenlijk: van mij of van de tool?
Wanneer bibliotheken met zulke programmering aan de slag gaan, is het belangrijk dat ze zichzelf een aantal vragen stellen, vindt Klein. ‘Allereerst moet je vaststellen welke doelgroep je wilt bereiken: gaat het om jongeren of volwassenen, om mensen met veel of mensen met weinig kennis van technologie? Daarnaast moet je als bibliotheek in kaart brengen met welke organisaties in je omgeving je op dit gebied kunt samenwerken, zoals een hogeschool, universiteit of ander kennisplatform in de buurt.’
Welkomstrobots
Ook bezoekers van de bibliotheek kunnen een rol spelen in de ontwikkeling van programmering. Zo werd in Eindhoven de hulp van jongeren in het leven geroepen om alternatieve zoekfuncties voor de catalogus te ontwikkelen, zoals het gevoel dat een verhaal je geeft. Verder kunnen kunstenaars uit de omgeving een belangrijke rol spelen in het zichtbaar en bespreekbaar maken van dit complexe onderwerp. Zo sloeg Huis73 de handen ineen met wereldberoemd mediakunstenaar Dries DePoorter, die met zijn werk inspeelt op kwesties als privacy, surveillance en het manipuleren van algoritmes op het internet.
In de praktijk lijken bibliotheken dus vooral bezig met het verzorgen van programmering om burgers voor te lichten over de mogelijkheden en risico’s van AI. Toch zetten enkele bibliotheken kunstmatige intelligentie ook al in om hun dagelijkse werkzaamheden uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van robots om bezoekers welkom te heten en chatbots die digitale vragen van bezoekers beantwoorden.
Waar grotere bibliotheken graag zo snel mogelijk aan de slag gaan met onderwerpen als deze, is AI voor met name kleinere organisaties vaak nog een ver-van-hun-bedshow. Zij hebben lang niet altijd de mensen en middelen beschikbaar zich bezig te houden met zaken die strikt gezien niet tot de kernfuncties van de bibliotheek behoren. Tegelijkertijd krijgen ook zij ongetwijfeld vragen, bijvoorbeeld via het Informatiepunt Digitale Overheid (IDO). Voor deze kleinschalige organisaties is de startregeling van het programma digitaal burgerschap beschikbaar. Deze regeling biedt bibliotheken de mogelijkheid uit te zoeken hoe zij aanbod op het gebied van digitaal burgerschap, zoals ook AI, in het eigen werkgebied het beste kunnen vormgeven. Ze ontwikkelen een veranderstrategie en formuleren een lokaal plan op basis van een analyse van de lokale omgeving en het eigen netwerk.
Begin simpel
Voor de financiering van de uitvoering van dit plan kunnen bibliotheken vervolgens een beroep doen op de programmeringsregeling met als doel om daadwerkelijke activiteiten op te zetten. Uitgangspunten zijn onder meer dat de programmering in samenspraak en cocreatie met de doelgroep tot stand komt. Wie echt groots te werk wil gaan, schrijft zich in voor de proeftuinregeling. Hierin wordt aan bibliotheekorganisaties de ruimte geboden voor experiment en innovatie, onder meer door nieuwe vormen van dienstverlening te verkennen, bijvoorbeeld middels het gebruik van kunstmatige intelligentie. Hiervoor is een bedrag van 50 duizend euro per bibliotheek beschikbaar.
Op dit moment zijn 48 bibliotheken in het hele land onderdeel van een van deze regelingen op het gebied van digitaal burgerschap. Een deel van hen is druk bezig de mogelijkheden en beperkingen van AI te verkennen. Het hoeft echter niet meteen zo groots, benadrukt Klein. ‘Neem bijvoorbeeld het gebruik van de app Lees Simpel, een tool waarmee lastige brieven automatisch worden vertaald naar laagdrempelig Nederlands. Zo’n tool kan bibliotheekmedewerkers die hier vaak vragen over krijgen van burgers enorm ontlasten.’
Behoefte aan kaders
Er valt, kortom, al een hoop kennis over AI te halen in de sector. Des te belangrijker, vinden Niels Bogaards, AI-expert bij NBD Biblion, en Michel de Gruijter, AI-adviseur bij de KB, dat we de krachten op dit gebied wat vaker bundelen. Samen voerden zij daarom het afgelopen jaar een verkenning uit naar een normenkader voor de bibliotheeksector op het gebied van AI.
Allebei voelden ze dat de zeven AI-principes die een aantal jaar geleden werden opgesteld niet het einde mochten betekenen van de verkenning. NBD Biblion klopte vorig jaar met die principes in de hand aan bij de KB: moeten we hier niet samen mee aan de slag?
Zowel voor als achter de schermen van de bibliotheek bleek een blijvende behoefte aan kaders voor de omgang met AI, zag Bogaards. ‘Er wordt van alles voor bibliotheken ontwikkeld, soms ook met behulp van kunstmatige intelligentie. We willen dat bibliotheken het vertrouwen kunnen hebben dat dit voldoet aan hun normen en waarden. Dat is echter niet vanzelfsprekend: met name grote spelers in de AI-wereld hebben soms andere uitgangspunten dan de Nederlandse publieke sector.’
Des te belangrijker daar gedegen kaders voor op te stellen, bijvoorbeeld op het gebied van privacy. ‘Waar gaan de data waarover bibliotheken beschikken allemaal naartoe, bijvoorbeeld als het gaat om de uitleengeschiedenis van gebruikers? Wanneer we daar niet zorgvuldig mee omgaan, kan dat het imago van de bibliotheek als hoeder van de digitale veiligheid misschien zelfs aantasten.’
Angst voor AI
Ook sommige gebruikers van de diensten van NBD Biblion uitten de afgelopen tijd hun angst over het toenemende gebruik van AI bij het vormgeven van de diensten van de organisatie. ‘Zijn jullie mensen aan het vervangen door robots, vroeg men dan. Op die vragen wilden we graag een antwoord bieden. Met een normenkader in de hand kunnen medewerkers niet alleen vereisten neerleggen bij producenten, maar ook intern het gesprek met elkaar aangaan.’
Zo’n normenkader is er niet zomaar. Daarom hebben Bogaards en De Gruijter een document opgesteld dat hopelijk helpt om de sector zover te krijgen dit te gaan ontwikkelen, in samenwerking met verschillende stakeholders, waaronder wetenschappers, gebruikers en leveranciers. De eerste stap in dat proces: de koppen bij elkaar steken. ‘We hebben de hele sector nodig’, aldus De Gruijter. ‘We willen bestaande initiatieven bundelen en aanmoedigen samen te werken met collega’s indien mogelijk. Maar laten we vooral ook de blik naar buiten richten, door samen te werken met deskundige organisaties als PublicSpaces en Waag.’
De ontwikkelingen op het gebied van AI gaan reusachtig snel, stelt Bogaards vast. ‘Een jaar geleden had nog niemand van ChatGPT gehoord. Des te belangrijker om de krachten te bundelen: alleen dan kunnen we met zijn allen bijblijven, de regie behouden en er zo voor zorgen dat de bibliotheek een betrouwbare, veilige en innovatieve plek blijft.’
Drie jaar Impactmonitor
Niels Bogaards, AI-expert bij NBD Biblion, en Michel de Gruijter, AI-adviseur bij de KB hebben een AI-normenkader voor de bibliotheeksector opgesteld.
Bibliotheekblad 1 januari 2024
Het afgelopen jaar kwam het gebruik van kunstmatige intelligentie wereldwijd in een stroomversnelling. Hoe kunnen we deze technologie een plek geven in de openbare bibliotheek? Het antwoord blijkt ‘veelkantig’.
Aan de slag met AI
TEKST: ANNE VAN DEN DOOL
ILLUSTRATIES: UIT HET DE PUBLICATIE
VAN CUBISS OVER DE LANDELIJKE AI-DAG VOOR BIBLIOTHEKEN
AI/ARTIFICIËLE INTELLIGENTIE