Foto: Kop van Overijssel, Staphorst en ZwartewaterlandBibliotheek

Foto's: uit de privécollectie van Louwra van Leest

Foto: Bibliotheek Kop van Overijssel, Staphorst en Zwartewaterland

MANAGEMENT

TEKST: ANNE VAN DEN DOOL FOTO’S: ZIE CREDITS BIJ DE FOTO

Louwra van Leest, directeur-bestuurder van Kop van Overijssel, Staphorst en Zwartewaterland

‘Ik wil samen bouwen aan de emotionele vangrails voor onze samenleving’

Sinds februari 2023 staat Louwra van Leest aan het roer van dertien bibliotheekvestigingen in Overijssel. In haar werkwijze klinkt haar jarenlange ervaring in de zorg duidelijk door, evenals haar passie voor haar gezin. En last but not least: Louwra heeft een zeer bijzondere hobby…

Bibliotheekblad 1 januari 2024

Was je altijd al een lezer?
Ik ging vroeger altijd naar de bibliotheek in Papendrecht. Dat was mijn tweede thuis: ik heb heel wat uren in de leeshoek doorgebracht. Er was ook een kunstuitleen, met prachtige schilderijen en vazen die ik maar al te graag van dichterbij wilde bekijken. Ik wist nooit zeker of ik daar als kind in mijn eentje naartoe mocht, dus als ik er geen medewerker zag rondlopen, sloop ik eventjes naar binnen.

Op een gegeven moment kwam er ook een muziekcollectie in de Papendrechtse bibliotheek. Daar stond ik dan urenlang cassettebandjes en platen uit te zoeken, zodat ik ze stiekem thuis kon kopiëren. Die muziek was meer dan welkom: ik woonde in de polder en moest een flink eind naar school fietsen, dus ik had graag iets om in mijn disk- of walkman te stoppen.

Naarmate ik ouder werd, werd het lezen steeds minder. Ik zie het ook aan onze eigen lenerscijfers: tot de zeventien jaar hebben veel jongeren een gratis abonnement, maar daarna zeggen zij vaak hun bibliotheekabonnement op. En dat terwijl die tiener- en twintigerjaren zo belangrijk zijn voor iemands vorming: je zet grote stappen in je leven, en daar kan de bibliotheek ondersteunend bij zijn.

Ook als moeder merk ik hoe ingewikkeld het kan zijn om tijd vrij te maken voor meer dan een voorleesboek voor de kinderen. Daarnaast heb ik niet alleen een drukke baan, maar ook nog eens een hoop hobby’s. Ik zou dus graag meer willen lezen, maar ik weet soms niet zo goed waar ik de tijd vandaan moet halen. Een extra dag in de week zou daarvoor heel fijn zijn.

Hoe is je loopbaan verlopen? Hoe kwam je bij de bibliotheek terecht?
Vanuit mijn achtergrond was het heel logisch dat ik naar de land- en tuinbouwschool ging. Daar leerde ik lassen, sleutelen aan voertuigen, groenten telen, dierhouderij en meer.

Dat vond ik leuk, maar ik merkte ook: mijn droom ligt niet in het boerderijleven. Ik besloot de zorg in te gaan. Al op mijn zestiende voelde ik een grote voorkeur voor de psychiatrie. De eerste jaren werkte ik als therapeut, daarna maakte ik de overstap naar de marketing- en communicatieafdeling. Daarin heb ik ook meerdere opleidingen gevolgd. Zo verruimde ik mijn blik naar bedrijfskunde en ging ik naar de universiteit.

Uiteindelijk kwam ik in een directiefunctie terecht. Het ging om een grote instelling, met meer dan twintigduizend patiënten, dus er was meer dan genoeg uitdaging. Ik had het er enorm naar mijn zin, maar voelde na twintig jaar ook: ik wil verder kijken.

Ik ben ook voorzitter van de Raad van Toezicht van een grote scholengemeenschap in Friesland. Daardoor wist ik: de non-profitsector past goed bij mij. Toen kwam de vacature van directeur-bestuurder bij deze bibliotheekorganisatie voorbij. De omschrijving sprak me direct aan: er werd echt ingezet op de profilering van de bibliotheek naar buiten toe. Plus: ik kende de bibliotheek al als samenwerkingspartner. Tijdens de gesprekken werd duidelijk: we kijken nadrukkelijk ook naar iemand van buiten de sector.

Was dat geen grote overstap?
De bibliotheek en de zorg liggen eigenlijk heel dicht bij elkaar. Mensen die in de bibliotheek komen hebben geen herstelvraag, zoals ik in de psychiatrie gewend was, maar een ontwikkelvraag. De wens van de klant staat centraal.

De positie van de bibliotheek is de afgelopen jaren bovendien zo veel ruimer geworden. Ook in gesprekken met de gemeente merk ik hoe daar wordt gezien hoeveel breder je de bibliotheek kunt inzetten. Kijk bijvoorbeeld naar een gratis abonnement voor mensen die moeten leven onder bijstandsniveau. Dit zijn de mensen die ons het hardst nodig hebben, bijvoorbeeld om te werken aan hun geletterdheid, maar die we in de bibliotheek nauwelijks zien. Dat is ook heel logisch: als je kunt kiezen voor een abonnement op de bibliotheek of een tas met boodschappen, wat kies je dan? Ik wil de bibliotheek voor hen zo laagdrempelig mogelijk maken: een abonnement moet kosteloos bij je op de deurmat vallen, in plaats van dat er ingewikkelde formulieren van een participatieregeling ingevuld moeten worden.

Aan dit voorbeeld zie je hoe belangrijk het is om samen te werken met partners in het voorliggend veld. We kunnen zo veel betekenen voor mensen die op zoek zijn naar gezelschap en steun, zonder drempels en zonder vooroordelen. Juist in gemeenten als Staphorst is praten over je gevoelens minder gebruikelijk. Suïcide is bijvoorbeeld daar echt een stigma. Juist dan kan praten met een vreemde, bijvoorbeeld in de bibliotheek, heel helpend zijn. Daarbij gaan we niet op de stoel van de hulpverlener zitten, maar kunnen we wel doorverwijzen naar en samenwerken met andere maatschappelijke en zorginstellingen. Samen bouw je dan aan de emotionele vangrails voor onze samenleving.

Critici zullen misschien zeggen: in de bibliotheek moeten we al zo veel. Doe jij er hiermee niet nog een schepje bovenop?
Ontmoeting is al een van onze vijf kernfuncties. We organiseren al koffieochtenden. Hoe lastig is het dan om samen te werken en om door te verwijzen naar een professional? Juist daarom is samenwerking binnen je werkgebied zo belangrijk, bijvoorbeeld met zorgverleners.

Bovendien: het huidige zorgstelsel is onhoudbaar. Er wordt te weinig aan preventie gedaan. Wij van de bibliotheek moeten geen hulpverleners worden, maar we kunnen wel zorgen voor significant meer levensgeluk, bijvoorbeeld door iemand bekwaam te maken op taal- en digitaal gebied. Kijk ook naar onze sollicitatieworkshops: de mensen die die cursussen het hardst nodig hebben, maken er geen gebruik van, omdat het hardnekkige misverstand bestaat dat daarvoor een betaald bibliotheekabonnement nodig is. Terwijl we ook weten: een gratis bibliotheekabonnement betaalt zich bij deze doelgroep dubbel en dwars terug.

Is werken bij de bibliotheek anders dan in andere sectoren? Wat is het verschil?
Ik zie vooral de gedeelde passie. Wel merk ik dat in de bibliotheek veel harder bezuinigd is dan in de zorg of het onderwijs. In de zorg zet je geen vrijwilligers aan het bed, terwijl in de bibliotheek professionals in de loop der jaren zijn vervangen door vrijwillige krachten. Hoeveel kennis en passie die ook hebben, en hoe blij we ook zijn met onze vrijwilligers, het is een te kwetsbare constructie om een bibliotheek op te bouwen. Als vrijwilligers ermee stoppen, moet een locatie dicht. Juist in de kleine kernen waarin wij als organisatie opereren, zijn die bibliotheken onmisbaar.

In alle partijprogramma’s staat de bibliotheek prominent genoemd – Koning Willem-Alexander noemde ons zelfs in de troontrede. Terwijl: het bedrag dat wij van sommige gemeenten krijgen, is zo laag dat we het zo niet redden. Dat ligt beslist niet aan ons uitgavepatroon, het subsidiebedrag per inwoner is simpelweg te laag. Als de indexering dan ook jaar op jaar achterblijft, ligt er een pittige uitdaging. We willen de bibliotheek stevig neerzetten, maar extra geld vrijmaken blijft lastig, en als we eens iets extra’s krijgen, heeft het een specifiek doel, zoals de SPUK-middelen of Toekomstkracht. Daarmee kun en mag je geen begroting dichten.

Hoe zou je je leiderschapsstijl typeren?
Het is de afgelopen tijd onrustig geweest in de organisatie op directiegebied. Er zijn diverse wisselingen geweest, gevolgd door een interim-directieperiode. Toen ik binnenkwam, merkte ik meteen: het is nodig dat ik me niet alleen naar buiten richt, maar dat ik ook hier zichtbaar ben. Daarom wil ik graag een luisterend oor bieden.

We werken veel met jonge moeders. Ik vind het belangrijk dat zij hun werk goed kunnen combineren met hun gezin, bijvoorbeeld door thuis te werken of hun uren flexibel in te delen, zodat ze wel dat tienminutengesprek kunnen voeren of een kijkochtend op school kunnen bijwonen. Dat vraagt om het vertrouwen dat medewerkers zelf de balans tussen werk en privé goed in de gaten houden, maar ook dat wij daar als werkgever aan bijdragen.

Verder lag er toen ik hier binnenkwam nog geen opleidingsplan. Daarmee wil ik graag aan de slag: je kunt als bibliotheek niet zeggen dat je staat voor een leven lang leren en ontwikkelen, maar dat niet aan je medewerkers bieden. Dat wordt voor de komende periode dus een speerpunt.

Op welke prestatie ben je trots?
Ik ben er trots op dat we de abonnementen voor minima in Staphorst zo vlot voor elkaar hebben kunnen krijgen. Eén vrouw was zo dankbaar toen ze haar abonnement kwam ophalen – dat maakte mij ook een beetje emotioneel.

Verder ben er ik blij dat ik op mijn 24e in een managementfunctie ben terechtgekomen. Daar heb ik hard voor gewerkt, maar ik weet ook dat ik veel kansen heb gekregen die anderen niet krijgen. Daarom vind ik het ook zo belangrijk om aandacht te besteden aan scholing: op die manier kun je mensen die kansen alsnog geven. Ook vind ik het belangrijk dat vrouwen op het gebied van werk hun ambities en hart volgen. Toen ik net moeder werd, kreeg ik vaak de vraag of ik fulltime zou blijven werken. Die vraag krijgen mannen maar zelden. De energie die ik van mijn werk krijg, maakt mij juist een leukere moeder.

De digitale ontwikkelingen die zich in coronatijd hebben voorgedaan, hebben ook zeker geholpen: daardoor zijn we met zijn allen een stuk flexibeler geworden in waar en wanneer we werken. Dat is wel zo handig in een groot werkgebied als het onze: als ik niet digitaal kon vergaderen, zou ik de hele dag in de auto zitten.

Ben je meer een denker of een doener?
Ik ben beide. Ik heb met mijn poten in de klei, modder en mest gestaan, dus ik heb fysiek hard leren werken. Tegelijkertijd ben ik cum laude afgestudeerd aan de universiteit. Juist in die combinatie van denken en doen zit denk ik mijn forte. Directeuren hebben vaak de mooiste plannen, maar missen soms de implementatiekracht. Ik heb liever drie goede plannen die we van begin tot eind in de praktijk kunnen brengen dan een heleboel goede ideeën die onuitvoerbaar zijn.

Heb je hobby’s?
Ik heb best een aantal bijzondere hobby’s. Ik restaureer bijvoorbeeld samen met mijn partner klassieke Mini’s. Die knappen we op zodat we ze weer de weg op kunnen, tot een nieuw motorblok aan toe. Zo komt mijn technische opleiding toch nog van pas.

Ook fotografeer ik graag verlaten panden, en dan met name sanatoria. Urban exploring heet dat, kortweg urbex1. De kunst is om de schoonheid van al die oude spullen en gebouwen in te zien. Ik heb ook een Instagram-pagina met aardig wat volgers. Op die manier ben ik ook in contact gekomen met anderen met dezelfde hobby, met wie ik graag tips voor de mooiste panden uitwissel.

Als we op vakantie gaan, maken we ook altijd een route met plekken die hopelijk de moeite waard zijn. Het is soms best spannend: af en toe komen we zwervers tegen of is er instortingsgevaar. Daarom is het belangrijk dat we altijd met zijn tweeën zijn: ik ga in principe niet in mijn eentje op stap.

Soms vind ik op zulke plekken prachtige schatten. In mijn woonkamer staat een grote glazen kast met mijn mooiste vondsten: van oude boeken tot een weegschaal. Die geven toegang tot de geschiedenis van het pand en de mensen die er gewoond hebben. Wanneer ik in zo’n oud gebouw sta, ga ik voor mijn gevoel even terug in de tijd.

Omdat mijn partner en ik vrij handig zijn, kregen we de afgelopen jaren steeds meer zin om zelf een woning op te knappen. Daarom hebben we net een huis midden in een natuurgebied gekocht dat zo op mijn urbex fotografielijstje had kunnen staan: we gaan het helemaal strippen en opnieuw opbouwen. Ik ben heel benieuwd wat voor verhalen we daar allemaal gaan tegenkomen.

Verder breng ik natuurlijk graag tijd met de kinderen door. Ik geef ze ook muziekles: boven heb ik meerdere gitaren en een drumstel staan, waar we met zijn allen liedjes op spelen. Zij zijn net zo nieuwsgierig en actief als ik, dus ze gaan graag mee in alles wat ik ze aanbied.

Wat lees je graag?
Ik verdiep me graag in wetenschappelijke literatuur, ook op bedrijfsmatig gebied. Ik onderbouw graag waar ik mee bezig ben en dat we als organisatie de goede weg inslaan. Op vakantie kies ik liever voor literaire thrillers: een serie van Karin Slaughter lees ik zo weg. Maar ook historische verhalen trekken me erg: ik kan urenlang in Delpher spitten op zoek naar geschiedenissen van de omgeving waar ik woon.

Verder ben ik enorm gecharmeerd van mooie boeken. Momenteel ben ik veel aan het bladeren in Temple of Books: een prachtig overzichtswerk dat me erg inspireert. Overigens ook erg toepasbaar vanwege de verbouwingen die we in onze organisatie voor de deur hebben staan.

Heb je ook nog ruimte voor films en series?
We zitten niet graag hele avonden op de bank, daar hebben mijn man en ik te veel mooie hobby’s voor. Maar het laatste uurtje voordat we naar bed gaan kijken we vaak nog wel een aflevering van een serie. Laatst hebben we The Walking Dead gebingewatcht – fantastisch.

Wat je is je favoriete vakantiebestemming?
We hebben net een rondreis door Scandinavië achter de rug. Ook voor het urbex-en reizen we veel, al is het maar een weekendje. Daarbij kijken we altijd goed of het niet te gevaarlijk is voor de kinderen. Soms laten we daarom juweeltjes toch maar links liggen – die komen op een verlanglijstje voor als de jongens wat ouder zijn. In Zweden vonden we op de grens naar Noorwegen een verlaten autokerkhof dat ooit een sloperij is geweest. Daar hebben we uren rondgedwaald. Zo uniek!

Naschrift redactie
1. Meer informatie over urban exploring (afgekort urbex) is onder andere te vinden op Wikipedia en Urbex.nl. De filmpjes en foto’s komen van Louwra’s Instagrampagina @urbex_friesland.

Foto: Bibliotheek Kop van Overijssel, Staphorst en Zwartewaterland

Foto's: uit de privécollectie van Louwra van Leest

Bibliotheekblad 1 januari 2024

Was je altijd al een lezer?
Ik ging vroeger altijd naar de bibliotheek in Papendrecht. Dat was mijn tweede thuis: ik heb heel wat uren in de leeshoek doorgebracht. Er was ook een kunstuitleen, met prachtige schilderijen en vazen die ik maar al te graag van dichterbij wilde bekijken. Ik wist nooit zeker of ik daar als kind in mijn eentje naartoe mocht, dus als ik er geen medewerker zag rondlopen, sloop ik eventjes naar binnen.

Op een gegeven moment kwam er ook een muziekcollectie in de Papendrechtse bibliotheek. Daar stond ik dan urenlang cassettebandjes en platen uit te zoeken, zodat ik ze stiekem thuis kon kopiëren. Die muziek was meer dan welkom: ik woonde in de polder en moest een flink eind naar school fietsen, dus ik had graag iets om in mijn disk- of walkman te stoppen.

Naarmate ik ouder werd, werd het lezen steeds minder. Ik zie het ook aan onze eigen lenerscijfers: tot de zeventien jaar hebben veel jongeren een gratis abonnement, maar daarna zeggen zij vaak hun bibliotheekabonnement op. En dat terwijl die tiener- en twintigerjaren zo belangrijk zijn voor iemands vorming: je zet grote stappen in je leven, en daar kan de bibliotheek ondersteunend bij zijn.

Ook als moeder merk ik hoe ingewikkeld het kan zijn om tijd vrij te maken voor meer dan een voorleesboek voor de kinderen. Daarnaast heb ik niet alleen een drukke baan, maar ook nog eens een hoop hobby’s. Ik zou dus graag meer willen lezen, maar ik weet soms niet zo goed waar ik de tijd vandaan moet halen. Een extra dag in de week zou daarvoor heel fijn zijn.

Hoe is je loopbaan verlopen? Hoe kwam je bij de bibliotheek terecht?
Vanuit mijn achtergrond was het heel logisch dat ik naar de land- en tuinbouwschool ging. Daar leerde ik lassen, sleutelen aan voertuigen, groenten telen, dierhouderij en meer.

Dat vond ik leuk, maar ik merkte ook: mijn droom ligt niet in het boerderijleven. Ik besloot de zorg in te gaan. Al op mijn zestiende voelde ik een grote voorkeur voor de psychiatrie. De eerste jaren werkte ik als therapeut, daarna maakte ik de overstap naar de marketing- en communicatieafdeling. Daarin heb ik ook meerdere opleidingen gevolgd. Zo verruimde ik mijn blik naar bedrijfskunde en ging ik naar de universiteit.

Uiteindelijk kwam ik in een directiefunctie terecht. Het ging om een grote instelling, met meer dan twintigduizend patiënten, dus er was meer dan genoeg uitdaging. Ik had het er enorm naar mijn zin, maar voelde na twintig jaar ook: ik wil verder kijken.

Ik ben ook voorzitter van de Raad van Toezicht van een grote scholengemeenschap in Friesland. Daardoor wist ik: de non-profitsector past goed bij mij. Toen kwam de vacature van directeur-bestuurder bij deze bibliotheekorganisatie voorbij. De omschrijving sprak me direct aan: er werd echt ingezet op de profilering van de bibliotheek naar buiten toe. Plus: ik kende de bibliotheek al als samenwerkingspartner. Tijdens de gesprekken werd duidelijk: we kijken nadrukkelijk ook naar iemand van buiten de sector.

Was dat geen grote overstap?
De bibliotheek en de zorg liggen eigenlijk heel dicht bij elkaar. Mensen die in de bibliotheek komen hebben geen herstelvraag, zoals ik in de psychiatrie gewend was, maar een ontwikkelvraag. De wens van de klant staat centraal.

De positie van de bibliotheek is de afgelopen jaren bovendien zo veel ruimer geworden. Ook in gesprekken met de gemeente merk ik hoe daar wordt gezien hoeveel breder je de bibliotheek kunt inzetten. Kijk bijvoorbeeld naar een gratis abonnement voor mensen die moeten leven onder bijstandsniveau. Dit zijn de mensen die ons het hardst nodig hebben, bijvoorbeeld om te werken aan hun geletterdheid, maar die we in de bibliotheek nauwelijks zien. Dat is ook heel logisch: als je kunt kiezen voor een abonnement op de bibliotheek of een tas met boodschappen, wat kies je dan? Ik wil de bibliotheek voor hen zo laagdrempelig mogelijk maken: een abonnement moet kosteloos bij je op de deurmat vallen, in plaats van dat er ingewikkelde formulieren van een participatieregeling ingevuld moeten worden.

Aan dit voorbeeld zie je hoe belangrijk het is om samen te werken met partners in het voorliggend veld. We kunnen zo veel betekenen voor mensen die op zoek zijn naar gezelschap en steun, zonder drempels en zonder vooroordelen. Juist in gemeenten als Staphorst is praten over je gevoelens minder gebruikelijk. Suïcide is bijvoorbeeld daar echt een stigma. Juist dan kan praten met een vreemde, bijvoorbeeld in de bibliotheek, heel helpend zijn. Daarbij gaan we niet op de stoel van de hulpverlener zitten, maar kunnen we wel doorverwijzen naar en samenwerken met andere maatschappelijke en zorginstellingen. Samen bouw je dan aan de emotionele vangrails voor onze samenleving.

Critici zullen misschien zeggen: in de bibliotheek moeten we al zo veel. Doe jij er hiermee niet nog een schepje bovenop?
Ontmoeting is al een van onze vijf kernfuncties. We organiseren al koffieochtenden. Hoe lastig is het dan om samen te werken en om door te verwijzen naar een professional? Juist daarom is samenwerking binnen je werkgebied zo belangrijk, bijvoorbeeld met zorgverleners.

Bovendien: het huidige zorgstelsel is onhoudbaar. Er wordt te weinig aan preventie gedaan. Wij van de bibliotheek moeten geen hulpverleners worden, maar we kunnen wel zorgen voor significant meer levensgeluk, bijvoorbeeld door iemand bekwaam te maken op taal- en digitaal gebied. Kijk ook naar onze sollicitatieworkshops: de mensen die die cursussen het hardst nodig hebben, maken er geen gebruik van, omdat het hardnekkige misverstand bestaat dat daarvoor een betaald bibliotheekabonnement nodig is. Terwijl we ook weten: een gratis bibliotheekabonnement betaalt zich bij deze doelgroep dubbel en dwars terug.

Is werken bij de bibliotheek anders dan in andere sectoren? Wat is het verschil?
Ik zie vooral de gedeelde passie. Wel merk ik dat in de bibliotheek veel harder bezuinigd is dan in de zorg of het onderwijs. In de zorg zet je geen vrijwilligers aan het bed, terwijl in de bibliotheek professionals in de loop der jaren zijn vervangen door vrijwillige krachten. Hoeveel kennis en passie die ook hebben, en hoe blij we ook zijn met onze vrijwilligers, het is een te kwetsbare constructie om een bibliotheek op te bouwen. Als vrijwilligers ermee stoppen, moet een locatie dicht. Juist in de kleine kernen waarin wij als organisatie opereren, zijn die bibliotheken onmisbaar.

In alle partijprogramma’s staat de bibliotheek prominent genoemd – Koning Willem-Alexander noemde ons zelfs in de troontrede. Terwijl: het bedrag dat wij van sommige gemeenten krijgen, is zo laag dat we het zo niet redden. Dat ligt beslist niet aan ons uitgavepatroon, het subsidiebedrag per inwoner is simpelweg te laag. Als de indexering dan ook jaar op jaar achterblijft, ligt er een pittige uitdaging. We willen de bibliotheek stevig neerzetten, maar extra geld vrijmaken blijft lastig, en als we eens iets extra’s krijgen, heeft het een specifiek doel, zoals de SPUK-middelen of Toekomstkracht. Daarmee kun en mag je geen begroting dichten.

Hoe zou je je leiderschapsstijl typeren?
Het is de afgelopen tijd onrustig geweest in de organisatie op directiegebied. Er zijn diverse wisselingen geweest, gevolgd door een interim-directieperiode. Toen ik binnenkwam, merkte ik meteen: het is nodig dat ik me niet alleen naar buiten richt, maar dat ik ook hier zichtbaar ben. Daarom wil ik graag een luisterend oor bieden.

We werken veel met jonge moeders. Ik vind het belangrijk dat zij hun werk goed kunnen combineren met hun gezin, bijvoorbeeld door thuis te werken of hun uren flexibel in te delen, zodat ze wel dat tienminutengesprek kunnen voeren of een kijkochtend op school kunnen bijwonen. Dat vraagt om het vertrouwen dat medewerkers zelf de balans tussen werk en privé goed in de gaten houden, maar ook dat wij daar als werkgever aan bijdragen.

Verder lag er toen ik hier binnenkwam nog geen opleidingsplan. Daarmee wil ik graag aan de slag: je kunt als bibliotheek niet zeggen dat je staat voor een leven lang leren en ontwikkelen, maar dat niet aan je medewerkers bieden. Dat wordt voor de komende periode dus een speerpunt.

Op welke prestatie ben je trots?
Ik ben er trots op dat we de abonnementen voor minima in Staphorst zo vlot voor elkaar hebben kunnen krijgen. Eén vrouw was zo dankbaar toen ze haar abonnement kwam ophalen – dat maakte mij ook een beetje emotioneel.

Verder ben er ik blij dat ik op mijn 24e in een managementfunctie ben terechtgekomen. Daar heb ik hard voor gewerkt, maar ik weet ook dat ik veel kansen heb gekregen die anderen niet krijgen. Daarom vind ik het ook zo belangrijk om aandacht te besteden aan scholing: op die manier kun je mensen die kansen alsnog geven. Ook vind ik het belangrijk dat vrouwen op het gebied van werk hun ambities en hart volgen. Toen ik net moeder werd, kreeg ik vaak de vraag of ik fulltime zou blijven werken. Die vraag krijgen mannen maar zelden. De energie die ik van mijn werk krijg, maakt mij juist een leukere moeder.

De digitale ontwikkelingen die zich in coronatijd hebben voorgedaan, hebben ook zeker geholpen: daardoor zijn we met zijn allen een stuk flexibeler geworden in waar en wanneer we werken. Dat is wel zo handig in een groot werkgebied als het onze: als ik niet digitaal kon vergaderen, zou ik de hele dag in de auto zitten.

Ben je meer een denker of een doener?
Ik ben beide. Ik heb met mijn poten in de klei, modder en mest gestaan, dus ik heb fysiek hard leren werken. Tegelijkertijd ben ik cum laude afgestudeerd aan de universiteit. Juist in die combinatie van denken en doen zit denk ik mijn forte. Directeuren hebben vaak de mooiste plannen, maar missen soms de implementatiekracht. Ik heb liever drie goede plannen die we van begin tot eind in de praktijk kunnen brengen dan een heleboel goede ideeën die onuitvoerbaar zijn.

Heb je hobby’s?
Ik heb best een aantal bijzondere hobby’s. Ik restaureer bijvoorbeeld samen met mijn partner klassieke Mini’s. Die knappen we op zodat we ze weer de weg op kunnen, tot een nieuw motorblok aan toe. Zo komt mijn technische opleiding toch nog van pas.

Ook fotografeer ik graag verlaten panden, en dan met name sanatoria. Urban exploring heet dat, kortweg urbex1. De kunst is om de schoonheid van al die oude spullen en gebouwen in te zien. Ik heb ook een Instagram-pagina met aardig wat volgers. Op die manier ben ik ook in contact gekomen met anderen met dezelfde hobby, met wie ik graag tips voor de mooiste panden uitwissel.

Als we op vakantie gaan, maken we ook altijd een route met plekken die hopelijk de moeite waard zijn. Het is soms best spannend: af en toe komen we zwervers tegen of is er instortingsgevaar. Daarom is het belangrijk dat we altijd met zijn tweeën zijn: ik ga in principe niet in mijn eentje op stap.

Soms vind ik op zulke plekken prachtige schatten. In mijn woonkamer staat een grote glazen kast met mijn mooiste vondsten: van oude boeken tot een weegschaal. Die geven toegang tot de geschiedenis van het pand en de mensen die er gewoond hebben. Wanneer ik in zo’n oud gebouw sta, ga ik voor mijn gevoel even terug in de tijd.

Omdat mijn partner en ik vrij handig zijn, kregen we de afgelopen jaren steeds meer zin om zelf een woning op te knappen. Daarom hebben we net een huis midden in een natuurgebied gekocht dat zo op mijn urbex fotografielijstje had kunnen staan: we gaan het helemaal strippen en opnieuw opbouwen. Ik ben heel benieuwd wat voor verhalen we daar allemaal gaan tegenkomen.

Verder breng ik natuurlijk graag tijd met de kinderen door. Ik geef ze ook muziekles: boven heb ik meerdere gitaren en een drumstel staan, waar we met zijn allen liedjes op spelen. Zij zijn net zo nieuwsgierig en actief als ik, dus ze gaan graag mee in alles wat ik ze aanbied.

Wat lees je graag?
Ik verdiep me graag in wetenschappelijke literatuur, ook op bedrijfsmatig gebied. Ik onderbouw graag waar ik mee bezig ben en dat we als organisatie de goede weg inslaan. Op vakantie kies ik liever voor literaire thrillers: een serie van Karin Slaughter lees ik zo weg. Maar ook historische verhalen trekken me erg: ik kan urenlang in Delpher spitten op zoek naar geschiedenissen van de omgeving waar ik woon.

Verder ben ik enorm gecharmeerd van mooie boeken. Momenteel ben ik veel aan het bladeren in Temple of Books: een prachtig overzichtswerk dat me erg inspireert. Overigens ook erg toepasbaar vanwege de verbouwingen die we in onze organisatie voor de deur hebben staan.

Heb je ook nog ruimte voor films en series?
We zitten niet graag hele avonden op de bank, daar hebben mijn man en ik te veel mooie hobby’s voor. Maar het laatste uurtje voordat we naar bed gaan kijken we vaak nog wel een aflevering van een serie. Laatst hebben we The Walking Dead gebingewatcht – fantastisch.

Wat je is je favoriete vakantiebestemming?
We hebben net een rondreis door Scandinavië achter de rug. Ook voor het urbex-en reizen we veel, al is het maar een weekendje. Daarbij kijken we altijd goed of het niet te gevaarlijk is voor de kinderen. Soms laten we daarom juweeltjes toch maar links liggen – die komen op een verlanglijstje voor als de jongens wat ouder zijn. In Zweden vonden we op de grens naar Noorwegen een verlaten autokerkhof dat ooit een sloperij is geweest. Daar hebben we uren rondgedwaald. Zo uniek!

Naschrift redactie
1. Meer informatie over urban exploring (afgekort urbex) is onder andere te vinden op Wikipedia en Urbex.nl. De filmpjes en foto’s komen van Louwra’s Instagrampagina @urbex_friesland.

Sinds februari 2023 staat Louwra van Leest aan het roer van dertien bibliotheekvestigingen in Overijssel. In haar werkwijze klinkt haar jarenlange ervaring in de zorg duidelijk door, evenals haar passie voor haar gezin. En last but not least: Louwra heeft een zeer bijzondere hobby…

‘Ik wil samen bouwen aan de emotionele vangrails voor onze samenleving’

Louwra van Leest, directeur-bestuurder van Kop van Overijssel, Staphorst en Zwartewaterland

TEKST: ANNE VAN DEN DOOL
FOTO’S: ZIE CREDITS BIJ DE FOTO

MANAGEMENT