Huis 73 in een notendop

Huis 73, gevestigd aan Hinthamerstraat 72 en 74, maakt deel uit van het Jeroen Bosch Kwartier. Na de verbouwing – kosten: 32 miljoen – zal het multifunctionele complex vier ingangen en een binnentuin hebben. In het nieuwe interieur wordt veel hout verwerkt. Voor het publiek komt duizend vierkante meter vloeroppervlak extra beschikbaar (via het verkleinen van de kantoorruimtes en het flexibeler omgaan met cursusruimtes). De huidige twee horecavoorzieningen worden samengevoegd tot één, het aantal balies wordt tot een minimum beperkt. De hoeveelheid studie- en werkplekken gaat van negentig naar tweehonderd. Men mikt op tweeduizend bezoekers per dag (nu 1.300). Energielabel F/G wordt energielabel A. Naar analogie van de Kennismakerij in Tilburg gaat men in Den Bosch tijdens de overbruggingsfase met design thinking aan de slag om samen met de doelgroep en partners te innoveren.

Foto: Eimer Wieldraaijer

Illustratie: KSA (ook de onderstaande illustraties)

Directeur-bestuurder Nan van Schendel en projectmanager Marieke Hezemans.

Huis 73: van twee naar tien gebouwen

De kogel is door de kerk. Na decennia van onzekerheid – gaat het wel of niet door? – krijgt ’s-Hertogenbosch eindelijk een nieuwe centrale bibliotheek. Beter gezegd: krijgt Huis 73 – in 2019 fuseerden de openbare bibliotheek, cultureel centrum Muzerije en Bureau Babel (voor cultuureducatie) tot één organisatie – een eigentijdse hoofdvestiging. Geen nieuwbouw, zoals ooit de bedoeling was, maar twee grondig te verbouwen panden aan de Hinthamerstraat 72 en 74. Panden met mogelijkheden én uitkijk op de Sint-Janskathedraal. Een gesprek met directeur-bestuurder Nan van Schendel en projectmanager Marieke Hezemans.

‘In de panden moeten herkenbare cultuuractiviteiten plaatsvinden’

NIEUWE VESTIGINGEN

TEKST: EIMER WIELDRAAIJER • FOTO'S: ZIE CREDITS LANGS ZIJKANT

een verhalenatelier. Voor al die initiatieven, waarmee we samen met mensen uit de stad de innovatie vormgeven, moeten we nog wel de juiste namen bedenken. Voor een deel innoveren we nu ook al, maar we willen alles naar een hoger en zichtbaarder plan tillen. Nu zit iets hier en daar verstopt in lokalen, waardoor de mensen het slecht kunnen vinden. In de nieuwe situatie zullen er goede looproutes zijn die zorgen dat je overal mee in aanraking komt. Momenteel zijn onze gebouwen min of meer met de ruggen naar elkaar opgesteld.’

Nan, ik interviewde jou in 2016 toen je hier net was begonnen. De fusie, waartoe een jaar eerder was besloten, noemde je een hoofdpijndossier. Hoe staat het er nu mee?
‘In 2019 zijn we gefuseerd. We zijn één organisatie, met één Raad van Toezicht, één directeur-bestuurder en één managementteam. De coronaperikelen hebben het fusieproces in eerste instantie niet geholpen. Iedereen trok zich terug in z’n eigen oude wereld. Sindsdien vliegen we de zaken meer geïntegreerd aan. Dat merk je aan de hechtere samenwerking. Nu geschiedt de dienstverlening meer in gezamenlijkheid. Zo zijn we bij het geheugenhuis, onze dienstverlening voor mensen met beginnende dementie en hun mantelzorgers, tot een geïntegreerde aanpak gekomen. We zijn op de goede weg, maar ik ben ervan overtuigd dat ons nieuwe onderkomen de integratie een extra zwengel zal geven.’
Marieke: ‘Straks zitten we met het personeel sowieso allemaal bij elkaar, terwijl het personeel nu verspreid door het gebouw zit. Bovendien gaan we in de nieuwe situatie met multidisciplinaire teams aan de innovatieve projecten werken.’

Opvallend kenmerk van de verbouwing is het terugbrengen van de voormalige binnenhof.
Marieke: ‘Bedoeling is om op het binnenplein dingen te programmeren, reuring te veroorzaken. Men kan daar ook lekker zitten met een boekje of een muziekinstrument.’
Nan: ‘Op die manier voegen we een nieuwe ruimte, een nieuwe functie aan het gebouw toe.’

Marieke: ‘Dat doen we mede om de beleving van de historische binnenstad te vergroten.’

Gevraagd naar het concept van een nieuwe bibliotheek valt in veel interviews de term ‘huiskamer van de stad’. In jullie communicatie kom ik die typering nergens tegen.
Nan: ‘Huiskamer is een veel te magere invulling van wat we doen. Als je hier komt, dan leer je, ontmoet je of ervaar je. In die zin is het begrip huiskamer toch veel te beperkend? Bovendien wordt de aanduiding “huiskamer” te pas en te onpas gebruikt. Het theater roept het. Sterker: de horeca op de hoek met een paar tafeltjes roept het ook.’

Nan, jij hebt eerder een vergelijkbaar project in Gouda gedaan met de verhuizing naar de Chocoladefabriek. In hoeverre komt die ervaring je nu van pas?
‘Het is prettig dat ik de ervaring die ik in Gouda heb opgedaan hier kan toepassen. In Gouda ging het overigens om vier organisaties die niet gefuseerd zijn, maar wel samenwerken binnen een pand. Hier is weliswaar sprake van een fusie, maar de basisprincipes zijn in Gouda en ’s-Hertogenbosch dezelfde: multidisciplinair, transparant, altijd open (hier straks zeven dagen in de week van ’s ochtends 9.00 tot ’s avonds 23.00), plus een hoge kwaliteit van dienstverlening en programmering.’

Ook binnen deze organisatie hebben jullie bouwprojecten gedaan, in bijvoorbeeld Vught en Rosmalen. Wat hebben die exercities aan leermomenten opgeleverd?

Nan: ‘Rosmalen is gebouwd op het principe: het theater zit hier en de bibliotheek zit daar. Beneden de gemeente, boven het welzijn. Dat zouden we nu nooit meer zo doen. We streven naar zo veel mogelijk integrale dienstverlening, iets wat in Vught prima is gelukt.’

Marieke: ‘Alle ruimtes in Huis 73 hebben straks een bestemming, maar zijn tegelijkertijd multifunctioneel. Om een voorbeeld te noemen: het keramieklokaal kan straks ook als vergader- of evenementenruimte gebruikt worden.’

Zijn er andere bibliotheken die als inspirerend voorbeeld dienen?
Marieke: ‘Samen met onze architect heb ik deelgenomen aan een studiereis naar de nieuwe centrale bibliotheek in Oslo. In het nagesprek kwamen we tot de conclusie dat we eigenlijk best goed bezig zijn. De manier waarop we onze functies willen integreren en hoe we het publiek denken te benaderen, zagen we in Deichman terug. Inspirerend vonden we ook hoe die bibliotheek erin is geslaagd een icoon in de stad te worden. Dat kwam onder meer tot uiting in de bibliotheekwinkel waar men allerlei souvenirs verkoopt. Ons gebouw heeft de potentie eveneens een toeristische trekpleister voor Den Bosch te worden.’
Nan: ‘De LocHal in Tilburg is in mijn ogen een van de meest geslaagde geïntegreerde bibliotheken in Nederland, samen met de bibliotheek van Vught in de Petruskerk. Wat de beste multifunctionele omgeving is, blijft nog even zoeken. Er zijn veel goede voorbeelden, zoals Rozet in Arnhem, maar wij willen straks nog een stapje verdergaan met de integratie van dienstverlening. Of ik dat kan concretiseren? We willen het maken van keramiek of muziekbeoefening niet achter gesloten deuren laten plaatsvinden, maar voor iedereen zichtbaar. Die wisselwerking willen we zo veel mogelijk in het gebouw laten terugkomen.’

Zijn de inwoners van deze stad gevraagd naar hun wensen?
Nan: ‘Daar zijn we drie jaar geleden mee begonnen, wat leidde tot 750 reacties. Opvallend is dat het publiek grosso modo om twee dingen vraagt: reuring en stilte. In de praktijk zullen we die wens zo honoreren dat het rustiger wordt naarmate je hoger in het gebouw komt. Beneden is er dan leven in de brouwerij. Overigens blijven we de burgers van Den Bosch vragen om input. Bij de ingang van de bibliotheek tref je nu bijvoorbeeld een bord aan met de tekst “Bouw mee aan Huis 73”. Aan de hand van de schetsen van de architect kunnen mensen daar hun mening over ventileren. De grote lijnen liggen vast, maar over de wijze waarop we onze programmering gaan doen zijn nog knopen door te hakken. In dit verband noem ik ook graag Jan David Hanrath als adviseur van het ontwerpteam. Hij beschikt over veel ervaring met het verbouwen en inrichten van bibliotheken en wij hebben dezelfde visie op het bibliotheekwerk. Een ter zake kundige sparringpartner.’

Wie een bestaand gebouw gaat opknappen, ontkomt niet aan een tijdelijke verhuizing.
Marieke: ‘In de tussentijd vinden we onderdak op twee locaties. De bibliotheek verhuist naar de militaire manege aan de Hekellaan, een historisch pand aan de andere kant van de Sint-Jan. In een ander historisch pand, aan de Spinhuiswal, komen tijdelijk het kantoor en onze cursuslokalen.’

Nan, in 2016 sprak ik je ook voor Bibliotheekblad. Op de vraag wat je over vier jaar bereikt wilde hebben, zei je: meer interactie met de stad en nog meer samenwerking met het onderwijs.
‘Dat is ook gelukt. We werken inmiddels met zo veel partijen samen dat we af en toe zelfs nee moeten zeggen. Veel bibliotheken zullen dat vermoedelijk herkennen.’

Als alles volgens plan verloopt gaat het nieuwe Huis 73 in mei 2026 open. Als ik jullie vraag waar je in 2027 wilt staan met deze organisatie, wat staat je dan voor ogen?
Nan: ‘Je spreekt dan met een tevreden directeur als de bezoekersaantallen hoog zijn. Meer mensen uit de stad moeten ons dan gevonden hebben. Zeker ook jongeren. In de panden moeten herkenbare cultuuractiviteiten plaatsvinden. Je kunt overal in de stad amateurkunst beoefenen, maar op dat vlak willen wij het vlaggenschip worden. Ook is het essentieel dat de verbinding met de wijken goed tot stand is gebracht. Je kunt wel een iconisch gebouw hebben, maar het bevorderen van taalvaardigheid en geletterdheid dient ook plaats te vinden in de wijken en de scholen. Die verbinding blijft belangrijk. In 2027 zal Huis 73 nog meer dan nu een plek zijn waar mensen naartoe gaan om iets te leren of om kennis te delen. En ik hoop dat men achteraf over de investering van 32 miljoen in dit gebouw zal zeggen: dat geld is goed besteed, want wat er in Huis 73 gebeurt is écht van ons.’

Nan, een kwart eeuw geleden sprak ik je voorganger Hans Derks. Die rekende er toen nog op dat hij en zijn team over een paar jaar hun intrek konden nemen op het ggz-terrein nabij het centraal station van ’s-Hertogenbosch. Het liep iets anders, dus ik zit waarschijnlijk tegenover een meer dan opgeluchte directeur-bestuurder van Huis 73. Is die inschatting juist?
Nan van Schendel: ‘Dat is zeker zo. Op een gegeven moment verloren onze medewerkers het vertrouwen erin dat het ooit nog ging gebeuren. Zodoende sloop er meer en meer ongeloof in de organisatie. Met name toen de plannen in 2015 op het laatste moment toch weer in de prullenbak belandden. Dat jaar werd er niet alleen besloten tot de fusie, maar moesten we ook zes ton bezuinigen. Bovendien was er het voornemen om de drie fusiepartners onder te brengen in het gebouw van Muzerije op nummer 74. Waarop wij zeiden: we gaan fuseren en nemen zelfs die bezuiniging voor lief, maar we gaan zeker niet met z’n allen op nummer 74 zitten, want dan maak je zo veel kapot … Niet alleen op het gebied van cultuureducatie, maar ook bij de bibliotheek. Vergeet niet dat we qua vloeroppervlak zouden moeten halveren. Vervolgens zijn we een plan gaan maken met als centrale uitgangspunten integratie & innovatie en restauratie & verduurzaming. De planvorming heeft langer geduurd dan voorzien, maar uiteindelijk is onze visie breed omarmd. In de uiteindelijk besluitvormende raadsvergadering op 9 mei 2023 waren er 35 stemmen voor en slechts vier tegen. Ook de oppositiepartijen hebben voor gestemd, en dat brede politieke draagvlak is uiteraard fijn.’

Waarom is verbouwing noodzakelijk?
Nan: ‘We streven naar een veel verder gaande integratie en innovatie op verschillende plekken. Dat gaat niet zonder stevige ingrepen in het gebouw. Voor ons is belangrijk dat het gebouw straks onze fusiedoelen gaat ondersteunen. In de huidige situatie is dat niet echt mogelijk. Grofweg gezegd heb je links de bibliotheek op 72 en rechts de muziekeducatie op 74. In zekere zin is er nog steeds sprake van gescheiden werelden. Er gebeuren uiteraard wel al de nodige dingen over en weer, maar dat kan vele malen beter.’

Vanwaar de keuze voor Korteknie-Stuhlmacher Architecten om de klus te klaren?
Nan: ‘Veel architecten hebben ingetekend op de Europese aanbestedingsprocedure door de gemeente. Aan het eind hebben we met z’n allen gekozen voor KSA omdat zij ervaring hebben met historische panden en omdat de manier waarop ze het voormalige Predikherenklooster in Mechelen hebben omgetoverd in een prachtige bibliotheek ons zeer aansprak. Ook de andere voorbeelden die ze ons lieten zien passen bij onze visie. Zo spraken ze ten aanzien van het ABC-huis in Brussel over “de voorbereidende omgeving”. Dat wil zeggen: de omgeving zo inrichten dat mensen daar als vanzelf gaan werken, studeren, aan workshops deelnemen, muziek maken, amateurkunst beoefenen et cetera.

Toen we met hen in gesprek gingen, zeiden we: “Wij willen van twee gebouwen één maken.” Hun antwoord was: “Nee, we gaan van twee gebouwen tien gebouwen maken, zodat je alles wat hier aan activiteiten en evenementen gebeurt weer herkent als afzonderlijke gebouwen.”’

Marieke Hezemans, projectmanager bij Huis 73: ‘In de loop der tijd zijn diverse historische gebouwen als het ware aan elkaar geplakt. Nu halen we ze weer tevoorschijn.’
Nan: ‘Er komen zes à zeven plekken waar we straks echt kunnen innoveren. De collectie en de uitlening blijven de collectie en de uitlening, en de drumles blijft de drumles. Wat we daarnaast echter doen, is een speciale ruimte voor jongeren creëren waar alle disciplines die wij kennen samenkomen. Het digitaal atelier wordt ook een jeugdwerkplaats. Het taalhuis wordt doorontwikkeld, evenals het geheugenhuis. Ook komt er een Bossche kamer waar je kunt debatteren over historie en toekomst van de stad. We willen

Bibliotheekblad 1 januari 2024

Illustratie: KSA (ook de onderstaande illustraties)

Foto: Eimer Wieldraaijer

Directeur-bestuurder Nan van Schendel en projectmanager Marieke Hezemans.

Nan, een kwart eeuw geleden sprak ik je voorganger Hans Derks. Die rekende er toen nog op dat hij en zijn team over een paar jaar hun intrek konden nemen op het ggz-terrein nabij het centraal station van ’s-Hertogenbosch. Het liep iets anders, dus ik zit waarschijnlijk tegenover een meer dan opgeluchte directeur-bestuurder van Huis 73. Is die inschatting juist?
Nan van Schendel: ‘Dat is zeker zo. Op een gegeven moment verloren onze medewerkers het vertrouwen erin dat het ooit nog ging gebeuren. Zodoende sloop er meer en meer ongeloof in de organisatie. Met name toen de plannen in 2015 op het laatste moment toch weer in de prullenbak belandden. Dat jaar werd er niet alleen besloten tot de fusie, maar moesten we ook zes ton bezuinigen. Bovendien was er het voornemen om de drie fusiepartners onder te brengen in het gebouw van Muzerije op nummer 74. Waarop wij zeiden: we gaan fuseren en nemen zelfs die bezuiniging voor lief, maar we gaan zeker niet met z’n allen op nummer 74 zitten, want dan maak je zo veel kapot … Niet alleen op het gebied van cultuureducatie, maar ook bij de bibliotheek. Vergeet niet dat we qua vloeroppervlak zouden moeten halveren. Vervolgens zijn we een plan gaan maken met als centrale uitgangspunten integratie & innovatie en restauratie & verduurzaming. De planvorming heeft langer geduurd dan voorzien, maar uiteindelijk is onze visie breed omarmd. In de uiteindelijk besluitvormende raadsvergadering op 9 mei 2023 waren er 35 stemmen voor en slechts vier tegen. Ook de oppositiepartijen hebben voor gestemd, en dat brede politieke draagvlak is uiteraard fijn.’

Waarom is verbouwing noodzakelijk?
Nan: ‘We streven naar een veel verder gaande integratie en innovatie op verschillende plekken. Dat gaat niet zonder stevige ingrepen in het gebouw. Voor ons is belangrijk dat het gebouw straks onze fusiedoelen gaat ondersteunen. In de huidige situatie is dat niet echt mogelijk. Grofweg gezegd heb je links de bibliotheek op 72 en rechts de muziekeducatie op 74. In zekere zin is er nog steeds sprake van gescheiden werelden. Er gebeuren uiteraard wel al de nodige dingen over en weer, maar dat kan vele malen beter.’

Vanwaar de keuze voor Korteknie-Stuhlmacher Architecten om de klus te klaren?
Nan: ‘Veel architecten hebben ingetekend op de Europese aanbestedingsprocedure door de gemeente. Aan het eind hebben we met z’n allen gekozen voor KSA omdat zij ervaring hebben met historische panden en omdat de manier waarop ze het voormalige Predikherenklooster in Mechelen hebben omgetoverd in een prachtige bibliotheek ons zeer aansprak. Ook de andere voorbeelden die ze ons lieten zien passen bij onze visie. Zo spraken ze ten aanzien van het ABC-huis in Brussel over “de voorbereidende omgeving”. Dat wil zeggen: de omgeving zo inrichten dat mensen daar als vanzelf gaan werken, studeren, aan workshops deelnemen, muziek maken, amateurkunst beoefenen et cetera.

Toen we met hen in gesprek gingen, zeiden we: “Wij willen van twee gebouwen één maken.” Hun antwoord was: “Nee, we gaan van twee gebouwen tien gebouwen maken, zodat je alles wat hier aan activiteiten en evenementen gebeurt weer herkent als afzonderlijke gebouwen.”’

Marieke Hezemans, projectmanager bij Huis 73: ‘In de loop der tijd zijn diverse historische gebouwen als het ware aan elkaar geplakt. Nu halen we ze weer tevoorschijn.’
Nan: ‘Er komen zes à zeven plekken waar we straks echt kunnen innoveren. De collectie en de uitlening blijven de collectie en de uitlening, en de drumles blijft de drumles. Wat we daarnaast echter doen, is een speciale ruimte voor jongeren creëren waar alle disciplines die wij kennen samenkomen. Het digitaal atelier wordt ook een jeugdwerkplaats. Het taalhuis wordt doorontwikkeld, evenals het geheugenhuis. Ook komt er een Bossche kamer waar je kunt debatteren over historie en toekomst van de stad. We willen een verhalenatelier. Voor al die initiatieven, waarmee we samen met mensen uit de stad de innovatie vormgeven, moeten we nog wel de juiste namen bedenken. Voor een deel innoveren we nu ook al, maar we willen alles naar een hoger en zichtbaarder plan tillen. Nu zit iets hier en daar verstopt in lokalen, waardoor de mensen het slecht kunnen vinden. In de nieuwe situatie zullen er goede looproutes zijn die zorgen dat je overal mee in aanraking komt. Momenteel zijn onze gebouwen min of meer met de ruggen naar elkaar opgesteld.’

Nan, ik interviewde jou in 2016 toen je hier net was begonnen. De fusie, waartoe een jaar eerder was besloten, noemde je een hoofdpijndossier. Hoe staat het er nu mee?
‘In 2019 zijn we gefuseerd. We zijn één organisatie, met één Raad van Toezicht, één directeur-bestuurder en één managementteam. De coronaperikelen hebben het fusieproces in eerste instantie niet geholpen. Iedereen trok zich terug in z’n eigen oude wereld. Sindsdien vliegen we de zaken meer geïntegreerd aan. Dat merk je aan de hechtere samenwerking. Nu geschiedt de dienstverlening meer in gezamenlijkheid. Zo zijn we bij het geheugenhuis, onze dienstverlening voor mensen met beginnende dementie en hun mantelzorgers, tot een geïntegreerde aanpak gekomen. We zijn op de goede weg, maar ik ben ervan overtuigd dat ons nieuwe onderkomen de integratie een extra zwengel zal geven.’
Marieke: ‘Straks zitten we met het personeel sowieso allemaal bij elkaar, terwijl het personeel nu verspreid door het gebouw zit. Bovendien gaan we in de nieuwe situatie met multidisciplinaire teams aan de innovatieve projecten werken.’

Opvallend kenmerk van de verbouwing is het terugbrengen van de voormalige binnenhof.
Marieke: ‘Bedoeling is om op het binnenplein dingen te programmeren, reuring te veroorzaken. Men kan daar ook lekker zitten met een boekje of een muziekinstrument.’
Nan: ‘Op die manier voegen we een nieuwe ruimte, een nieuwe functie aan het gebouw toe.’

Marieke: ‘Dat doen we mede om de beleving van de historische binnenstad te vergroten.’

Gevraagd naar het concept van een nieuwe bibliotheek valt in veel interviews de term ‘huiskamer van de stad’. In jullie communicatie kom ik die typering nergens tegen.
Nan: ‘Huiskamer is een veel te magere invulling van wat we doen. Als je hier komt, dan leer je, ontmoet je of ervaar je. In die zin is het begrip huiskamer toch veel te beperkend? Bovendien wordt de aanduiding “huiskamer” te pas en te onpas gebruikt. Het theater roept het. Sterker: de horeca op de hoek met een paar tafeltjes roept het ook.’

Nan, jij hebt eerder een vergelijkbaar project in Gouda gedaan met de verhuizing naar de Chocoladefabriek. In hoeverre komt die ervaring je nu van pas?
‘Het is prettig dat ik de ervaring die ik in Gouda heb opgedaan hier kan toepassen. In Gouda ging het overigens om vier organisaties die niet gefuseerd zijn, maar wel samenwerken binnen een pand. Hier is weliswaar sprake van een fusie, maar de basisprincipes zijn in Gouda en ’s-Hertogenbosch dezelfde: multidisciplinair, transparant, altijd open (hier straks zeven dagen in de week van ’s ochtends 9.00 tot ’s avonds 23.00), plus een hoge kwaliteit van dienstverlening en programmering.’

Ook binnen deze organisatie hebben jullie bouwprojecten gedaan, in bijvoorbeeld Vught en Rosmalen. Wat hebben die exercities aan leermomenten opgeleverd?
Nan: ‘Rosmalen is gebouwd op het principe: het theater zit hier en de bibliotheek zit daar. Beneden de gemeente, boven het welzijn. Dat zouden we nu nooit meer zo doen. We streven naar zo veel mogelijk integrale dienstverlening, iets wat in Vught prima is gelukt.’

Marieke: ‘Alle ruimtes in Huis 73 hebben straks een bestemming, maar zijn tegelijkertijd multifunctioneel. Om een voorbeeld te noemen: het keramieklokaal kan straks ook als vergader- of evenementenruimte gebruikt worden.’

Zijn er andere bibliotheken die als inspirerend voorbeeld dienen?

Marieke: ‘Samen met onze architect heb ik deelgenomen aan een studiereis naar de nieuwe centrale bibliotheek in Oslo. In het nagesprek kwamen we tot de conclusie dat we eigenlijk best goed bezig zijn. De manier waarop we onze functies willen integreren en hoe we het publiek denken te benaderen, zagen we in Deichman terug. Inspirerend vonden we ook hoe die bibliotheek erin is geslaagd een icoon in de stad te worden. Dat kwam onder meer tot uiting in de bibliotheekwinkel waar men allerlei souvenirs verkoopt. Ons gebouw heeft de potentie eveneens een toeristische trekpleister voor Den Bosch te worden.’
Nan: ‘De LocHal in Tilburg is in mijn ogen een van de meest geslaagde geïntegreerde bibliotheken in Nederland, samen met de bibliotheek van Vught in de Petruskerk. Wat de beste multifunctionele omgeving is, blijft nog even zoeken. Er zijn veel goede voorbeelden, zoals Rozet in Arnhem, maar wij willen straks nog een stapje verdergaan met de integratie van dienstverlening. Of ik dat kan concretiseren? We willen het maken van keramiek of muziekbeoefening niet achter gesloten deuren laten plaatsvinden, maar voor iedereen zichtbaar. Die wisselwerking willen we zo veel mogelijk in het gebouw laten terugkomen.’

Zijn de inwoners van deze stad gevraagd naar hun wensen?
Nan: ‘Daar zijn we drie jaar geleden mee begonnen, wat leidde tot 750 reacties. Opvallend is dat het publiek grosso modo om twee dingen vraagt: reuring en stilte. In de praktijk zullen we die wens zo honoreren dat het rustiger wordt naarmate je hoger in het gebouw komt. Beneden is er dan leven in de brouwerij. Overigens blijven we de burgers van Den Bosch vragen om input. Bij de ingang van de bibliotheek tref je nu bijvoorbeeld een bord aan met de tekst “Bouw mee aan Huis 73”. Aan de hand van de schetsen van de architect kunnen mensen daar hun mening over ventileren. De grote lijnen liggen vast, maar over de wijze waarop we onze programmering gaan doen zijn nog knopen door te hakken. In dit verband noem ik ook graag Jan David Hanrath als adviseur van het ontwerpteam. Hij beschikt over veel ervaring met het verbouwen en inrichten van bibliotheken en wij hebben dezelfde visie op het bibliotheekwerk. Een ter zake kundige sparringpartner.’

Wie een bestaand gebouw gaat opknappen, ontkomt niet aan een tijdelijke verhuizing.
Marieke: ‘In de tussentijd vinden we onderdak op twee locaties. De bibliotheek verhuist naar de militaire manege aan de Hekellaan, een historisch pand aan de andere kant van de Sint-Jan. In een ander historisch pand, aan de Spinhuiswal, komen tijdelijk het kantoor en onze cursuslokalen.’

Nan, in 2016 sprak ik je ook voor Bibliotheekblad. Op de vraag wat je over vier jaar bereikt wilde hebben, zei je: meer interactie met de stad en nog meer samenwerking met het onderwijs.
‘Dat is ook gelukt. We werken inmiddels met zo veel partijen samen dat we af en toe zelfs nee moeten zeggen. Veel bibliotheken zullen dat vermoedelijk herkennen.’

Als alles volgens plan verloopt gaat het nieuwe Huis 73 in mei 2026 open. Als ik jullie vraag waar je in 2027 wilt staan met deze organisatie, wat staat je dan voor ogen?
Nan: ‘Je spreekt dan met een tevreden directeur als de bezoekersaantallen hoog zijn. Meer mensen uit de stad moeten ons dan gevonden hebben. Zeker ook jongeren. In de panden moeten herkenbare cultuuractiviteiten plaatsvinden. Je kunt overal in de stad amateurkunst beoefenen, maar op dat vlak willen wij het vlaggenschip worden. Ook is het essentieel dat de verbinding met de wijken goed tot stand is gebracht. Je kunt wel een iconisch gebouw hebben, maar het bevorderen van taalvaardigheid en geletterdheid dient ook plaats te vinden in de wijken en de scholen. Die verbinding blijft belangrijk. In 2027 zal Huis 73 nog meer dan nu een plek zijn waar mensen naartoe gaan om iets te leren of om kennis te delen. En ik hoop dat men achteraf over de investering van 32 miljoen in dit gebouw zal zeggen: dat geld is goed besteed, want wat er in Huis 73 gebeurt is écht van ons.’

Huis 73: van twee naar tien gebouwen

Bibliotheekblad 1 januari 2024

De kogel is door de kerk. Na decennia van onzekerheid – gaat het wel of niet door? – krijgt ’s-Hertogenbosch eindelijk een nieuwe centrale bibliotheek. Beter gezegd: krijgt Huis 73 – in 2019 fuseerden de openbare bibliotheek, cultureel centrum Muzerije en Bureau Babel (voor cultuureducatie) tot één organisatie – een eigentijdse hoofdvestiging. Geen nieuwbouw, zoals ooit de bedoeling was, maar twee grondig te verbouwen panden aan de Hinthamerstraat 72 en 74. Panden met mogelijkheden én uitkijk op de Sint-Janskathedraal. Een gesprek met directeur-bestuurder Nan van Schendel en projectmanager Marieke Hezemans.

‘In de panden moeten herkenbare cultuuractiviteiten plaatsvinden’

TEKST: EIMER WIELDRAAIJER
FOTO'S: ZIE CREDITS LANGS ZIJKANT

NIEUWE VESTIGINGEN