Rianne van Melik en Jamea Kofi van de Radboud Universiteit doen onderzoek naar openbare bibliotheken als sociale infrastructuur. In deze column bespreken ze om beurten hun belangrijkste bevindingen.
Zines – afgekort van magazines – zijn kleinschalige, zelfgepubliceerde en zelfgedrukte tijdschriften met teksten en afbeeldingen. Sommige bibliotheken organiseren zine-making workshops als relatief goedkope activiteit voor hun bezoekers. Binnen ons onderzoeksproject gebruiken we zine-making om het gemeenschapsgevoel binnen de bibliotheek te onderzoeken én eraan bij te dragen door mensen samen te brengen. Dit doen we door middel van meerdere workshops met verschillende doelgroepen, inclusief bibliotheekbestuurders, -bezoekers en beleidsmakers. Onze eerste workshop was met acht medewerkers van de Rotterdamse bibliotheek.
Tijdens de workshop werden de deelnemers eerst kort geïnformeerd over ons onderzoek, waarna ze zelf aan de slag gingen. Om de discussie te stimuleren, werden de deelnemers de bibliotheek ingestuurd met enkele ‘takenkaartjes’. Ze konden zelf kiezen welke taak ze wilden uitvoeren. Bijvoorbeeld observeren: ‘Door welke objecten, ruimtelijke indelingen en interacties presenteert de bibliotheek zich als sociale infrastructuur? Loop een rondje door de bibliotheek en verken de omgeving. Maak aantekeningen.’ Of om na te denken over de toekomst: ‘Wat zou je als bibliotheekmedewerker wensen voor de bibliotheek en je werkzaamheden daarbinnen? Wat is voor jou overbodig? Hoe stel jij je de toekomst van bibliotheken voor? Schrijf je wensen op of teken ze.’
Nadat de belangrijkste bevindingen kort werden besproken, gingen de deelnemers alleen of in duo’s een of meerdere zine-pagina’s maken. Ze hadden ze een grote variatie van materialen ter beschikking: oude kranten en tijdschriften (inclusief Bibliotheekblad!), glitterpapier, stickers, scharen en stiften. Tijdens het creatieve maakproces kwamen niet alleen prachtige pagina’s tot stand, maar kwamen ook belangrijke inzichten naar voren. Aan het eind van de workshop werden de gemaakte pagina’s aan elkaar gepresenteerd. Het eindresultaat is het zine Toekomstgids: de huiskamer van de stad. (Via de link kunt u deze downloaden, red.)
De workshop heeft zeker een – op z’n minst tijdelijk – gemeenschapsgevoel gecreëerd; de deelnemers waardeerden het om met elkaar tijd en ruimte te hebben om te brainstormen over belangrijk ontwikkelingen in de bibliotheek. Ze maakten en deelden kennis met onbekende collega’s over de grenzen heen van vestigingen, verdiepingen, functies of missielijnen. Hoewel ze de waarde hiervan inzagen, vergde de deelname wel veel tijd en commitment: sommige deelnemers moesten vervanging regelen op de werkvloer of hun thuiswerkdag omruilen om mee te kunnen doen aan de workshop.
Het belangrijkste onderwerp dat tijdens de workshop naar voren kwam is beperkte communicatie, zowel intern als extern. Net als de rest van de Nederlandse bibliotheeksector zijn er substantiële en snelle veranderingen in de Rotterdamse bieb, zoals de introductie van het missielijnenbeleid, een aanstaande verbouwing en veel personele wisselingen. De organisatie is dynamisch, maar ook onrustig. De medewerkers voelen zich kleine eilandjes in een verdeelde organisatie, en weten niet goed waar collega’s mee bezig zijn. Een algemene aanbeveling is daarom dat bibliotheken zich niet alleen richten op community librarians maar ook zorgdragen voor een community for librarians.
Daarnaast uitten de deelnemers het vermoeden dat hoewel intern bekend is dat de bibliotheek meer is dan een plek met boeken, de ‘nieuwe’ of ‘sociale’ bibliotheek nog relatief onbekend is voor de buitenwereld. De hoofdvestiging is van buitenaf nauwelijks herkenbaar als bibliotheek en ook binnen de bibliotheek is het voor sommige bezoekers een doolhof vanwege gebrekkig bewegwijzering. Een betere marketing en sterkere profilering moeten duidelijk maken wat er voor wie in de bibliotheek te beleven is. De bibliotheek is meer dan een IDO-punt voor hulpvragen; het is de belangrijkste culturele instelling in veel steden, maar wordt zo vaak nog niet gezien.
Naschrift
Zie ook transforminglibraries.net/publications voor de zines voortkomend uit vergelijkbare workshops met bibliotheekpersoneel in Malmö en Wenen. Een aanrader voor geïnteresseerden in het organiseren van zine-workshops in bibliotheken: www.zinelibraries.info/ met onder andere een Zine librarians code of ethics zine
Veel Nederlandse bibliotheken hebben tegenwoordig een makerspace. Er wordt niet alleen kennis geconsumeerd, maar ook steeds meer geproduceerd, zoals 3D-ontwerpen, zelfgebouwde robots en breiwerken. In de Rotterdamse Maakplaats010 werd onlangs in een (maga)zine gemaakt door medewerkers van de bieb. Deze zine-makingworkshop was bedoeld als community-building-activiteit én als onderzoeksmethode om te achterhalen wat leeft onder het bibliotheekpersoneel.
Zine-making in de makerplaats
COLUMN
TEKST: RIANNE VAN MELIK (RIANNE.VANMELIK@RU.NL), GEOGRAFIE, PLANOLOGIE & MILIEU (GPM) RADBOUD UNIVERSITEIT, NIJMEGEN. ZIE OOK TRANSFORMINGLIBRARIES.NET
Bibliotheekblad 1 januari 2024
Rianne van Melik en Jamea Kofi van de Radboud Universiteit doen onderzoek naar openbare bibliotheken als sociale infrastructuur. In deze column bespreken ze om beurten hun belangrijkste bevindingen.
Bibliotheekblad 1 januari 2024
Zines – afgekort van magazines – zijn kleinschalige, zelfgepubliceerde en zelfgedrukte tijdschriften met teksten en afbeeldingen. Sommige bibliotheken organiseren zine-making workshops als relatief goedkope activiteit voor hun bezoekers. Binnen ons onderzoeksproject gebruiken we zine-making om het gemeenschapsgevoel binnen de bibliotheek te onderzoeken én eraan bij te dragen door mensen samen te brengen. Dit doen we door middel van meerdere workshops met verschillende doelgroepen, inclusief bibliotheekbestuurders, -bezoekers en beleidsmakers. Onze eerste workshop was met acht medewerkers van de Rotterdamse bibliotheek.
Tijdens de workshop werden de deelnemers eerst kort geïnformeerd over ons onderzoek, waarna ze zelf aan de slag gingen. Om de discussie te stimuleren, werden de deelnemers de bibliotheek ingestuurd met enkele ‘takenkaartjes’. Ze konden zelf kiezen welke taak ze wilden uitvoeren. Bijvoorbeeld observeren: ‘Door welke objecten, ruimtelijke indelingen en interacties presenteert de bibliotheek zich als sociale infrastructuur? Loop een rondje door de bibliotheek en verken de omgeving. Maak aantekeningen.’ Of om na te denken over de toekomst: ‘Wat zou je als bibliotheekmedewerker wensen voor de bibliotheek en je werkzaamheden daarbinnen? Wat is voor jou overbodig? Hoe stel jij je de toekomst van bibliotheken voor? Schrijf je wensen op of teken ze.’
Nadat de belangrijkste bevindingen kort werden besproken, gingen de deelnemers alleen of in duo’s een of meerdere zine-pagina’s maken. Ze hadden ze een grote variatie van materialen ter beschikking: oude kranten en tijdschriften (inclusief Bibliotheekblad!), glitterpapier, stickers, scharen en stiften. Tijdens het creatieve maakproces kwamen niet alleen prachtige pagina’s tot stand, maar kwamen ook belangrijke inzichten naar voren. Aan het eind van de workshop werden de gemaakte pagina’s aan elkaar gepresenteerd. Het eindresultaat is het zine Toekomstgids: de huiskamer van de stad. (Via de link kunt u deze downloaden, red.)
De workshop heeft zeker een – op z’n minst tijdelijk – gemeenschapsgevoel gecreëerd; de deelnemers waardeerden het om met elkaar tijd en ruimte te hebben om te brainstormen over belangrijk ontwikkelingen in de bibliotheek. Ze maakten en deelden kennis met onbekende collega’s over de grenzen heen van vestigingen, verdiepingen, functies of missielijnen. Hoewel ze de waarde hiervan inzagen, vergde de deelname wel veel tijd en commitment: sommige deelnemers moesten vervanging regelen op de werkvloer of hun thuiswerkdag omruilen om mee te kunnen doen aan de workshop.
Het belangrijkste onderwerp dat tijdens de workshop naar voren kwam is beperkte communicatie, zowel intern als extern. Net als de rest van de Nederlandse bibliotheeksector zijn er substantiële en snelle veranderingen in de Rotterdamse bieb, zoals de introductie van het missielijnenbeleid, een aanstaande verbouwing en veel personele wisselingen. De organisatie is dynamisch, maar ook onrustig. De medewerkers voelen zich kleine eilandjes in een verdeelde organisatie, en weten niet goed waar collega’s mee bezig zijn. Een algemene aanbeveling is daarom dat bibliotheken zich niet alleen richten op community librarians maar ook zorgdragen voor een community for librarians.
Daarnaast uitten de deelnemers het vermoeden dat hoewel intern bekend is dat de bibliotheek meer is dan een plek met boeken, de ‘nieuwe’ of ‘sociale’ bibliotheek nog relatief onbekend is voor de buitenwereld. De hoofdvestiging is van buitenaf nauwelijks herkenbaar als bibliotheek en ook binnen de bibliotheek is het voor sommige bezoekers een doolhof vanwege gebrekkig bewegwijzering. Een betere marketing en sterkere profilering moeten duidelijk maken wat er voor wie in de bibliotheek te beleven is. De bibliotheek is meer dan een IDO-punt voor hulpvragen; het is de belangrijkste culturele instelling in veel steden, maar wordt zo vaak nog niet gezien.
Naschrift
Zie ook transforminglibraries.net/publications voor de zines voortkomend uit vergelijkbare workshops met bibliotheekpersoneel in Malmö en Wenen. Een aanrader voor geïnteresseerden in het organiseren van zine-workshops in bibliotheken: www.zinelibraries.info/ met onder andere een Zine librarians code of ethics zine
Veel Nederlandse bibliotheken hebben tegenwoordig een makerspace. Er wordt niet alleen kennis geconsumeerd, maar ook steeds meer geproduceerd, zoals 3D-ontwerpen, zelfgebouwde robots en breiwerken. In de Rotterdamse Maakplaats010 werd onlangs in een (maga)zine gemaakt door medewerkers van de bieb. Deze zine-makingworkshop was bedoeld als community-building-activiteit én als onderzoeksmethode om te achterhalen wat leeft onder het bibliotheekpersoneel.
Zine-making in de makerplaats
TEKST: RIANNE VAN MELIK (RIANNE.VANMELIK@RU.NL), GEOGRAFIE, PLANOLOGIE & MILIEU (GPM) RADBOUD UNIVERSITEIT, NIJMEGEN. ZIE OOK TRANSFORMINGLIBRARIES.NET
COLUMN