Overige foto's: : Monique Kooijmans

Foto: Rijksmuseum / John Lewis Marshall

Saskia Scheltjens (hoofdbibliothecaris) en Alex Alsemgeest (conservator bibliotheekcollecties).

De Rijksmuseum Research Library

De bibliotheek van het Rijksmuseum is de oudste én de grootste kunsthistorische bibliotheek van Nederland. Hoofdbibliothecaris Saskia Scheltjens en conservator bibliotheekcollecties Alex Alsemgeest willen dat de bibliotheek ook de beste kunsthistorische bibliotheek ter wereld wordt. ‘We behoren nu al tot de internationale top, bijvoorbeeld met onze collectie receptuurboeken.’ Iedereen is welkom om de bibliotheekcollecties te komen inzien.

‘We willen de beste kunsthistorische bibliotheek ter wereld worden’

BIJZONDERE BIBLIOTHEKEN

TEKST: ANNEKE DE MAAT • FOTO’S: ZIE CREDITS BIJ DE FOTO

Veilingcatalogi met persoonlijke aantekeningen
De bibliotheek heeft zo’n 80.000 veilingcatalogi. ‘We verzamelen nog steeds de catalogi van de grote veilinghuizen uit de hele wereld’, zegt Alex. ‘Veilingcatalogi hebben bibliografische waarde. Daarnaast zijn ze een belangrijke bron voor herkomstonderzoek en bij onderzoek voor exposities’, legt hij uit. ‘We willen alle kunstwerken door de eeuwen heen kunnen volgen. Veilingcatalogi zijn een belangrijke informatiebron als je een kunstwerk wilt verwerven of wilt onderzoeken via welke weg een kunstwerk in onze collectie is gekomen. Je ziet hoe een kunstwerk zich verplaatst door de tijd en ruimte.’

Veel veilingcatalogi bevatten annotaties, bijvoorbeeld aantekeningen van onze conservatoren die die veilingen bezochten’, schetst Saskia. ‘Interessant zijn ook de veilingcatalogi waarin veilingmeesters aantekeningen hebben gemaakt over de prijzen en de namen van de kopers. Vanwege die persoonlijke aantekeningen kopen we soms meerdere exemplaren van eenzelfde catalogus. Nederland heeft een lange veilingtraditie. De oudste Nederlandse veilingcatalogus dateert uit 1599. We verzamelen ook oude drukken van veilingcatalogi als er een directe link met de collectie van het Rijksmuseum is.’ Alex ziet wel dat het aantal veilingcatalogi dat in druk verschijnt afneemt. Steeds meer veilinghuizen zetten de te veilen kunstwerken alleen nog op hun website. ‘We zijn daarom nu nationaal en internationaal in overleg met kunstbibliotheken om samen een oplossing te zoeken voor het archiveren van veilingwebsites.’

De nieuwste kunsthistorische publicaties
Verder kun je in onze bibliotheek de nieuwste kunsthistorische publicaties vinden, zegt Alex. ‘We kopen boeken – in print en digitaal – en hebben een abonnement op zo’n vijfhonderd kunsttijdschriften, waarvan 30-40 procent tegenwoordig digitaal verschijnt. De bibliotheek heeft ‘print plus digitaal beleid’, zegt Saskia: ‘Als dat kan, bieden we tijdschriften zowel in print als digitaal aan. Ook bieden we toegang tot diverse kunsthistorische databanken. Onze ambitie is om de beste kunstbibliotheek ter wereld te zijn. We behoren nu al internationaal tot de top, samen met bibliotheken als die van het Metropolitan Museum of Art.’

De belangrijkste gebruikers van de bibliotheek zijn de conservatoren en medewerkers van het Rijksmuseum. Saskia: ‘Maar de bibliotheekruimte is door Cuypers ontworpen als een publieke ruimte en we zijn er voor iedereen die verdiepend onderzoek wil doen. We hebben in de bibliotheek 36 studieplekken. De meeste mensen die hier komen hebben gedetailleerde vragen. Het zijn bijvoorbeeld kunsthistorici of veilingmedewerkers die een veilingcatalogus moeten maken. We beschouwen onszelf als een “Library of Last Resort”. Voor een algemene monografie over Rembrandt kun je ook bij de openbare bibliotheek terecht, maar als je alle boeken over Rembrandt wilt, in alle talen, moet je hier zijn.’

Boeken en kunst naast elkaar
Naast de Research-bibliotheek bevindt zich nogal altijd de studiezaal van het prentenkabinet, vervolgt Saskia. ‘De Rijksmuseumcollectie telt zo’n miljoen items en 750.000 daarvan zijn prenten, tekeningen en foto’s. Die kun je opvragen en in de studiezaal bekijken. De intentie van Cuypers was ook echt dat je de boekencollectie en een deel van de kunstcollectie vlak bij elkaar zag en in relatie met elkaar kon onderzoeken. Bij andere musea is de studiezaal vaak in een heel ander deel van het gebouw.’ Alex: ‘In de 17e en 18e eeuw werd dat onderscheid ook niet zo gemaakt tussen boeken en prenten. Dat kwam pas in de 19e eeuw, en het is heel mooi dat je ze hier weer in samenhang kan bestuderen.’

De Research Library beheert ook de zogenaamde bijzondere collecties die uiteenlopen van oude drukken en boeken met originele prenten of foto’s tot en met bibliofiele uitgaven, kunstenaarsboeken en receptuurboeken. Alex: ‘Tot nu toe werden tot onze bijzondere collecties vooral de antiquarische werken gerekend die een duidelijke relatie met de kerncollecties hebben. Recentelijk zijn we een project gestart om de bijzondere werken in onze bibliotheekcollectie nog beter in kaart te brengen. In die collecties zitten namelijk nog veel meer bijzondere stukken. We hebben bijvoorbeeld ook middeleeuwse handschriften, een Atlas Maior van Blaeu en het boek Nederlandsche vogelen. Ook in deze bibliotheekruimte staan op de planken nog veel bijzondere stukken.’ Saskia: ‘Ja, de bibliotheek is de grootste “hidden in plain sight” schat van het Rijksmuseum.’ De bibliotheek inventariseert daarom nu welke verborgen parels er op de planken staan, en wat voor acties daarop nodig zijn, aldus Alex.

Receptuurboeken
De bijzondere collectie ‘Receptuurboeken en kunstenaarshandleidingen’ van de bibliotheek behoort tot de wereldwijde top. Receptuurboeken bieden instructies voor het maken van verf – en hoe je die aanbrengt op verschillende ondergronden – en voor materialen als papier, metaal, textiel of glas. Het zijn belangrijke bronnen voor het materiaaltechnisch onderzoek voor restauraties. Veel van deze receptuurboeken zijn met de hand geschreven en zijn unica. De bibliotheekcollectie van het Rijksmuseum is nog niet gedigitaliseerd, maar dit staat wel in de plannen, en het digitaliseren van de receptuurboeken staat dan met stip op een.

Alex laat een van zijn favoriete receptuurboeken zien: een vroeg-16-eeuws boekje Le Blason des Couleur en armes dat laat zien hoe je wapenschilden schildert. Saskia’s favoriet is een 19e-eeuws boekje waarin een vrouw in Nederlands-Indië stukjes stof plakte van de jurkjes van haar dochtertje met aantekeningen erbij wanneer ze die voor het eerst gedragen heeft en bij welke gelegenheden.

Verhalen vertellen
Alex en Saskia houden beiden erg van het vertellen van verhalen. Alex: ‘Ik vind het fantastisch om al die verhalen die in boeken zitten te kunnen vertellen. En in het Rijksmuseum heb ik de unieke mogelijkheid om dit te verbinden met de museumcollectie.’ Saskia kan zich goed vinden in de missie van het museum: ‘Wij verbinden mensen kunst en geschiedenis. Als informatiespecialist kan ik de mensen via informatie en data met de collecties verbinden.’

Toen de Nederlandse staat aan het einde van de 19e eeuw architect Pierre Cuypers opdracht gaf tot het bouwen van het Rijksmuseum, stond er geen bibliotheek in de plannen. Die bibliotheek kwam er op initiatief van Cuypers en Van der Kellen, de directeur van het Rijksprentenkabinet. Cuypers vond dat een museum niet alleen ter ver- en bewondering was, maar ook een plek om kennis op te doen. En Van der Kellen meende dat een goed museum ook een goede bibliotheek nodig had.

Bij aanvang maar 139 boeken
Het kostte Cuypers niet veel moeite zijn opdrachtgever van het idee voor een bibliotheek te overtuigen – ook al bedroegen de meerkosten 77.000 gulden, vertelt Alex. ‘En dat terwijl toen de bibliotheek in 1876 werd ingetekend in de bouwplannen, er volgens de inventaris maar 139 boeken waren. Nog in de zomer van datzelfde jaar schafte de directeur van het Rijksprentenkabinet – waar de bibliotheek toen onderdeel van was – op veilingen duizend boeken aan; ongeveer de helft daarvan waren veilingcatalogi. Het idee dat een museum een goede bibliotheek nodig heeft sloeg dus goed aan.’

Drie jaar na de opening van het nieuwe Rijksmuseum (in 1885) ging in 1888 ook de rijk gedecoreerde bibliotheek met galerijen langs twee verdiepingen open. Cuypers wilde een ruimte met veel grandeur. Om de ruimte groter te laten lijken, gebruikte hij optische illusie. De pilaren langs de muren zijn bovenaan dunner dan onderaan. Vandaag de dag staat de bibliotheek van boven tot onder langs alle wanden tjokvol boeken, maar bij de opening en nog lange tijd daarna waren de planken heel erg leeg, zegt Saskia. ‘En de boeken die je nu hier ziet, vormen maar acht procent van onze collectie. De rest is opgeslagen in tunneldepots onder het gebouw. We hebben nu zo’n half miljoen banden. Tot 2013 was de historische bibliotheekhal niet toegankelijk voor het publiek. Mensen die boeken wilden bekijken, konden dat doen in de studiezaal naast de bibliotheek. De historische bibliotheek werd als depot gebruikt. De conservatoren dronken er koffie.’

Boeken of prenten bekijken
Nu is iedereen welkom in de historische bibliotheekhal om onderzoek te doen, en in de studiezaal kun je de collecties van het prentenkabinet en de bijzondere collecties van de bibliotheek bekijken. Je moet wel lid worden en reserveren. Het lidmaatschap is gratis. Als je de bibliotheekhal alleen wilt bekijken, kan dat heel makkelijk tijdens een museumbezoek. Via zaal 2.16 kom je op het balkon op de tweede galerijverdieping van de bibliotheek. Vanaf daar heb je een prachtig uitzicht over de hele bibliotheekruimte. De eerste indruk is behoorlijk overweldigend. Je betreedt een wereld met een mysterieuze, gewijde sfeer. Omdat er in de tijd dat de bibliotheek gebouwd werd nog geen elektriciteit was, is de zaal geheel overkoepeld door een dakraam. Zo konden mensen er overdag zonder kaarsen of gaslicht lezen.

Eerbetoon aan het boekenvak
‘Je ervaart eerst het geheel, een kathedraal van boeken’, zegt Alex. ‘Als je vervolgens nader kijkt, zul je ontdekken dat er veel beeldtaal verwerkt is in deze ruimte. Op de pilaren zijn schilden aangebracht waarop de namen prijken van vooraanstaande personen uit het boekenvak. Bijvoorbeeld de namen van drukkers en boekverkopers uit de 17e, 18e, en 19e eeuw. Helemaal bovenaan de muren staan spreuken. Een daarvan luidt: Gij hebt twee ogen maar één mond. Dit zij voor u een teken hier veel te lezen en niet veel te spreken.’

Sinds 1885 verzamelt de bibliotheek boeken, tijdschriften, veiling-, tentoonstellings-, handels- en collectiecatalogi die een relatie hebben met de collecties van het museum. Alex: ‘De collectie omvat alles op het gebied van kunst, kunstgeschiedenis en aspecten van geschiedenis. We hebben alles over prentkunst, tekenkunst, schilderkunst, beeldhouwkunst (vooral uit Nederland) vanaf de 17e eeuw tot en met midden 20e eeuw, en ook over fotografie. Je kunt alles opvragen via de online bibliotheekcatalogus en in de historische bibliotheekhal inzien. We hebben een vrijwel complete boekencollectie over de kerncollecties van het Rijksmuseum. Vanaf laat 19e eeuw zijn de prent- en tekenkunst sterk vertegenwoordigd in onze bibliotheekcollectie, en dat is nog steeds zo. Het Rijksmuseum heeft ook twee collecties in langdurige bruikleen. Dat zijn die van de Koninklijke Vereniging van Vrienden der Aziatische Kunst en die van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Daartoe behoren ook boekencollecties die wij hier beheren.’

Context en tegengeluiden bieden
We verzamelen in relatie tot de kerncollecties en ook altijd de ruimere context, vult Saskia aan. ‘We verzamelen ook tegengeluiden. Dus we schaffen niet alleen boeken en informatie aan over kunstenaars die in een bepaald tijdvak populair zijn en van wie je kunstwerken in onze museumcollectie vindt, maar ook over kunstenaars die dan niet populair zijn en die niet in de Rijksmuseumcollectie zijn opgenomen. Toen de tentoonstelling over slavernij werd voorbereid, bleek bijvoorbeeld dat wij in de bibliotheek al best veel materiaal hadden over dit onderwerp. De slavernij was een onderwerp dat lange tijd geen brede maatschappelijke aandacht kreeg, maar waar wij wel over verzameld hebben.’

Toen de bibliotheek in 1888 opende, was deze onderdeel van het Rijksprentenkabinet. Pas in 1962 werd de bibliotheek een afzonderlijk afdeling. Het werd toen de bibliotheek van het hele Rijksmuseum, benadrukt Saskia. Ze denkt dat de bibliotheek toen tot aparte afdeling werd gemaakt omdat het beheren van boeken en informatie steeds meer een vakspecialisatie werd. ‘Er kwam toen ook een standaardisering van bibliotheekbeschrijvingen aan. De eerste bibliothecarissen richtten zich heel erg op het beschrijven van alle werken in de bibliotheekcollectie. De tweede bibliothecaris, (en later ook conservator, red.) Geert-Jan Koot, mijn voorganger, heeft in de jaren negentig het automatiseren van de bibliotheekcollectie op zich genomen. Hij was een van de eersten in het hele Rijksmuseum die op een systematische manier met automatisering bezig was.’

Bibliotheek onderdeel van Research Services
In 2016 besloot de museumdirectie om de bibliotheek onderdeel te maken van een bredere afdeling Research Services. Saskia werd hoofd van deze afdeling en tegelijkertijd ook hoofdbibliothecaris van de bibliotheek, die toen ‘Rijksmuseum Research Library’ ging heten, licht ze toe. ‘Bibliothecaris Koot werd in 2016 de eerste conservator van de bibliotheekcollectie in deze nieuwe context, Alex is hem in 2021 opgevolgd.’

De afdeling Research Services beheert alle data en informatie over de museumcollectie, de organisatie en het archief. Dit omvat ook de collectieregistratie en -automatisering. Sinds 2016 is de afdeling gegroeid van 25 naar 50 medewerkers, waaronder ook tijdelijke projectmedewerkers. Saskia: ‘De bibliotheek verloor in 2016 haar onafhankelijke positie binnen het museum, maar de directie zag haar duidelijk wel als meer dan alleen een referentiecollectie. Onze bijzondere collecties kregen toen een museale status. De Rijksmuseum Research Library is een zogeheten speciale wetenschappelijke bibliotheek. We houden ons net als universiteitsbibliotheken bezig met open science, open data en research data management. En doordat de bibliotheek gezien wordt als een vitaal onderdeel van het museum, zijn we ook gezegend met een mooi aankoopbudget. Elk jaar verwerven we zo’n 10.000 nieuwe items, waaronder hedendaagse en antiquarische uitgaven.’

Bibliotheekblad 1 januari 2024

Overige foto's: : Monique Kooijmans

Foto: Rijksmuseum / John Lewis Marshall

Veilingcatalogi met persoonlijke aantekeningen
De bibliotheek heeft zo’n 80.000 veilingcatalogi. ‘We verzamelen nog steeds de catalogi van de grote veilinghuizen uit de hele wereld’, zegt Alex. ‘Veilingcatalogi hebben bibliografische waarde. Daarnaast zijn ze een belangrijke bron voor herkomstonderzoek en bij onderzoek voor exposities’, legt hij uit. ‘We willen alle kunstwerken door de eeuwen heen kunnen volgen. Veilingcatalogi zijn een belangrijke informatiebron als je een kunstwerk wilt verwerven of wilt onderzoeken via welke weg een kunstwerk in onze collectie is gekomen. Je ziet hoe een kunstwerk zich verplaatst door de tijd en ruimte.’

Veel veilingcatalogi bevatten annotaties, bijvoorbeeld aantekeningen van onze conservatoren die die veilingen bezochten’, schetst Saskia. ‘Interessant zijn ook de veilingcatalogi waarin veilingmeesters aantekeningen hebben gemaakt over de prijzen en de namen van de kopers. Vanwege die persoonlijke aantekeningen kopen we soms meerdere exemplaren van eenzelfde catalogus. Nederland heeft een lange veilingtraditie. De oudste Nederlandse veilingcatalogus dateert uit 1599. We verzamelen ook oude drukken van veilingcatalogi als er een directe link met de collectie van het Rijksmuseum is.’ Alex ziet wel dat het aantal veilingcatalogi dat in druk verschijnt afneemt. Steeds meer veilinghuizen zetten de te veilen kunstwerken alleen nog op hun website. ‘We zijn daarom nu nationaal en internationaal in overleg met kunstbibliotheken om samen een oplossing te zoeken voor het archiveren van veilingwebsites.’

De nieuwste kunsthistorische publicaties
Verder kun je in onze bibliotheek de nieuwste kunsthistorische publicaties vinden, zegt Alex. ‘We kopen boeken – in print en digitaal – en hebben een abonnement op zo’n vijfhonderd kunsttijdschriften, waarvan 30-40 procent tegenwoordig digitaal verschijnt. De bibliotheek heeft ‘print plus digitaal beleid’, zegt Saskia: ‘Als dat kan, bieden we tijdschriften zowel in print als digitaal aan. Ook bieden we toegang tot diverse kunsthistorische databanken. Onze ambitie is om de beste kunstbibliotheek ter wereld te zijn. We behoren nu al internationaal tot de top, samen met bibliotheken als die van het Metropolitan Museum of Art.’

De belangrijkste gebruikers van de bibliotheek zijn de conservatoren en medewerkers van het Rijksmuseum. Saskia: ‘Maar de bibliotheekruimte is door Cuypers ontworpen als een publieke ruimte en we zijn er voor iedereen die verdiepend onderzoek wil doen. We hebben in de bibliotheek 36 studieplekken. De meeste mensen die hier komen hebben gedetailleerde vragen. Het zijn bijvoorbeeld kunsthistorici of veilingmedewerkers die een veilingcatalogus moeten maken. We beschouwen onszelf als een “Library of Last Resort”. Voor een algemene monografie over Rembrandt kun je ook bij de openbare bibliotheek terecht, maar als je alle boeken over Rembrandt wilt, in alle talen, moet je hier zijn.’

Boeken en kunst naast elkaar
Naast de Research-bibliotheek bevindt zich nogal altijd de studiezaal van het prentenkabinet, vervolgt Saskia. ‘De Rijksmuseumcollectie telt zo’n miljoen items en 750.000 daarvan zijn prenten, tekeningen en foto’s. Die kun je opvragen en in de studiezaal bekijken. De intentie van Cuypers was ook echt dat je de boekencollectie en een deel van de kunstcollectie vlak bij elkaar zag en in relatie met elkaar kon onderzoeken. Bij andere musea is de studiezaal vaak in een heel ander deel van het gebouw.’ Alex: ‘In de 17e en 18e eeuw werd dat onderscheid ook niet zo gemaakt tussen boeken en prenten. Dat kwam pas in de 19e eeuw, en het is heel mooi dat je ze hier weer in samenhang kan bestuderen.’

De Research Library beheert ook de zogenaamde bijzondere collecties die uiteenlopen van oude drukken en boeken met originele prenten of foto’s tot en met bibliofiele uitgaven, kunstenaarsboeken en receptuurboeken. Alex: ‘Tot nu toe werden tot onze bijzondere collecties vooral de antiquarische werken gerekend die een duidelijke relatie met de kerncollecties hebben. Recentelijk zijn we een project gestart om de bijzondere werken in onze bibliotheekcollectie nog beter in kaart te brengen. In die collecties zitten namelijk nog veel meer bijzondere stukken. We hebben bijvoorbeeld ook middeleeuwse handschriften, een Atlas Maior van Blaeu en het boek Nederlandsche vogelen. Ook in deze bibliotheekruimte staan op de planken nog veel bijzondere stukken.’ Saskia: ‘Ja, de bibliotheek is de grootste “hidden in plain sight” schat van het Rijksmuseum.’ De bibliotheek inventariseert daarom nu welke verborgen parels er op de planken staan, en wat voor acties daarop nodig zijn, aldus Alex.

Receptuurboeken
De bijzondere collectie ‘Receptuurboeken en kunstenaarshandleidingen’ van de bibliotheek behoort tot de wereldwijde top. Receptuurboeken bieden instructies voor het maken van verf – en hoe je die aanbrengt op verschillende ondergronden – en voor materialen als papier, metaal, textiel of glas. Het zijn belangrijke bronnen voor het materiaaltechnisch onderzoek voor restauraties. Veel van deze receptuurboeken zijn met de hand geschreven en zijn unica. De bibliotheekcollectie van het Rijksmuseum is nog niet gedigitaliseerd, maar dit staat wel in de plannen, en het digitaliseren van de receptuurboeken staat dan met stip op een.

Alex laat een van zijn favoriete receptuurboeken zien: een vroeg-16-eeuws boekje Le Blason des Couleur en armes dat laat zien hoe je wapenschilden schildert. Saskia’s favoriet is een 19e-eeuws boekje waarin een vrouw in Nederlands-Indië stukjes stof plakte van de jurkjes van haar dochtertje met aantekeningen erbij wanneer ze die voor het eerst gedragen heeft en bij welke gelegenheden.

Verhalen vertellen
Alex en Saskia houden beiden erg van het vertellen van verhalen. Alex: ‘Ik vind het fantastisch om al die verhalen die in boeken zitten te kunnen vertellen. En in het Rijksmuseum heb ik de unieke mogelijkheid om dit te verbinden met de museumcollectie.’ Saskia kan zich goed vinden in de missie van het museum: ‘Wij verbinden mensen kunst en geschiedenis. Als informatiespecialist kan ik de mensen via informatie en data met de collecties verbinden.’

Toen de Nederlandse staat aan het einde van de 19e eeuw architect Pierre Cuypers opdracht gaf tot het bouwen van het Rijksmuseum, stond er geen bibliotheek in de plannen. Die bibliotheek kwam er op initiatief van Cuypers en Van der Kellen, de directeur van het Rijksprentenkabinet. Cuypers vond dat een museum niet alleen ter ver- en bewondering was, maar ook een plek om kennis op te doen. En Van der Kellen meende dat een goed museum ook een goede bibliotheek nodig had.

Bij aanvang maar 139 boeken
Het kostte Cuypers niet veel moeite zijn opdrachtgever van het idee voor een bibliotheek te overtuigen – ook al bedroegen de meerkosten 77.000 gulden, vertelt Alex. ‘En dat terwijl toen de bibliotheek in 1876 werd ingetekend in de bouwplannen, er volgens de inventaris maar 139 boeken waren. Nog in de zomer van datzelfde jaar schafte de directeur van het Rijksprentenkabinet – waar de bibliotheek toen onderdeel van was – op veilingen duizend boeken aan; ongeveer de helft daarvan waren veilingcatalogi. Het idee dat een museum een goede bibliotheek nodig heeft sloeg dus goed aan.’

Drie jaar na de opening van het nieuwe Rijksmuseum (in 1885) ging in 1888 ook de rijk gedecoreerde bibliotheek met galerijen langs twee verdiepingen open. Cuypers wilde een ruimte met veel grandeur. Om de ruimte groter te laten lijken, gebruikte hij optische illusie. De pilaren langs de muren zijn bovenaan dunner dan onderaan. Vandaag de dag staat de bibliotheek van boven tot onder langs alle wanden tjokvol boeken, maar bij de opening en nog lange tijd daarna waren de planken heel erg leeg, zegt Saskia. ‘En de boeken die je nu hier ziet, vormen maar acht procent van onze collectie. De rest is opgeslagen in tunneldepots onder het gebouw. We hebben nu zo’n half miljoen banden. Tot 2013 was de historische bibliotheekhal niet toegankelijk voor het publiek. Mensen die boeken wilden bekijken, konden dat doen in de studiezaal naast de bibliotheek. De historische bibliotheek werd als depot gebruikt. De conservatoren dronken er koffie.’

Boeken of prenten bekijken
Nu is iedereen welkom in de historische bibliotheekhal om onderzoek te doen, en in de studiezaal kun je de collecties van het prentenkabinet en de bijzondere collecties van de bibliotheek bekijken. Je moet wel lid worden en reserveren. Het lidmaatschap is gratis. Als je de bibliotheekhal alleen wilt bekijken, kan dat heel makkelijk tijdens een museumbezoek. Via zaal 2.16 kom je op het balkon op de tweede galerijverdieping van de bibliotheek. Vanaf daar heb je een prachtig uitzicht over de hele bibliotheekruimte. De eerste indruk is behoorlijk overweldigend. Je betreedt een wereld met een mysterieuze, gewijde sfeer. Omdat er in de tijd dat de bibliotheek gebouwd werd nog geen elektriciteit was, is de zaal geheel overkoepeld door een dakraam. Zo konden mensen er overdag zonder kaarsen of gaslicht lezen.

Eerbetoon aan het boekenvak
‘Je ervaart eerst het geheel, een kathedraal van boeken’, zegt Alex. ‘Als je vervolgens nader kijkt, zul je ontdekken dat er veel beeldtaal verwerkt is in deze ruimte. Op de pilaren zijn schilden aangebracht waarop de namen prijken van vooraanstaande personen uit het boekenvak. Bijvoorbeeld de namen van drukkers en boekverkopers uit de 17e, 18e, en 19e eeuw. Helemaal bovenaan de muren staan spreuken. Een daarvan luidt: Gij hebt twee ogen maar één mond. Dit zij voor u een teken hier veel te lezen en niet veel te spreken.’

Sinds 1885 verzamelt de bibliotheek boeken, tijdschriften, veiling-, tentoonstellings-, handels- en collectiecatalogi die een relatie hebben met de collecties van het museum. Alex: ‘De collectie omvat alles op het gebied van kunst, kunstgeschiedenis en aspecten van geschiedenis. We hebben alles over prentkunst, tekenkunst, schilderkunst, beeldhouwkunst (vooral uit Nederland) vanaf de 17e eeuw tot en met midden 20e eeuw, en ook over fotografie. Je kunt alles opvragen via de online bibliotheekcatalogus en in de historische bibliotheekhal inzien. We hebben een vrijwel complete boekencollectie over de kerncollecties van het Rijksmuseum. Vanaf laat 19e eeuw zijn de prent- en tekenkunst sterk vertegenwoordigd in onze bibliotheekcollectie, en dat is nog steeds zo. Het Rijksmuseum heeft ook twee collecties in langdurige bruikleen. Dat zijn die van de Koninklijke Vereniging van Vrienden der Aziatische Kunst en die van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Daartoe behoren ook boekencollecties die wij hier beheren.’

Context en tegengeluiden bieden
We verzamelen in relatie tot de kerncollecties en ook altijd de ruimere context, vult Saskia aan. ‘We verzamelen ook tegengeluiden. Dus we schaffen niet alleen boeken en informatie aan over kunstenaars die in een bepaald tijdvak populair zijn en van wie je kunstwerken in onze museumcollectie vindt, maar ook over kunstenaars die dan niet populair zijn en die niet in de Rijksmuseumcollectie zijn opgenomen. Toen de tentoonstelling over slavernij werd voorbereid, bleek bijvoorbeeld dat wij in de bibliotheek al best veel materiaal hadden over dit onderwerp. De slavernij was een onderwerp dat lange tijd geen brede maatschappelijke aandacht kreeg, maar waar wij wel over verzameld hebben.’

Toen de bibliotheek in 1888 opende, was deze onderdeel van het Rijksprentenkabinet. Pas in 1962 werd de bibliotheek een afzonderlijk afdeling. Het werd toen de bibliotheek van het hele Rijksmuseum, benadrukt Saskia. Ze denkt dat de bibliotheek toen tot aparte afdeling werd gemaakt omdat het beheren van boeken en informatie steeds meer een vakspecialisatie werd. ‘Er kwam toen ook een standaardisering van bibliotheekbeschrijvingen aan. De eerste bibliothecarissen richtten zich heel erg op het beschrijven van alle werken in de bibliotheekcollectie. De tweede bibliothecaris, (en later ook conservator, red.) Geert-Jan Koot, mijn voorganger, heeft in de jaren negentig het automatiseren van de bibliotheekcollectie op zich genomen. Hij was een van de eersten in het hele Rijksmuseum die op een systematische manier met automatisering bezig was.’

Bibliotheek onderdeel van Research Services
In 2016 besloot de museumdirectie om de bibliotheek onderdeel te maken van een bredere afdeling Research Services. Saskia werd hoofd van deze afdeling en tegelijkertijd ook hoofdbibliothecaris van de bibliotheek, die toen ‘Rijksmuseum Research Library’ ging heten, licht ze toe. ‘Bibliothecaris Koot werd in 2016 de eerste conservator van de bibliotheekcollectie in deze nieuwe context, Alex is hem in 2021 opgevolgd.’

De afdeling Research Services beheert alle data en informatie over de museumcollectie, de organisatie en het archief. Dit omvat ook de collectieregistratie en -automatisering. Sinds 2016 is de afdeling gegroeid van 25 naar 50 medewerkers, waaronder ook tijdelijke projectmedewerkers. Saskia: ‘De bibliotheek verloor in 2016 haar onafhankelijke positie binnen het museum, maar de directie zag haar duidelijk wel als meer dan alleen een referentiecollectie. Onze bijzondere collecties kregen toen een museale status. De Rijksmuseum Research Library is een zogeheten speciale wetenschappelijke bibliotheek. We houden ons net als universiteitsbibliotheken bezig met open science, open data en research data management. En doordat de bibliotheek gezien wordt als een vitaal onderdeel van het museum, zijn we ook gezegend met een mooi aankoopbudget. Elk jaar verwerven we zo’n 10.000 nieuwe items, waaronder hedendaagse en antiquarische uitgaven.’

De Rijksmuseum Research Library

Bibliotheekblad 1 januari 2024

De bibliotheek van het Rijksmuseum is de oudste én de grootste kunsthistorische bibliotheek van Nederland. Hoofdbibliothecaris Saskia Scheltjens en conservator bibliotheekcollecties Alex Alsemgeest willen dat de bibliotheek ook de beste kunsthistorische bibliotheek ter wereld wordt. ‘We behoren nu al tot de internationale top, bijvoorbeeld met onze collectie receptuurboeken.’ Iedereen is welkom om de bibliotheekcollecties te komen inzien.

‘We willen de beste kunsthistorische bibliotheek ter wereld worden’

TEKST: ANNEKE DE MAAT
FOTO’S: ZIE CREDITS BIJ DE FOTO

BIJZONDERE BIBLIOTHEKEN

Saskia Scheltjens (hoofdbibliothecaris) en Alex Alsemgeest (conservator bibliotheekcollecties).