Foto's opening: Tino van Dam / Foto's interieur: Marco Heyda/includi

Foto: Wikipedia

Foto: Tino van Dam

Foto: Barbara Koppe

Foto: Barbara Koppe

Huri Sahin, burgemeester van Rijswijk opende het Huis van de Stad Rijswijk. Verder op de foto: Hans van Rossum, voorzitter van de Historische vereniging Rijswijk.

Gerard Hendriks (directeur-bestuurder de Bibliotheek aan de Vliet) en Lauri van Oosterom (communicatieadviseur).

Gerard Hendriks (directeur-bestuurder de Bibliotheek aan de Vliet) met op de achtergrond het nieuwe onderkomen van de Rijswijkse bibliotheek.

Bibliotheek Rijswijk heeft een nieuw onderkomen

De Rijswijkse bibliotheek, onderdeel van de Bibliotheek aan de Vliet, is sinds deze zomer één van de bewoners van het prachtig gerenoveerde gemeentehuis, dat is omgedoopt in Huis van de Stad Rijswijk. Architectenbureau INBO ontwierp de transformatie van het gebouw en behield zoveel mogelijk van de monumentale waarde. Het interieur werd door includi ontworpen. Eind november 2023 vond de officiële openingsweek plaats, waaronder de ingebruikname van het Stadsl@b. In deze ruimte worden samen met Trias, Centrum voor de kunsten, veel activiteiten geprogrammeerd. Daarnaast kunnen bezoekers in deze multifunctionele accommodatie terecht voor diensten van de gemeente en Stichting Welzijn Rijswijk.

‘Mensen vinden het echt fijn hier te zijn, dat horen we zo vaak!’

NIEUWE VESTIGINGEN

TEKST: MAARTEN DESSING • FOTO'S: ZIE CREDITS LANGS ZIJKANT

Samenwerkingsverbanden
Die samenwerking merk je vooral in de bibliotheek – de organisatie met een laagdrempelige publieksfunctie bij uitstek. Helemaal rondom de bibliotheekruimte op de begane grond en het souterrain zijn cursusruimtes van Trias gevestigd, het kantoor van vrijwilligersorganisatie Rijswijk Doet en de dagbesteding voor ouderen (twee onderdelen van Stichting Welzijn Rijswijk). Achter de trap op de begane grond zijn de publieksbalies van de gemeente.

Het mooie van de gezamenlijke huisvesting is dat bezoekersstromen met elkaar vermengd raken. ‘Trias – de organisatie die als eerste hiernaartoe verhuisde – heeft beneden een aparte wachtruimte voor de ouders,’ zegt Hendriks, ‘maar je ziet steeds vaker dat hun bezoekers ergens in de bibliotheek met een boekje gaan zitten terwijl hun kind muziek- of balletles heeft. En dan is de stap om lid te worden of een keer naar onze activiteiten te komen niet zo groot meer. Als de publieksbalies van de gemeente officieel geopend zijn, verwacht ik een vergelijkbaar effect.’
Er bevinden zich nog meer culturele partners in de directe omgeving van het Huis van de stad. Slechts een grote vijver scheidt het Huis van de Rijswijkse Schouwburg. ‘Er is hier nu een soort cultureel kwartier ontstaan, alles op loopafstand van elkaar. Daardoor verzorgen we nu samen met de schouwburg filmvoorstellingen in hun prachtige theaterzaal, onder de naam TheaterCinema, terwijl we in ons vorige pand maar een beperkte ruimte hadden voor vertoningen. Het aantal bezoekers aan filmvoorstellingen is sindsdien gestegen.’

Mee met algemene ontwikkelingen
Het is een van de vruchten die Hendriks en Van Oosterom – en natuurlijk het hele team in Rijswijk – kunnen plukken van de plannen van destijds. ‘Het is nog te vroeg om te zeggen wat de verhuizing betekent voor het aantal leden, het aantal bezoekers of de verblijfsduur’, nuanceert Van Oosterom. ‘Het Huis van de Stad is pas net geopend, maar de eerste indrukken zijn ronduit positief.’
‘We hebben geen teller meer, zoals in het oude pand’, zegt Hendriks. ‘Dat heeft geen zin. Voor wie komen de bezoekers immers? Maar in ons oude pand kwamen mensen eigenlijk alleen om boeken uit te zoeken. Daarna gingen ze snel naar huis. Nu zie je opeens mensen die soms urenlang bij ons verblijven. Ze komen bijvoorbeeld om te studeren in de publieksruimte of in een van de speciale studiecabines.’
Voor de Bibliotheek aan de Vliet is de verhuizing slechts het startpunt van een metamorfose tot een moderne bibliotheek. Of zoals Hendriks zegt: ‘Dit gebouw zet ons verder op de rails om mee te gaan in de algemene ontwikkeling van een brede bibliotheek die ook sociaal-maatschappelijke taken heeft, aan talentontwikkeling doet enzovoorts.’
‘Er staat ook nog een ledenwerfactie gepland, gericht op de buurt’, vult Van Oosterom aan.

Niet alles in één keer
Zo kan het niet anders of het samenwonen met samenwerkingspartners leidt tot intensiveren van die verdergaande samenwerking. Die moet nog verder vorm krijgen. ‘We hebben bijvoorbeeld een gezamenlijke werkgroep samengesteld om te kijken hoe we elkaar kunnen versterken. Maar alleen al het feit dat je bij elkaar binnen kunt lopen, legt Van Oosterom uit (die één dag per week op de locatie Rijswijk werkt), maakt het al makkelijker om elkaar op de hoogte te houden van ieders activiteiten en daar zo nodig op in te haken. Laat staan van de nieuwe initiatieven die ontstaan.’

‘We hebben tegen elkaar gezegd dat we niet alles in één keer moeten willen’, zegt Hendriks. ‘We hebben met de verhuizing onze dienstverlening min of meer een op een overgeplaatst. Nu zijn we nog bezig de onvermijdelijke kinderziektes op te lossen. Denk aan kleine details zoals de informatiebalie, die iets te hoog was afgesteld.
Een grote verandering zijn de verruimde openingstijden. De bibliotheek in het Huis van de Stad is elke werkdag van 9.00 tot 22.00 uur open en zaterdag tot 18.00 uur. Maar liefst 74 uur in totaal. Uiteraard zijn dat niet allemaal bemenste service-uren (44 uur in totaal). De bibliotheek is daar héél blij mee, benadrukt Hendriks, omdat we op deze manier veel meer gebruiksgemak kunnen bieden voor mensen die bijvoorbeeld overdag niet zo makkelijk langs kunnen komen.
‘Het was de eerste keer wel wennen om na afloop van de bemenste dienst tegen aanwezige bezoekers te zeggen: “Blijft u gerust zitten.” Dat voelde wel vreemd.’
Maar als iets de ambitie waarmaakt om de huiskamer van de stad te worden, is het wel die haast onafgebroken openstelling. ‘We krijgen er veel positieve reacties op’, zegt Van Oosterom. ‘Vanaf ’s ochtends negen uur staan er altijd mensen voor de deur, die soms de hele dag blijven.’ Hendriks: ‘Mensen vinden het echt fijn hier te zijn, dat horen we zó vaak. Een concessie die we gedaan hebben, is afscheid nemen van de sorteerrobot. Die was nogal storingsgevoelig, en een storing is het laatste dat je ’s avonds wilt hebben.’

Financiën en onafhankelijkheid
Bij de start van het verhuistraject is afgesproken dat de dienstverlening op hetzelfde niveau blijft. Hendriks: ‘Er is een tijdelijk huurcontract, over het definitieve contract moet nog gepraat worden. Maar vanwege het convenant met de partners weet ik dat het hoe dan ook goed komt. Sterker, we kunnen meer doen – dankzij de SPUK-gelden, waardoor we de service tot ’s avonds acht uur kunnen gaan bieden.’ Hendriks ziet vooral de voordelen van het samenwonen met de gemeente.
‘Ik kan honderd keer vertellen wat we allemaal doen en hoeveel mensen we daarmee bereiken, dat haalt het niet bij een wethouder die hier – al is het maar één keer – langsloopt en ziet hoe druk het is. Dat helpt ons enorm in de gesprekken over de financiering. Want die zijn er natuurlijk wel degelijk. Niet uit onwil van de gemeente, maar vanwege hun krappe middelen.’

Zien bezoekers de bibliotheek nu niet als een verlengstuk van de gemeente? Dat kan immers voor sommigen een belemmering vormen om binnen te stappen …
Hendriks: ‘Ik heb dat bij een bibliotheek waar ik vroeger werkte wel eens meegemaakt. Hier nog niet, maar het zou in theorie kunnen. Daarom positioneren wij ons als een volledig onafhankelijke instelling. Er staat ook Huis van de Stad op de gevel, en niet gemeente Rijswijk.’

Huis van de wijk
Toch heeft de verhuizing natuurlijk niet uitsluitend positieve effecten. Door de verhuizing naar anderhalve kilometer verderop, van het station richting het oude centrum, is de bibliotheek weggetrokken uit een wijk waar relatief veel mensen wonen die op een of andere manier tot een kwetsbare groep behoren. Mensen die steun nodig hebben bij het verwerven van de taal of mee kunnen met digitale overheidsdiensten. Voor een deel van hen is de bibliotheek opeens verder weg.

Hendriks: ‘Een deel van die mensen gaat met ons mee, maar voor het deel dat dat niet doet, gaan we de dienstverlening opnieuw vormgeven. Bijvoorbeeld via flatcoaches die in wijken actief zijn. Of door vrijwilligers aan huis, die boeken brengen naar mensen die minder mobiel zijn. We zijn ook met Stichting Welzijn Rijswijk in gesprek over het aanbieden van gezamenlijk diensten in hun wijkcentrum met als werktitel: Huis van de wijk.’

Een ander effect van de verhuizing is dat de bibliotheek nogal wat ruimte heeft ingeleverd. Het oude pand was gróót: zo’n 3.100 vierkante meter, inclusief circa 600 vierkante meter backoffice. ‘Je kon er een ijsbaan aanleggen’, zegt Hendriks.
Nu heeft de bibliotheek ongeveer de helft, en niet langer op één verdieping. Ook heeft de organisatie ervoor gekozen om geen kantoren in te richten. Er is alleen een bescheiden ruimte voor de backoffice, waar de computers dicht op elkaar staan.

Toch benadrukt de directeur de voordelen. ‘Hoe groot het ook was, het oude pand was anoniem en onpersoonlijk. Geen wonder dat de zitjes nauwelijks werden gebruikt. En ja, we hebben half zo veel ruimte terwijl er óók aanloop is van al onze partners. Maar ik denk niet dat het hier té druk gaat worden. Op woensdagmiddag, als de leerlingen van de basisschool vrij zijn, krioelt het hier wel van de mensen, maar met onze investeringen in zitplekken is het voor mijn gevoel nog steeds groot genoeg.’
Met de huisvesting in het Huis van de Stad kan de bibliotheek in Rijswijk weer jaren vooruit. Hendriks: ‘Ik zou zeggen: laat iedereen maar komen!’

Zichtbaar trots laten directeur-bestuurder Gerard Hendriks en communicatieadviseur Lauri van Oosterom het nieuwe onderkomen van de Rijswijkse bibliotheek zien. Centraal in het gebouw bevindt zich het atrium waar een deel van de bibliotheekdienstverlening is gevestigd. Om het atrium te realiseren is in de voormalige binnentuin een tussenvloer gestort met een enorme, ovale opening. De brede trap die naar het souterrain gaat, kan als tribune functioneren voor voorstellingen. In het souterrain bevindt zich het grootste deel van de nieuwe bibliotheek, waaronder het leeuwendeel van de collectie. Een groot glazen dak, voorzien van zonnepanelen, zorgt voor voldoende daglicht in het gebouw. De inleverkast is ontworpen in de stijl van het overige meubilair, en zo zijn er wel meer aanpassingen gedaan om alles zo mooi mogelijk op elkaar te laten aansluiten. De bibliotheek heeft een plek gekregen in het leegstaande gemeentehuis dat in 1953 werd ontworpen door architect Jakobus van Buijtenen en gebouwd is in de periode 1964-1967. (Van Buijtenen ontwierp ook de raadhuizen in Schijndel en Wanroij.) 
De renovatie heeft geleid tot een aanlokkelijke mix van oude en moderne elementen. Neem de naoorlogse, tamelijk simpele maar sierlijke betonnen ornamenten aan de muren. Die rijmen perfect met de trappen die in de open ruimte op de hogere verdiepingen zijn aangelegd. Dankzij het vele licht dat door het glazen dak schijnt, en ook via de zijramen, voelt het souterrain licht en aangenaam aan. Ook op de dag waarop het interview plaatsvindt. Een dag waarop de luchten zo grijs zijn als je kunt verwachten in deze tijd van het jaar.

‘In de zomer kun je dankzij de klimaatbeheersing op de tribunetrap heerlijk in de zon zitten’, bezweert Hendriks. ‘Zonder dat het zweet je uitbreekt. Nadat we in juli open waren gegaan, zag je al snel veel mensen op deze plek zitten te lezen.’

De extra hoge boekenkasten – hoger dan waar mensen bij kunnen – voorkomen bovendien dat bezoekers in het souterrain een benauwd gevoel krijgen, legt Hendriks uit. ‘Die kasten scheppen een illusie van ruimtelijkheid. Van hoogte. Bij lagere kasten, waar je meteen het plafond ziet, ervaar je dat gek genoeg juist niet. En uiteraard staat de collectie op hoogtes waar bezoekers makkelijk bij kunnen. Op de bovenste planken staan planten en allerlei speelse ornamenten die de sfeer van de huiskamer oproepen die wij willen zijn.’

Achtergronden Huis van de Stad Rijswijk
Zelf werkten Hendriks en Van Oosterom nog niet bij de Bibliotheek aan de Vliet, met vestigingen in Leidschendam, Voorburg, Rijswijk en Stompwijk, toen de eerste plannen voor deze nieuwe locatie aan de Generaal Spoorlaan werden gesmeed. Die dateren al van medio jaren tien en waren geïnitieerd door de gemeente. ‘Eigenlijk wilde Rijswijk terug naar het gemeentehuis van Van Buijtenen’, vertelt Van Oosterom. ‘De gemeente was daar rond de eeuwwisseling weggegaan. Het idee was toen dat het niet meer van deze tijd was. Men wilde iets moderners, met meer ruimte voor publieksbalies en kantoren. Maar volgens ons was de verhuizing nooit per se een succes en waren veel mensen uit Rijswijk er niet blij mee. Iedereen was hier getrouwd, ze misten het karakteristieke oude pand.’ Alleen: het héle gemeentehuis, dat ondanks de fraaie klokkentoren al bijna twintig jaar leegstond, opnieuw in gebruik nemen? Beter, en ook logischer, leek het om samen te gaan met een reeks sociaal-maatschappelijke en cultureel-educatieve organisaties zoals Trias, het kunsteducatiecentrum en Stichting Welzijn Rijswijk. En natuurlijk de bibliotheek. Zo ontstond het idee voor het Huis van de Stad, waar iedere inwoner van Rijswijk terechtkan voor allerlei diensten. Dat concept van één huis moet je letterlijk nemen. Het gerenoveerde gemeentehuis is enerzijds een pand waarin de verschillende organisaties allemaal een eigen plek hebben gekregen.
Zeker: wie over de statige trappen de schitterend gerenoveerde entreehal binnenkomt, kan door een gastvrouw of -heer van de gemeente naar die plaatsen worden doorverwezen. Maar waar mogelijk zijn de vier bewoners van het pand een symbiose aangegaan waarbij intensiever wordt samengewerkt en gezamenlijk wordt geprogrammeerd.

Bibliotheekblad 1 januari 2024

Foto's opening: Tino van Dam / Foto's interieur: Marco Heyda/includi

Foto: Barbara Koppe

Foto: Tino van Dam

Foto: Barbara Koppe

Huri Sahin, burgemeester van Rijswijk opende het Huis van de Stad Rijswijk. Verder op de foto: Hans van Rossum, voorzitter van de Historische vereniging Rijswijk.

Gerard Hendriks (directeur-bestuurder de Bibliotheek aan de Vliet) met op de achtergrond het nieuwe onderkomen van de Rijswijkse bibliotheek.

Gerard Hendriks (directeur-bestuurder de Bibliotheek aan de Vliet) en Lauri van Oosterom (communicatieadviseur).

Bibliotheek Rijswijk heeft een nieuw onderkomen

Foto: Wikipedia

Bibliotheekblad 1 januari 2024

Zichtbaar trots laten directeur-bestuurder Gerard Hendriks en communicatieadviseur Lauri van Oosterom het nieuwe onderkomen van de Rijswijkse bibliotheek zien. Centraal in het gebouw bevindt zich het atrium waar een deel van de bibliotheekdienstverlening is gevestigd. Om het atrium te realiseren is in de voormalige binnentuin een tussenvloer gestort met een enorme, ovale opening. De brede trap die naar het souterrain gaat, kan als tribune functioneren voor voorstellingen. In het souterrain bevindt zich het grootste deel van de nieuwe bibliotheek, waaronder het leeuwendeel van de collectie. Een groot glazen dak, voorzien van zonnepanelen, zorgt voor voldoende daglicht in het gebouw. De inleverkast is ontworpen in de stijl van het overige meubilair, en zo zijn er wel meer aanpassingen gedaan om alles zo mooi mogelijk op elkaar te laten aansluiten. De bibliotheek heeft een plek gekregen in het leegstaande gemeentehuis dat in 1953 werd ontworpen door architect Jakobus van Buijtenen en gebouwd is in de periode 1964-1967. (Van Buijtenen ontwierp ook de raadhuizen in Schijndel en Wanroij.) 
De renovatie heeft geleid tot een aanlokkelijke mix van oude en moderne elementen. Neem de naoorlogse, tamelijk simpele maar sierlijke betonnen ornamenten aan de muren. Die rijmen perfect met de trappen die in de open ruimte op de hogere verdiepingen zijn aangelegd. Dankzij het vele licht dat door het glazen dak schijnt, en ook via de zijramen, voelt het souterrain licht en aangenaam aan. Ook op de dag waarop het interview plaatsvindt. Een dag waarop de luchten zo grijs zijn als je kunt verwachten in deze tijd van het jaar.

‘In de zomer kun je dankzij de klimaatbeheersing op de tribunetrap heerlijk in de zon zitten’, bezweert Hendriks. ‘Zonder dat het zweet je uitbreekt. Nadat we in juli open waren gegaan, zag je al snel veel mensen op deze plek zitten te lezen.’

De extra hoge boekenkasten – hoger dan waar mensen bij kunnen – voorkomen bovendien dat bezoekers in het souterrain een benauwd gevoel krijgen, legt Hendriks uit. ‘Die kasten scheppen een illusie van ruimtelijkheid. Van hoogte. Bij lagere kasten, waar je meteen het plafond ziet, ervaar je dat gek genoeg juist niet. En uiteraard staat de collectie op hoogtes waar bezoekers makkelijk bij kunnen. Op de bovenste planken staan planten en allerlei speelse ornamenten die de sfeer van de huiskamer oproepen die wij willen zijn.’

Achtergronden Huis van de Stad Rijswijk
Zelf werkten Hendriks en Van Oosterom nog niet bij de Bibliotheek aan de Vliet, met vestigingen in Leidschendam, Voorburg, Rijswijk en Stompwijk, toen de eerste plannen voor deze nieuwe locatie aan de Generaal Spoorlaan werden gesmeed. Die dateren al van medio jaren tien en waren geïnitieerd door de gemeente. ‘Eigenlijk wilde Rijswijk terug naar het gemeentehuis van Van Buijtenen’, vertelt Van Oosterom. ‘De gemeente was daar rond de eeuwwisseling weggegaan. Het idee was toen dat het niet meer van deze tijd was. Men wilde iets moderners, met meer ruimte voor publieksbalies en kantoren. Maar volgens ons was de verhuizing nooit per se een succes en waren veel mensen uit Rijswijk er niet blij mee. Iedereen was hier getrouwd, ze misten het karakteristieke oude pand.’ Alleen: het héle gemeentehuis, dat ondanks de fraaie klokkentoren al bijna twintig jaar leegstond, opnieuw in gebruik nemen? Beter, en ook logischer, leek het om samen te gaan met een reeks sociaal-maatschappelijke en cultureel-educatieve organisaties zoals Trias, het kunsteducatiecentrum en Stichting Welzijn Rijswijk. En natuurlijk de bibliotheek. Zo ontstond het idee voor het Huis van de Stad, waar iedere inwoner van Rijswijk terechtkan voor allerlei diensten. Dat concept van één huis moet je letterlijk nemen. Het gerenoveerde gemeentehuis is enerzijds een pand waarin de verschillende organisaties allemaal een eigen plek hebben gekregen.
Zeker: wie over de statige trappen de schitterend gerenoveerde entreehal binnenkomt, kan door een gastvrouw of -heer van de gemeente naar die plaatsen worden doorverwezen. Maar waar mogelijk zijn de vier bewoners van het pand een symbiose aangegaan waarbij intensiever wordt samengewerkt en gezamenlijk wordt geprogrammeerd.

Samenwerkingsverbanden
Die samenwerking merk je vooral in de bibliotheek – de organisatie met een laagdrempelige publieksfunctie bij uitstek. Helemaal rondom de bibliotheekruimte op de begane grond en het souterrain zijn cursusruimtes van Trias gevestigd, het kantoor van vrijwilligersorganisatie Rijswijk Doet en de dagbesteding voor ouderen (twee onderdelen van Stichting Welzijn Rijswijk). Achter de trap op de begane grond zijn de publieksbalies van de gemeente.

Het mooie van de gezamenlijke huisvesting is dat bezoekersstromen met elkaar vermengd raken. ‘Trias – de organisatie die als eerste hiernaartoe verhuisde – heeft beneden een aparte wachtruimte voor de ouders,’ zegt Hendriks, ‘maar je ziet steeds vaker dat hun bezoekers ergens in de bibliotheek met een boekje gaan zitten terwijl hun kind muziek- of balletles heeft. En dan is de stap om lid te worden of een keer naar onze activiteiten te komen niet zo groot meer. Als de publieksbalies van de gemeente officieel geopend zijn, verwacht ik een vergelijkbaar effect.’
Er bevinden zich nog meer culturele partners in de directe omgeving van het Huis van de stad. Slechts een grote vijver scheidt het Huis van de Rijswijkse Schouwburg. ‘Er is hier nu een soort cultureel kwartier ontstaan, alles op loopafstand van elkaar. Daardoor verzorgen we nu samen met de schouwburg filmvoorstellingen in hun prachtige theaterzaal, onder de naam TheaterCinema, terwijl we in ons vorige pand maar een beperkte ruimte hadden voor vertoningen. Het aantal bezoekers aan filmvoorstellingen is sindsdien gestegen.’

Mee met algemene ontwikkelingen
Het is een van de vruchten die Hendriks en Van Oosterom – en natuurlijk het hele team in Rijswijk – kunnen plukken van de plannen van destijds. ‘Het is nog te vroeg om te zeggen wat de verhuizing betekent voor het aantal leden, het aantal bezoekers of de verblijfsduur’, nuanceert Van Oosterom. ‘Het Huis van de Stad is pas net geopend, maar de eerste indrukken zijn ronduit positief.’
‘We hebben geen teller meer, zoals in het oude pand’, zegt Hendriks. ‘Dat heeft geen zin. Voor wie komen de bezoekers immers? Maar in ons oude pand kwamen mensen eigenlijk alleen om boeken uit te zoeken. Daarna gingen ze snel naar huis. Nu zie je opeens mensen die soms urenlang bij ons verblijven. Ze komen bijvoorbeeld om te studeren in de publieksruimte of in een van de speciale studiecabines.’
Voor de Bibliotheek aan de Vliet is de verhuizing slechts het startpunt van een metamorfose tot een moderne bibliotheek. Of zoals Hendriks zegt: ‘Dit gebouw zet ons verder op de rails om mee te gaan in de algemene ontwikkeling van een brede bibliotheek die ook sociaal-maatschappelijke taken heeft, aan talentontwikkeling doet enzovoorts.’
‘Er staat ook nog een ledenwerfactie gepland, gericht op de buurt’, vult Van Oosterom aan.

Niet alles in één keer
Zo kan het niet anders of het samenwonen met samenwerkingspartners leidt tot intensiveren van die verdergaande samenwerking. Die moet nog verder vorm krijgen. ‘We hebben bijvoorbeeld een gezamenlijke werkgroep samengesteld om te kijken hoe we elkaar kunnen versterken. Maar alleen al het feit dat je bij elkaar binnen kunt lopen, legt Van Oosterom uit (die één dag per week op de locatie Rijswijk werkt), maakt het al makkelijker om elkaar op de hoogte te houden van ieders activiteiten en daar zo nodig op in te haken. Laat staan van de nieuwe initiatieven die ontstaan.’

‘We hebben tegen elkaar gezegd dat we niet alles in één keer moeten willen’, zegt Hendriks. ‘We hebben met de verhuizing onze dienstverlening min of meer een op een overgeplaatst. Nu zijn we nog bezig de onvermijdelijke kinderziektes op te lossen. Denk aan kleine details zoals de informatiebalie, die iets te hoog was afgesteld.
Een grote verandering zijn de verruimde openingstijden. De bibliotheek in het Huis van de Stad is elke werkdag van 9.00 tot 22.00 uur open en zaterdag tot 18.00 uur. Maar liefst 74 uur in totaal. Uiteraard zijn dat niet allemaal bemenste service-uren (44 uur in totaal). De bibliotheek is daar héél blij mee, benadrukt Hendriks, omdat we op deze manier veel meer gebruiksgemak kunnen bieden voor mensen die bijvoorbeeld overdag niet zo makkelijk langs kunnen komen.
‘Het was de eerste keer wel wennen om na afloop van de bemenste dienst tegen aanwezige bezoekers te zeggen: “Blijft u gerust zitten.” Dat voelde wel vreemd.’
Maar als iets de ambitie waarmaakt om de huiskamer van de stad te worden, is het wel die haast onafgebroken openstelling. ‘We krijgen er veel positieve reacties op’, zegt Van Oosterom. ‘Vanaf ’s ochtends negen uur staan er altijd mensen voor de deur, die soms de hele dag blijven.’ Hendriks: ‘Mensen vinden het echt fijn hier te zijn, dat horen we zó vaak. Een concessie die we gedaan hebben, is afscheid nemen van de sorteerrobot. Die was nogal storingsgevoelig, en een storing is het laatste dat je ’s avonds wilt hebben.’

Financiën en onafhankelijkheid
Bij de start van het verhuistraject is afgesproken dat de dienstverlening op hetzelfde niveau blijft. Hendriks: ‘Er is een tijdelijk huurcontract, over het definitieve contract moet nog gepraat worden. Maar vanwege het convenant met de partners weet ik dat het hoe dan ook goed komt. Sterker, we kunnen meer doen – dankzij de SPUK-gelden, waardoor we de service tot ’s avonds acht uur kunnen gaan bieden.’ Hendriks ziet vooral de voordelen van het samenwonen met de gemeente.
‘Ik kan honderd keer vertellen wat we allemaal doen en hoeveel mensen we daarmee bereiken, dat haalt het niet bij een wethouder die hier – al is het maar één keer – langsloopt en ziet hoe druk het is. Dat helpt ons enorm in de gesprekken over de financiering. Want die zijn er natuurlijk wel degelijk. Niet uit onwil van de gemeente, maar vanwege hun krappe middelen.’

Zien bezoekers de bibliotheek nu niet als een verlengstuk van de gemeente? Dat kan immers voor sommigen een belemmering vormen om binnen te stappen …
Hendriks: ‘Ik heb dat bij een bibliotheek waar ik vroeger werkte wel eens meegemaakt. Hier nog niet, maar het zou in theorie kunnen. Daarom positioneren wij ons als een volledig onafhankelijke instelling. Er staat ook Huis van de Stad op de gevel, en niet gemeente Rijswijk.’

Huis van de wijk
Toch heeft de verhuizing natuurlijk niet uitsluitend positieve effecten. Door de verhuizing naar anderhalve kilometer verderop, van het station richting het oude centrum, is de bibliotheek weggetrokken uit een wijk waar relatief veel mensen wonen die op een of andere manier tot een kwetsbare groep behoren. Mensen die steun nodig hebben bij het verwerven van de taal of mee kunnen met digitale overheidsdiensten. Voor een deel van hen is de bibliotheek opeens verder weg.

Hendriks: ‘Een deel van die mensen gaat met ons mee, maar voor het deel dat dat niet doet, gaan we de dienstverlening opnieuw vormgeven. Bijvoorbeeld via flatcoaches die in wijken actief zijn. Of door vrijwilligers aan huis, die boeken brengen naar mensen die minder mobiel zijn. We zijn ook met Stichting Welzijn Rijswijk in gesprek over het aanbieden van gezamenlijk diensten in hun wijkcentrum met als werktitel: Huis van de wijk.’

Een ander effect van de verhuizing is dat de bibliotheek nogal wat ruimte heeft ingeleverd. Het oude pand was gróót: zo’n 3.100 vierkante meter, inclusief circa 600 vierkante meter backoffice. ‘Je kon er een ijsbaan aanleggen’, zegt Hendriks.
Nu heeft de bibliotheek ongeveer de helft, en niet langer op één verdieping. Ook heeft de organisatie ervoor gekozen om geen kantoren in te richten. Er is alleen een bescheiden ruimte voor de backoffice, waar de computers dicht op elkaar staan.

Toch benadrukt de directeur de voordelen. ‘Hoe groot het ook was, het oude pand was anoniem en onpersoonlijk. Geen wonder dat de zitjes nauwelijks werden gebruikt. En ja, we hebben half zo veel ruimte terwijl er óók aanloop is van al onze partners. Maar ik denk niet dat het hier té druk gaat worden. Op woensdagmiddag, als de leerlingen van de basisschool vrij zijn, krioelt het hier wel van de mensen, maar met onze investeringen in zitplekken is het voor mijn gevoel nog steeds groot genoeg.’
Met de huisvesting in het Huis van de Stad kan de bibliotheek in Rijswijk weer jaren vooruit. Hendriks: ‘Ik zou zeggen: laat iedereen maar komen!’

De Rijswijkse bibliotheek, onderdeel van de Bibliotheek aan de Vliet, is sinds deze zomer één van de bewoners van het prachtig gerenoveerde gemeentehuis, dat is omgedoopt in Huis van de Stad Rijswijk. Architectenbureau INBO ontwierp de transformatie van het gebouw en behield zoveel mogelijk van de monumentale waarde. Het interieur werd door includi ontworpen. Eind november 2023 vond de officiële openingsweek plaats, waaronder de ingebruikname van het Stadsl@b. In deze ruimte worden samen met Trias, Centrum voor de kunsten, veel activiteiten geprogrammeerd. Daarnaast kunnen bezoekers in deze multifunctionele accommodatie terecht voor diensten van de gemeente en Stichting Welzijn Rijswijk.

‘Mensen vinden het echt fijn hier te zijn, dat horen we zo vaak!’

TEKST: MAARTEN DESSING
FOTO'S: ZIE CREDITS LANGS ZIJKANT

NIEUWE VESTIGINGEN